Korte-baanwerk van Elisabeth George

Een boek als experiment betitelen, klinkt misschien wat oneerbiedig, maar de verhalenbundel Moordmotieven van Elizabeth George is dat wel degelijk. George, onbetwist een van ’s werelds grootste crimewriters, staat bekend om haar vuistdikke misdaadromans; vijfhonderd pagina’s tellen de meeste met gemak. En dat zal waarschijnlijk ook niet zo snel veranderen. Toch is er een periode geweest waarin zij serieus onderzocht heeft of haar kwaliteiten ook tot hun recht kwamen in het genre van het korte verhaal. De resultaten werden in 2002 gepubliceerd onder de titel I, Richard; in vertaling werd dat Moordmotieven, nummer 304 in de serie Zwarte Beertjes van uitgeverij A.W. Bruna en die pocket is nu voor de tweede keer herdrukt.
Het oudste verhaal, dat oorspronkelijk de titel The Evidence Exposed kreeg, verscheen in 1990. Zes jaar later werd The Surprise of His Life gepubliceerd en in 1999 I, Richard. De verhalen werden gebundeld en uitgegeven onder de titel The Evidence Exposed; het boekje was uitsluitend in Engeland verkrijgbaar. In 2002 verscheen een nieuwe, vermeerderde versie, getiteld I, Richard. Het oorspronkelijke titelverhaal werd geschreven en twee nieuwe verhalen toegevoegd: Good Fences Aren’t Always Enough en Remember, I’ll always Love You. Deze keer werd de bundel goed genoeg bevonden om ook te worden vertaald.
De vijf verhalen zijn even zovele miniaturen over de duistere kanten van doodgewone mensen. Zo gaat het openingsverhaal, het enige waarin ook George’s vaste speurder Thomas Lynley optreedt, over een groep Amerikanen die in het kader van een masterclass een bezoek brengen aan het statige Abinger Manor. De Amerikanen variëren in leeftijd van twintig tot zeventig jaar en dat blijkt voor onverwachte seksuele spanningen te zorgen. Voor hun bezoek aan Abinger Manor ten einde is, is een van hen door vergiftiging om het leven gekomen.
In Betrapt raakt een man van middelbare leeftijd geobsedeerd door de gedachte dat zijn veel jongere vrouw hem bedriegt. Hij stelt alles in het werk om haar op heterdaad te betrappen en dat lukt ook; anders had het verhaal een andere titel gehad. Maar wat hij ten slotte ontdekt, is wel heel anders dan hij had vermoed.
Nog merkwaardiger is het verhaalverloop in Koning Richard, dat in de oorspronkelijke uitgave als titelverhaal fungeert. Het gaat over een leraar die de vrouw van een collega verleidt om te kunnen bewijzen dat Koning Richard III niet verantwoordelijk was voor de dood van de Kleine Prinses.
De verhalen worden vooraf gegaan door een korte uiteenzetting over hun ontstaansgeschiedenis.
Wie in de loop der jaren verslingerd raakte aan George’s Thomas Lynley Mysteries, zal waarschijnlijk weinig plezier beleven aan dit korte-baanwerk van hun favoriete auteur. Maar voor de echte liefhebbers van het genre zijn deze verhalen misschien een mooie gelegenheid om ook eens kennis te maken met het werk van een schrijver die als geen ander in staat is de aandacht van haar lezers honderden bladzijden lang vast te houden.