Hoe ook een hoofdinspecteur van politie zich laat naaien!

Op de terreinen van de voormalige Norbertijnenabdij in Heverlee, voorstad van Leuven, wordt in de vijver het lichaam gevonden van Marcel Heymans. Hij was professor muziekgeschiedenis aan de universiteit te Leuven. Op het eerste gezicht wijst niets op een misdaad…maar dat is zonder hoofdinspecteur Thomas Berg gerekend.
De autopsie brengt al vlug aan het licht dat in het lichaam sporen van het sterke slaapmiddel Rohypnol aanwezig zijn. Het onderzoek brengt aan het licht dat er tussen Marcel Heymans en Boudewijn Teniers een meningsverschil liep i.v.m. een chansonnier, een 15de-eeuws manuscript. Slachtoffer was van mening dat het om een vervalsing ging, terwijl zijn collega en de verkopende antiekhandelaar staande houden dat het om een enig en uniek gezangboek handelt met een waarde van om en nabij € 210 000!
Tweede piste die wordt gevolgd, is een moord om de levensverzekeringspremie op te strijken, immers slachtoffer zijn huidige echtgenote is twintig jaar jonger en zijn dochter Esther is eveneens erfgename.
De rode draad door het verhaal is de Oud-Griekse tragedie ‘Oedipus’ van Sophocles. Net nu wordt een voorstelling van deze tragedie in een nieuwe bewerking van Herman Lateur, professor aan de Leuvense faculteit letteren en in laatmiddeleeuwse Latijnse teksten gespecialiseerd, opgevoerd in Leuven.
Berg en zijn team worden voortdurend op een verkeerde piste of op een zijspoor gezet. Uiteindelijk kunnen ze alles uitklaren en komen we tot een fijne plot.
Jo Claes heeft met deze dertiende Thomas Berg wederom een pareltje afgeleverd. Het verhaal speelt opnieuw tegen de mooie universiteitsstad Leuven. De ingrediënten van dit boek zijn puik rechercheerwerk, wat culturele informatie en een psychologisch steekspel, waarbij de verschillende verhaallijnen uiteindelijk leiden naar een fijne onverwachte plot. De schrijfstijl van Jo Claes is helder, beschrijvend, zonder veel franjes en het boek leest erg vlot weg.