Lezersrecensie
Twee jongens op een berg
Twee eenzame jongens treffen elkaar in de bergen van Grana, in de westelijke Italiaanse Alpen. Bruno woont daar met zijn zwijgzame moeder en zijn hardvochtige vader. Toch houd hij van de bergen; ze troosten hem. Pietro, de eigenlijke hoofdfiguur van dit verhaal, woont met zijn vader en moeder in Milaan. Zijn ouders komen uit de Dolomieten, in het oosten van Italië. Ze houden erg van bergwandelen.
Pietro’s moeder huurt ‘s zomers een huisje in Grana om weg te zijn uit de grote stad. Pietro’s vader is een fanatieke bergwandelaar. Alles gaat in een moordend tempo zo snel mogelijk naar de top. Alle toppen moeten eraan geloven: de naam van Pietro’s vader komt in de ‘Gipfelbücher’ te staan: I was here: Giovanni Guasti, maar dan in het Italiaans.
Pietro kan zijn vader niet volgen, hij krijgt al snel last van hoogteziekte.
Geheimen zijn er verborgen in de spelonken en schaduwen van die bergen. Er is iets gebeurd... Er staat iets te gebeuren...
De beide jongens zijn dikke vrienden en blijven dat hun hele leven. Bruno blijft op de berg wonen en Pietro zoekt zijn geluk aan de ander kant van de wereld.
Cognetti schrijft een beeldend verhaal van de vriendschap tussen twee jongens, maar ook hun onbegrip; over ouders en kinderen en hun wederzijdse zwijgen en een zelfde onbegrip. En ook over de bergen, die enerzijds schitterend zijn - er bestaat geen mooier landschap dan dat van de gletsjer op grote hoogte, waar de lucht indiogblauw is en waar nauwelijks een gerucht te horen is, en als je dat wel hoort, draagt het geluid kilometers ver -.
Maar anderzijds zijn die bergen dodelijk verradelijk: een al te naïef mens moet op zijn tellen letten, zeker wanneer de sneeuw als een veren dekbed de spitse toppen en harde rotsen in een schijn van zachtheid en gemoedelijkheid toedekt. Wees altijd op je hoede! In de bergen, in je leven, maar wees er ook voor elkaar.
Pietro’s moeder huurt ‘s zomers een huisje in Grana om weg te zijn uit de grote stad. Pietro’s vader is een fanatieke bergwandelaar. Alles gaat in een moordend tempo zo snel mogelijk naar de top. Alle toppen moeten eraan geloven: de naam van Pietro’s vader komt in de ‘Gipfelbücher’ te staan: I was here: Giovanni Guasti, maar dan in het Italiaans.
Pietro kan zijn vader niet volgen, hij krijgt al snel last van hoogteziekte.
Geheimen zijn er verborgen in de spelonken en schaduwen van die bergen. Er is iets gebeurd... Er staat iets te gebeuren...
De beide jongens zijn dikke vrienden en blijven dat hun hele leven. Bruno blijft op de berg wonen en Pietro zoekt zijn geluk aan de ander kant van de wereld.
Cognetti schrijft een beeldend verhaal van de vriendschap tussen twee jongens, maar ook hun onbegrip; over ouders en kinderen en hun wederzijdse zwijgen en een zelfde onbegrip. En ook over de bergen, die enerzijds schitterend zijn - er bestaat geen mooier landschap dan dat van de gletsjer op grote hoogte, waar de lucht indiogblauw is en waar nauwelijks een gerucht te horen is, en als je dat wel hoort, draagt het geluid kilometers ver -.
Maar anderzijds zijn die bergen dodelijk verradelijk: een al te naïef mens moet op zijn tellen letten, zeker wanneer de sneeuw als een veren dekbed de spitse toppen en harde rotsen in een schijn van zachtheid en gemoedelijkheid toedekt. Wees altijd op je hoede! In de bergen, in je leven, maar wees er ook voor elkaar.
2
Reageer op deze recensie