Begin en einde spannend

Het begin van het boek vond ik echt bijzonder en nodigde uit tot snel doorlezen.

De Franse kruidenarts Nina Fleurie groeit samen met haar moeder in afzondering op.
Ze leert alles over de natuur en heeft een uitzonderlijk goede neus.
Ze is een verwilderd meisje wat leert dat alle mensen duivels zijn.

Op haar veertiende wordt ze door de politie gevonden naast het lijk van haar moeder.
Ze wordt meegenomen naar de 'gewone' wereld en na een tijdje in een
psychiatrische kliniek te hebben gezeten gaat ze naar haar pleegmoeder Gigi.
Als ze volwassen is, heeft ze haar eigen natuurshops die ze met Gigi runt, waar ze op homeopathische basis geneesmiddelen verkoopt.
Maar ook in haar volwassen leven is Nina nog steeds liever niet onder de mensen.

Bij een opening van een nieuwe winkel komt Nina oog in oog te staan met haar Tweelingzuster
Thea waarvan ze het bestaan niet wist. Nina voelt zich eindelijk verbonden met iemand.
Als Thea een paar dagen later verdwijnt, begint Nina een zoektocht naar Thea en komt zo van
alles over haar moeders- en haar eigen verleden te weten.

Zinnen als "Deze man ruikt wel heel specifiek. Naar een bos met vochtige varens na een zomerse bui. Olieachtige dampen die in de herfst opstijgen uit gevallen bladeren." blz 47 zijn echt prachtig. Je kunt het bijna zelf ruiken.

Het verhaal is mooi, maar de zoektocht is lang en gedetailleerd. Ik vond dat gedeelte te lang en niet echt spannend.
Het verhaal gaat van Franse Pyreneeën naar Maastricht, naar de Belgische Ardennen. De omgeving wordt mooi beschreven.

Het einde van het verhaal is goed. Voor mij geen pageturner, maar wel een prima thriller.