Lezersrecensie
Een ontroerende en indrukwekkende geschiedenis
Het boek pakt direct en neemt je mee naar Nederlands Indië je voelt de verstikkende hitte, je ruikt de geuren, en voelt de sferen.
Je volgt het levens verhaal van Piranti, die opgroeit in de kranton, het vorstenverblijf van de Djokja.
Ze is alleen met haar moeder, die hard werkt om als batikster aan de kost te komen.
Piranti wil weg en ontsnappen aan de traditionele standenmaatschappij.
Je volgt haar weg, van de eerste verliefdheid tot haar zoektocht naar haar dochters. Ze wordt huishoudster (njai) en minnares van een Nederlandse officier Gey. Het lijken mooie jaren en ze krijgen 2 dochters. Even waant Isah zich de vrouw van maar wordt dan bruut weggestuurd en het ziet ernaar uit dat ze haar dochters moet achterlaten. "Gelukkig" mag ze mee, als kindermeisje (baboe) bij het gezin die haar dochtertjes adopteren. Ze moet zichzelf opnieuw uitvinden, ze mag geen moeder meer zijn van haar dochters en cijfert zichzelf wederom weg, Haar leven is eenzaam.
Dido Michielsen beschrijft haar wanhoop, verdriet en kracht op een prachtige manier.
Het was in die tijd normaal dat Nederlandse militairen of ambtenaren een Indische Njai in huis namen om het huishouden te bestieren, met hen het bed te delen. Vaak kwamen er kinderen uit voort. Maar als de man terugging naar Nederland of een Hollandse trouwde werd de Njai met haar kinderen teruggestuurd naar de kampong, waar die lichtere kinderen dan met de nek aan werden gekeken.Soms erkende de man zijn kinderen en nam ze mee naar Nederland, de Njai had dan niets in te brengen en was haar kinderen kwijt.
Wat een prachtig , indrukwekkend boek over de geschiedenis van het leven in Nederlands Indië
Je volgt het levens verhaal van Piranti, die opgroeit in de kranton, het vorstenverblijf van de Djokja.
Ze is alleen met haar moeder, die hard werkt om als batikster aan de kost te komen.
Piranti wil weg en ontsnappen aan de traditionele standenmaatschappij.
Je volgt haar weg, van de eerste verliefdheid tot haar zoektocht naar haar dochters. Ze wordt huishoudster (njai) en minnares van een Nederlandse officier Gey. Het lijken mooie jaren en ze krijgen 2 dochters. Even waant Isah zich de vrouw van maar wordt dan bruut weggestuurd en het ziet ernaar uit dat ze haar dochters moet achterlaten. "Gelukkig" mag ze mee, als kindermeisje (baboe) bij het gezin die haar dochtertjes adopteren. Ze moet zichzelf opnieuw uitvinden, ze mag geen moeder meer zijn van haar dochters en cijfert zichzelf wederom weg, Haar leven is eenzaam.
Dido Michielsen beschrijft haar wanhoop, verdriet en kracht op een prachtige manier.
Het was in die tijd normaal dat Nederlandse militairen of ambtenaren een Indische Njai in huis namen om het huishouden te bestieren, met hen het bed te delen. Vaak kwamen er kinderen uit voort. Maar als de man terugging naar Nederland of een Hollandse trouwde werd de Njai met haar kinderen teruggestuurd naar de kampong, waar die lichtere kinderen dan met de nek aan werden gekeken.Soms erkende de man zijn kinderen en nam ze mee naar Nederland, de Njai had dan niets in te brengen en was haar kinderen kwijt.
Wat een prachtig , indrukwekkend boek over de geschiedenis van het leven in Nederlands Indië
1
Reageer op deze recensie