Lezersrecensie
Wolfgetal = Zonnevlek
Betekenis Wolfgetal : zonnevlek
“Het is als in de zon staren. Iedereen zegt dat het slecht is, maar niets is toch machtiger dan de zon? Die straalt gewoon maar, tot alles gevlekt is. Pijn doet het ook niet, niet gelijk althans, van de schade merk je niets tot je allang weer bent vergeten dat je überhaupt ooit in de zon hebt lopen staren...”
De cover van Het Wolfgetal oogt mooi en sober. De vriendschapsarmbandjes die in elkaar verstrengeld zijn lijken wel op een strop. En dit past perfect bij het verhaal over een bijna dwingende vriendschap tussen Vikki en de ik-persoon. Die ik-persoon wordt niet bij naam genoemd, ze staat dan ook volledig in de schaduw van Vikki. En dan maakt de lezer ook nog kennis met Margje, een vriendinnetje van de ik-persoon.
Het verhaal is opgebouwd uit korte hoofdstukken, afgewisseld met zinnen uit een autopsieverslag en later fragmenten uit een psychiatrisch verslag. De lezer weet dus al dat er iemand dood is, maar ontdekt pas later in het boek wie het slachtoffer is.
Dat Laura van der Haar kan schrijven, daar bestaat geen twijfel over. Soms mooie zinnen en mooie woorden. Ook een gedurfd verhaal. De openingszin “Kijk jij wel eens naar je kutje?” is nog maar het begin van vele ongemakkelijke situaties en beschrijvingen. De vergelijking naar Het smelt van Lize Spit en De avond is ongemak van Marieke Lucas Rijneveld is niet ver weg. Maar Spit was vernieuwend terwijl Laura van der Haar in herhaling valt.
De lezer mag zich al eens ongemakkelijk voelen, maar soms kan het wel eens te veel van hetzelfde zijn. Tieten, kutjes, piemels, kots,... met minder had het verhaal zoveel meer kunnen zijn.
“Het is als in de zon staren. Iedereen zegt dat het slecht is, maar niets is toch machtiger dan de zon? Die straalt gewoon maar, tot alles gevlekt is. Pijn doet het ook niet, niet gelijk althans, van de schade merk je niets tot je allang weer bent vergeten dat je überhaupt ooit in de zon hebt lopen staren...”
De cover van Het Wolfgetal oogt mooi en sober. De vriendschapsarmbandjes die in elkaar verstrengeld zijn lijken wel op een strop. En dit past perfect bij het verhaal over een bijna dwingende vriendschap tussen Vikki en de ik-persoon. Die ik-persoon wordt niet bij naam genoemd, ze staat dan ook volledig in de schaduw van Vikki. En dan maakt de lezer ook nog kennis met Margje, een vriendinnetje van de ik-persoon.
Het verhaal is opgebouwd uit korte hoofdstukken, afgewisseld met zinnen uit een autopsieverslag en later fragmenten uit een psychiatrisch verslag. De lezer weet dus al dat er iemand dood is, maar ontdekt pas later in het boek wie het slachtoffer is.
Dat Laura van der Haar kan schrijven, daar bestaat geen twijfel over. Soms mooie zinnen en mooie woorden. Ook een gedurfd verhaal. De openingszin “Kijk jij wel eens naar je kutje?” is nog maar het begin van vele ongemakkelijke situaties en beschrijvingen. De vergelijking naar Het smelt van Lize Spit en De avond is ongemak van Marieke Lucas Rijneveld is niet ver weg. Maar Spit was vernieuwend terwijl Laura van der Haar in herhaling valt.
De lezer mag zich al eens ongemakkelijk voelen, maar soms kan het wel eens te veel van hetzelfde zijn. Tieten, kutjes, piemels, kots,... met minder had het verhaal zoveel meer kunnen zijn.
1
Reageer op deze recensie