Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Niet voor liefhebbers van sciencefiction

Voor liefhebbers van sciencefiction is De Wezens van Matt Haig flauw, afgezaagd en zeker niet spannend. Het is echter soepel geschreven en daardoor makkelijk leesbaar, dus misschien zal ook die lezer het einde dit van dit niet onsympathieke verhaal halen.

Een buitenaards wezen vertelt ons hoe het op Aarde komt en probeert zijn opdracht uit te voeren om alle kennis over de ontdekking van de wiskundige professor Andrew Martin te vernietigen. Die ontdekking zou de ontwikkeling van de mens in een stroomversnelling brengen en zijn mogelijkheden aanzienlijk vergroten, en daar zitten de buitenaardsen niet op te wachten. Het wezen, voor wie de mensen ‘de wezens’ uit de titel zijn, neemt daarvoor de gedaante van professor Andrew Martin aan en probeert vanuit die positie te achterhalen wie Martin over zijn ontdekking heeft verteld. Vanuit deze premisse is de grote lijn van het verhaal duidelijk: in het begin doet de alien komisch onhandig en heeft hij het moeilijk met de walgelijke mensen, maar in de loop van het verhaal went hij aan ze en op het eind kiest hij partij voor hen, want ze hebben toch een paar heel goede eigenschappen. Daarmee verklap ik niets, want het ligt zo voor de hand dat iedereen het wel ziet aankomen.
De voorkant van het boek geeft direct onder de titel een citaat uit The Times: ‘Haig gebruikt de wetten en regels van de sciencefiction om elegant en vlijmscherp concepten als vrije wil, liefde, huwelijk, logica, onsterfelijkheid en genade te onderzoeken en te hekelen.’ Dat is nogal wat, en het eerste wat je je afvraagt is wat die ‘wetten en regels van de sciencefiction’ dan zijn. En hoe die in dit verhaal tot uiting komen.
Oké, voor een alien van heel ver weg, van een veel hoger bestaansniveau, zonder oorlogen en zonder sterfelijkheid, is de Aarde een uithoek van het heelal en de mens een primitief, walgelijk wezen. Dat kennen we in de sciencefiction al vele, vele jaren. We weten ook dat de menselijke sciencefictionschrijver niet in staat is werkelijke vreemdheid te bedenken en te verwoorden, en we weten eveneens dat wanneer hij dat wel zou kunnen, hij het niet zaal doen, omdat anders het contact met de lezer verloren gaat. Wanneer je dan een alien als verteller neemt, weet je dat het een onmogelijke opgave is. En nee, dat is helemaal niet erg, want in fictie mag alles. Alleen… Het is zo makkelijk om dat de afstand tussen alien en mens dan op een soort van humoristische manier tot stand te brengen. De mens heeft midden in zijn gezicht een uitsteeksel! En er zitten twee zwarte gaten in! Natuurlijk moest ik daar van kokhalzen! Ik verzin maar iets in de categorie die al zo vaak is toegepast en die Haig in De Wezens veelvuldig gebruikt. Het is flauw. Het is bekend.
Heeft de roman daarnaast nog iets nieuws te melden? Nee, ook dat niet. De mens doet veel onzinnige dingen, dat weten we allemaal, en dat de liefde het belangrijkste is, ook dat hebben we al eerder gehoord. Dat het er om gaat je ergens thuis te voelen, dat heb ik schrijvers mooier en indrukwekkender zien verwoorden.
Misschien dat deze roman het beste wordt uitgebeeld door het hoofdstuk ‘Goede raad voor eens mens’, waarin de alien de zoon van Andrew Martin zevenennegentig genummerde wijze raden geeft, een verzameling van vooral open deuren en dooddoeners die sommige lezers alleen maar zullen vermoeien: “1. Schaamte slaat je in de boeien. Bevrijd je daarvan. 2. Maak je geen zorgen over je talenten. Je hebt het talent om lief te hebben. Dat is genoeg. 3. Wees aardig tegen andere mensen. Op het niveau van de kosmos zijn ze jou…” Etcetera etcetera.

(Paul van Leeuwenkamp)

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Paul van Leeuwenkamp

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.