Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Zwaarmoedige IJslandse poëzie in een prozajas

Roosje de Vries 27 januari 2017
Drie generaties IJslandse gezinnen beschrijft Stefánsson. Nu ja, beschrijven is niet het juiste begrip. Deze roman gaat gekleed in de jas van de poëzie, en dan niet van die manhaftige epische heldendichten, waar ze er in IJsland plenty van hebben. Maar het is in tegendeel de lyrische poëzie die Stefánsson smeedt. Die gaat over gewone, hardwerkende IJslandse mensen in hun gevecht om het bestaan. Het letterlijke bestaan, het overdrachtelijke bestaan. Net als in lyriek wordt niet steeds alles direct duidelijk en blijft er feitelijk veel geheimzinnig en enigmatisch (dit is in feite en pleonasme, maar ik laat het toch maar staan, denk ik ;-)).
Het valt niet mee om in een land te leven waar het een half jaar vrijwel niet dag wordt; dat snap je, daar word je niet altijd vrolijk van. Dan drukt de donkere hemel zwaar op een mens, die soms wel en soms geen weet heeft van zijn onvervulde verlangens:
‘Vervolgens verstreken de dagen. / En ook de nachten. / Ik wijs daar zo speciaal op, en op het verschil ertussen, omdat de dagen en nachten totaal niet aan elkaar verwant zijn, elk heeft zijn eigen wereld en ze hebben bijna niets met elkaar gemeen.’ (p.150)

Het eerste deel van het boek is zo lyrisch en enigmatisch dat je als lezer naarstig op zoek gaat naar samenhang: wie is wie, wat is hun relatie, wat is er gebeurd, waarom zijn ze zo droefgeestig? Mijn geduld werd wel een beetje op de proef gesteld, maar die zwaarmoedige lyriek is tegelijk zó mooi. De tweede helft wordt het boek meer een verhaal en krijg je meer mogelijkheid die lyriek van samenhang te voorzien. Hoofdfiguren zijn Margret, Jacob en Ari, drie generaties.
Zij uiten zich niet makkelijk; ze hebben een creatieve kant waar ze maar moeilijk vat op krijgen. Het boek zweeft op en neer tussen de verschillende generaties, verschillende tijden, verschillende situaties, die anderzijds veel overeenkomsten hebben. Een kaleidoskoop aan gebeurtenissen en emoties; in een kaleidoskoop wordt een ordening van stukjes glas meervoudig gespiegeld, op een wijze dat er een schitterend samenhangend patroon ontstaat.

De kaleidoskopische en fragmentarische structuur van dit boek weerspiegelt het leven van drie generaties IJslanders, die overgeleverd zijn aan de natuurelementen, aan het leven dat labyrintisch dan weer voortmeandert dan weer aardschoksgewijs zijn tol eist. Waar leidt dat leven toe? Naar de dood. ‘De doden zijn egoïstisch, heet het in een Spaans gedicht, “het kan ze niet schelen of ze ons aan het huilen maken ... ze weigeren te lopen, wij zijn gedwongen ze op onze rug naar het kerkhof te dragen.” ‘ (p. 330). Op deze wijze wordt iets heel zwaarmoedigs ook humoristisch. Heel erg veel humor zit er trouwens niet in dit boek.

Thema’s zijn: liefde, het voorbijgaan van de liefde, overspel, (huiselijk) geweld, ziekte, ongeluk, dood, de natuurelementen, de zee, de gletsjer, stad, heide, lavaveld, het vissersleven, de liefde tussen moeder en kinderen en de moeilijkheden tussen vader en kinderen, vergankelijkheid, onvervuld en ongekend verlangen, de tijd. Maar aan de andere kant de verstrooiing van popliedjes en de poëzie van popliedjes, en de troost van schrijvers als Laxness (veel wordt er aan hem gerefereerd), Dante, Pessoa, Virginia Woolf, Stefan Zweig, Majakovski. Dat is veel!

Al overheerst ongetwijfeld de zwaarmoedigheid, er blijft hoop, er blijft liefde, er blijft vriendschap, er blijft de gebondenheid aan dat harde land, dat IJsland, het meest westelijke land van Europa. IJsland, de mythische wereld van helden, edele vechtersbazen, heksen, eigenzinnige karakters, dominees die aan de voet van gletsjers wonen, van duisternis en ijs.


Dit boek wordt vast geen publiekslieveling, daar is het te droefgeestig voor, maar vreemd genoeg word ik er niet somber van. Het is zó prachtig geschreven, en niet alleen prachtig, het is ook niet moeilijk je te verplaatsen in het donkere leven van die verre IJslanders.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Roosje de Vries