Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Altijd vrolijk?

Roosje de Vries 26 februari 2016
Altijd vrolijk?


Hoofdpersoon Aaf groeit op in een christelijk gezin in dorp aan een meer. In haar vroege jeugd gaan eerst haar moeder en dan ook haar vader over tot een Pinkstergemeente. Dat is een blij geloof, waarin men het positieve geloof van het behoud van de mens in de Heer gloedvol belijdt. God zorgt voor alles voor hen die geloven, voor hen die het juiste geloof belijden. In broederschappen looft men God en zingt men van zijn goedheid, en zorgt men voor de mensen die het minder getroffen hebben: een man die zijn homoseksualiteit wil uitbannen, een vrouw met altijd hoofdpijn, een vrouw die graag een man heeft en een kind.

Het huis van Aafs ouders is altijd vol en altijd vrolijk. Tenminste dat zou zo moeten zijn. Aafs vader is een enthousiasmerend voorganger en heeft een eigen gevolg.
Aaf helpt ijverig mee met alles wat er altijd moet gebeuren. En vaak ontsnapt ze, ze gaat zwemmen in het grote meer dat grenst aan hun tuin en waarin vader haar heeft leren zwemmen. Dat is haar ‘great escape’.
Er mag veel niet: geen alcolhol, geen sigaretten, niet het lichaam boven de geest stellen. Vader wordt alsmaar strenger. Vermoedelijk is er nog een rest van oude christelijk geloof in hem dat hem drijft tot tamelijk strenge leefregels en de vrees voor de duivel. Net las ik bij Maarten ‘t Hart, Magdalena, dat het zo vreemd is dat de protestaten zo vrezen voor de duivel, omdat die maar zo’n kleine rol speelt in de Bijbel.

Aaf is niet een rebellerend kind; haar broer wel al flapt ze er af en toe in haar eerlijkhedi wel dingen uit die ze beter had kunnen verzwijgen. Over de relatie met haar broer wordt niet heel veel verteld. Als Aaf gaat studeren in Amsterdam, aan de sportacademie, verandert er wel wat, maar haar intense geloof met haar toverspreuken - tenminste zo gebruikt zij ‘het spreken in tongen’ om de duivel te verdrijven, houdt haar nog in de greep en niet wordt zij de rebel die ik een beetje verwacht had.

Het verhaal is sympathiek, maar wat vlak en fragmentarisch; nergens wordt het één geheel en voel je dat het verhaal intens leeft en geleefd is. Ankes stijl is heel prettig, helder, fijn leesbaar, maar ontbeert diepte. De karakters blijven houten klazen, ook al heeft de vader beslist temperament. De moeder doorstaat het min of meer, terwijl ze degene was die naar de Pinkstergemeente overging. De motieven of de gedachtes van de gezinsleden blijven vaag en daardoor is het moeilijk je te identificeren met hen.
Het verhaal is chronologisch verteld en het zou aan spanning winnen wanneer er een andere vertelstructuur gekozen was, bijvoorbeeld ergens in Aafs volwassen leven te beginnen, of in haar puberteit en dan dmv flashbacks zaken verhelderen. Het is een bewuste keuze van Anke geweest het verhaallangzaam op te bouwen om het aan het eind wel te laten knallen.

Ook vind ik het een gemiste kans dat bepaalde stukken die de aanzet hadden om te emotioneren of spanning op te roepen, dat toch niet doen. Voortijdig breekt Anke de situatie af, waardoor je het gevoel krijgt dat de ballon net niet opgeblazen wordt en heel snel weer leegloopt. Dat is het geval bijvoorbeeld in het zomerkamp, waar Aaf en haar broer heengaan. Het lijkt heel spannend en vooral heel naar voor Aaf te worden, maar daar krijgen we niets over te horen. Aaf lijkt ook niet heel teleurgesteld of gekwetst. Of later als er krakersrellen uitbreken bij haar in de straat in Amsterdam. Even waan je je in Advokaat van de hanen van AFTh van der Heijden, maar ook hier komt de aflopende sisser veel te snel.
En Aaf, hoe was het nu met Aaf, die in zo’n gezin moest groot worden, waarin voor iedereen aandacht was, behalve voor haar en haar broer. Hebben haar ouders dat niet gezien, dat zij hun kinderen onbedoeld en ongewild zoveel verdriet hebben gedaan. In hun geloofsijver, die de Heer betrof en vooral zijn noodlijdende schepsels, vergaten zijn hun kinderen. Dat is niet helemaal waar: vader leert Aaf zwemmen en moeder is lief voor hen, maar er écht zijn voor hun kinderen, nee. En moeder concludeert op het einde van het boek dat ze de opvoeding toch wel wat anders hadden kunnen aanpakken.

De keuze voor een eigen leven komt bij Aaf traag op gang, via een studie, een huis vol krakers, sport, een relatie.
Anke heeft ervoor gekozen het verhaal heel langzaam op te bouwen en het verhaal met een grote knal te laten eindigen. Een tijdlang neemt het zwemmen voor Aaf de plaats in van het geloof en het gezin; iets waarop zij zich met al haar energie kan richten. Iets waarvoor zijzelf gekozen heeft, totdat zij zich realiseert dat ook dat niet meer nodig is. Dat het voldoende is om gewoon Aaf te zijn, met een verleden in een gezin met een missionair geloof.

De zwemmen-metafoor is uitstekend uitgewerkt. Zwemmen is overleven; is kiezen voor een eigen leven; is afstand houden van al die mensen, afstand houden van dat geloof met zijn strenge regels. Maar ook het zwemmen is niet alles zaligmakend en bergt gevaren in zich: je kunt verdrinken; het is mogelijk dat je de overkant niet haalt en dat je gered moet worden. Water is ook bewustwording (bijv ook in Kate Chopin, De ontnuchtering). Water is ook bewustwording (bijv ook in Kate Chopin, De ontnuchtering).

De kaft van het boek is heel mooi en past bij het grote thema van het boek: zwemmen, je vrijheid tegemoet zwemmen.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Roosje de Vries

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.