Lezersrecensie
Effectief fileren van oude tegenstanders doe je zo.
John le Carré, wat mij betreft één van de beste schrijvers van spionagethrillers, schreef zijn autobiografie 'De duiventunnel'. Een 'eerste verzameling memoires' als we de achterflap van het boek mogen geloven. En dat is goed nieuws. Want Le Carré levert met 'De duiventunnel' opnieuw een subliem boek af: persoonlijk, geestig, stijlvol en wijs. Het boek is ook een beknopte cursus 'hoe reken ik fijntjes af met oude opponenten'.
De schrijver dekt zich in zijn voorwoord alvast in tegen al te speurzieke biografen en critici: "dit zijn waargebeurde verhalen die aan mijn geheugen ontspruiten - en u kunt zich afvragen wat waarheid is en wat herinnering bij een schrijver van fictie in wat we fijntjes de herfst van zijn leven mogen noemen". Kijk, zo'n intelligente, grappige schrijver serveer je niet af met een wegwerpend gebaar terwijl je beweert dat hij maar spionageromannetjes heeft geschreven. Hier zijn slechts bewondering en gepast stilzwijgen op hun plaats.
De schrijver dekt zich in zijn voorwoord alvast in tegen al te speurzieke biografen en critici: "dit zijn waargebeurde verhalen die aan mijn geheugen ontspruiten - en u kunt zich afvragen wat waarheid is en wat herinnering bij een schrijver van fictie in wat we fijntjes de herfst van zijn leven mogen noemen". Kijk, zo'n intelligente, grappige schrijver serveer je niet af met een wegwerpend gebaar terwijl je beweert dat hij maar spionageromannetjes heeft geschreven. Hier zijn slechts bewondering en gepast stilzwijgen op hun plaats.
1
Reageer op deze recensie