Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Onnavolgbaar

Roosje de Vries 16 november 2018
Het verhaal:

Dit is het levensverhaal van Humbert Humbert; zijn apologie, lijkt het wel. Naar eigen zeggen zit hij in de gevangenis in afwachting van zijn proces en van zijn dood, naar hij een beetje suggereert. Waarom hij in de cel zit, lees je pas aan het eind van het verhaal.
Zijn verhaal is het verhaal van een man die valt op meisjes die nog niet in hun vruchtbare jaren zijn, de tijd net voordat de menarche hen met ijselijke vaart voortsleurt naar het Rijk der Volwassen Vrouwen. Zijn eerste seksuele ervaring heeft hij met een meisje van zijn leeftijd in de vroege puberteit, Annabel Leigh. Beiden zijn zeer Europees. Helaas is er geen toekomst voor hen, hetgeen HH zijns ondanks
traumatiseert. Heeft zijn seksuele voorkeur voor meisjes, nimfijnen, - analoog aan serafijnen - te maken met het verlies van Annabel?
Hoe dan ook. HH zit een paar keer in een psychiatrische inrichting; de psychiater diagnostiseert hem als zijnde ‘in aanleg homoseksueel’ en ‘volledig impotent’ (1992: 44). Als lezer moet er nu een lampje gaan branden ergens in je hoofd: het kan zijn dat de dokter het bij het juiste eind heeft, het kan ook zijn dat hij compleet de plank misslaat; het kan zijn dat HH doet alsof hij Lo verkracht om zijn impotentie te verbloemen, het kan zijn dat hij de psychiater recht in zijn gezicht uitlacht. Op psychiaters heeft HH het niet zo; hij wijst erop dat er zenuwartsen zijn die gefortuneerde patiënten een behandeling geven, waarin hij hen deelgenoot laat worden van hun eigen verwekking (ironie). Een kort huwelijksleven met Valeria voldoet geenszins. Zij zijn snel gescheiden, dat wil zeggen zij loopt weg met een taxichauffeur zonder nek.

Hij gaat mee op een poolexpeditie, ongetwijfeld om af te koelen. Hoe dan ook, met een kleine erfenis op zak zoekt hij verpozing op het platteland en komt wonderlijkerwijs terecht in het dorpje Ramsgate in New England, waar hij ook weer via een gelukkige omweg kennis maakt met de weduwe Charlotte Haze, die een nimfijnse dochter heeft, Dolores, die HH Lolita noemt (allerlei grappen en gedoe om haar naam, in enig verband ook met ‘mater dolorosa’, Carmen, etc).
Een huwelijk ligt op de loer en HH hoeft niet veel moeite te doen zijn vrouw weer kwijt te raken. Daarna gaat hij met Lolita op reis, verkracht haar en zij hebben een verhouding, zijnde vader en dochter, tenminste zo brengt HH dat. Hij heeft niet helemaal goed in de gaten dat hij daardoor hun verhouding alleen maar schunniger maakt.

Lo moet dan toch weer een keer naar school. Dat wordt weer in New England, Beardsley (verwijzing naar? Aubrey Vincent Beardsley (Brighton (Engeland, 21 augustus 1872 – Menton (Frankrijk), 16 maart 1898) was een invloedrijk Engels illustrator en schrijver. Zijn werk wordt gerekend tot de stroming van de jugendstil of art nouveau.) Lo speelt in een schooltoneelstuk ’De betoverde jagers’ (denk aan Shakespeares Midsummernightsdream’; het leidmotief ‘de betoverde jagers’ speelt overal in deze roman een rol: iedere keer komen ze weer om de hoek kijken). Maar op een gegeven moment heeft Lo er helemaal geen zin meer in en wil ze met HH opnieuw op reis. Hun einddoel ligt heel zuidelijk. HH’s paranoia aangaande een ontvoerder van Lo wordt groter. Als dan het ergste toch gebeurt, wanneer zij in het ziekenhuis ligt en HH even afwezig is, vraag je je als lezer af: was het dan wel paranoia, als het echt gebeurt waar je zo verschrikkelijk bang voor was? En was het eigenlijk niet zo dat HH haar al een beetje zat was? Het feit dat zij lipstick gebruikt en inmiddels ook al menstrueert kan betekenen dat zij nimfijn af is. Vanzelfsprekend zet hij alle zeilen bij haar te vinden.

Het zijn lege jaren zonder Lo en ondanks een nieuwe vriendin, een low life van een zielige vrouw.
Nog eenmaal treft hij zijn Lo, als zij hem om geld vraagt. Hij achterhaalt haar adres, bemerkt dat zij zwanger is en getrouwd en zij niet meer met hem mee wil. Uit het voorwoord weet de opmerkzame lezer reeds hoe het Lo zal vergaan in haar huwelijkse en moederlijke staat.
Niets blijft HH over dan Lo’s ontvoerder op te sporen en met hem af te rekenen.


HH’s levensverhaal wordt voorafgegaan door een Voorwoord van ene Dr. John Ray jr. Daardoor weten we meteen hoe het HH en Dolores vergaan is, en hoef je als lezer het verhaal niet te lezen om het spannende verhaal; de afloop is direct bekend. Het manuscript is Ray overhandigd door een vriend, die de advocaat was van HH. Ray gaat even in op dit manuscript en op de ‘melaatsheid’ ervan (al zegt Ray dat HH ‘melaats’ is, p 9). HH is een geperverteerde en psychopathische engerd (mijn woorden, rdv), maar was hij op tijd naar een psychiater gegaan en was die arts in staat geweest hem te genezen, dan hadden we niet zo’n fraaie roman als Lolita bezeten. Wat een fijne paradox!

Ook vindt Ray dat de casus Lolita (mijn woorden rdv) in psychiatrische kringen klassiek zal worden, maar als kunstwerk overstijgt HH’s poging tot boetedoening.

Een nawoord sluit HH’s zielige leven af, of was het toch niet zo zielig, en dat is van de hand van Nabokov. Daarin verantwoordt de schrijver zich voor dit boek, en hoe je het misschien zou moeten lezen omdat veel kritiek, vooral van morele aard hem ten deel was gevallen. Nabokov houdt niet van romans met een morele les, of waar je iets uit zou kunnen leren, feiten of ideeënromans of zo. Ook vindt hij autobiografische romans of mensen die menen dat romans autobiografische gelezen zouden moeten/kunnen worden, van een minderwaardig allooi. Het komt er feitelijk op neer dat er maar één soort roman is voor Nabokov: die van het soort l’art pour l’art . De plezier van het schrijven, de plezier van het lezen, de taalspelletjes, de rare fratsen, maximale hilariteit, de allusies, de rijmpjes, de parodieën (allemaal mijn parafrase, rdv).

Ik laat nu even Nabokov zelf aan het woord:

‘Nadat ik me heb uitgegeven voor de beminnelijke John Ray, de persoon in Lolita die het voorwoord schrijft, wekt elke opmerking die rechtstreeks van mij komt mogelijk de indruk - ook bij mijzelf, overigens - dat ik me uitgeef voor Vladimir Nabokov die over zijn eigen boek praat.’ (ibid.: 375).

Is dat humor / ironie of niet?


Ironie

Deze roman barst uit zijn voegen van de ironie, de parodie, de woordspelletjes, hilarische momenten en situaties - of die in ieder geval uiterst hilarisch verteld worden -, allusies van allerlei aard, ook seksueel, verwijzingen naar auteurs uit de wereldliteratuur.
Ik moest echt wel vaak grinniken, terwijl ik het boek aan het lezen was.
Lees ook even het bovenstaande stuk waarmee Nabokov zijn nawoord begint. Je ziet dat de ironie en de dubbelzinnigheid eraf spat. Fictie is bij uitstek het medium om van alles mee uit te proberen. Het is niet alleen het medium om spannende verhalen te vertellen of ook het soort van verhalen dat mensen ontroert of juist verheft. Het is het medium om mee te spelen. Fictie is spelen met taal, zoals een schilder speelt met zijn doek en zijn verf.

Lolita is de eerste roman die Nabokov schreef in het Engels; zijn moedertaal was Russisch; hij had al veel geschreven in zijn eigen taal. Je kunt merken dat hij geen native speaker was. Ik geef een voorbeeld. Het meer waar hij van plan was Charlotte in te verdrinken: het our glass lake. Tenminste, zo denkt HH dat het heet en hij vraagt zich ook af waarom het zo heet. Hij komt erachter dat het Hour glass lake heet, het zandlopersmeer, naar zijn typische vorm. Our en hour klinken hetzelfde. Het Engels zit vol met zulke homofonen (Nlds bijv: steil - stijl), nog meer dan in het Nederlands, zeg ik op de bonnefooi. Voor iemand die een taal leert vallen zulke kwesties direct op. Voor de native speaker is het gesneden koek en die snapt niet eens waar iemand zich druk over maakt of waar hij zich vrolijk over maakt. Dit soort grapjes zitten er veel in dit boek. ook het gegoochel met namen van kinderen en mensen en plaatsen.
Het soort van overdreven chique taalgebruik, veelal in erotische zaken, die dan enerzijds de boel toedekt met de mantel van de verheven taal, maar anderzijds de platvloersheid ervan benadrukt.
Voorbeeld: ‘We mogen niet vergeten dat een pistool het freudiaanse symbool is van het midden-voorledemaat van de Ur-vader.’ (ibid.: 263)

Met dat pistool is nog iets aan de hand, een allusie. Ik noem het altijd ‘het pistool van Tsjechov’. Als er in het begin van een stuk van de toneelschrijver een pistool te zien was, ergens, niet zo opvallend, dan kon je donder op zeggen dat dat gebruikt ging worden en er waarschijnlijk doden gingen vallen. Dat is doet Nabokov hier ook. Een beetje lezer, op de hoogte van zijn literatuur, weet dat Nabokov hier op Tsjechov duidt, maar hij doet er wel zijn eigen ding mee: bij Nabokov wordt dat pistool een freudiaans symbool van letterlijke mannelijkheid, de penis dus. En dat terwijl we als lezer het vermoeden hebben dat HH niet helemaal potent is, vermoedelijk zelfs redelijk impotent, ondanks de verkrachtingsverhalen die hij Lo laat vertellen, die best wel eens niet waar kunnen zijn. Denk aan het rapport van de psychiater in het begin van de roman. Die Betoverde Jager zou best eens HH zelf kunnen zijn, ‘betoverd’ in de zin van ‘impotent’. En ook terwijl we hadden kunnen weten dat Nabokov een gruwelijke hekel heeft aan freudiaans gegoochel. Zo kun je in één zin heel veel zaken tegelijk lezen. Het knappe van Nabokov is dat hij dat zó doet dat de lezer in staat is hem te volgen in zijn hilarische hersenspinsels.


Moreel aspect

De reden waarom ik vroeger dit boek heb weggelegd was dat ik geen verhaal wilde lezen van een pedoseksueel. Echter, Nabokov schrijft geen verhaal van een pedo die een meisje verkracht. Nabokov schrijft een verhaal dat complete fictie is, zoals hij zelf in het nawoord aangeeft. Ik ga nog een stapje verder: deze roman is een roman over het schrijven van een roman: meta-niveau. Zogenaamd is het het levensverhaal van HH, een apologie, een zichzelf vrijpleiten en een soort van boetedoening, een beetje dan. Maar feitelijk schrijft HH tijdens ons lezen van Lolita de roman Lolita. Wij lezen mee met zijn schrijfproces. Niets van dit verhaal heeft te maken met de ‘werkelijkheid’ buiten de roman. Het gaat niet over een pedo, het gaat niet om een griezel, het gaat om een hoofdpersoon die zelf ook totale fictie is: het meest onbetrouwbare personage dat er is. Niet voor niets suggereerde ik al in het begin van mijn lezen dat dit boek leek op de film The Usual Suspects. Het is niet helemaal precies zo maar toch wel een beetje.

Het gaat in deze roman over de talige werkelijkheid, die van de roman in zijn algemeenheid: roman = fictie; en om het ontstaan van de roman Lolita in het bijzonder.

Het is een Amerikaans-puriteinse kwestie romans en romanpersonages direct te linken aan vooral amoraliteit en perversie (en atheïsme, ik praat Nabokov een beetje na). Daarom kon dit boek ook niet in Amerika verschijnen; de eerste druk verscheen bij een Franse uitgever.
Tegelijk proef je de hypocrisie. Een roman over deze seksuele kwestie, die niet eens een seksuele kwestie is, mag niet, maar een jong meisje mag wel lippenstift op en tennissen in een kort broekje. Daar nemen de meeste Amerikanen geen aanstoot aan: een meisje dat zich verkleedt als een erotisch wezen. Je zou het nog een stukje verder kunnen oprekken: door die erotiserende gewoonte (jong meisje, lippenstift, kort broekje) maakt een samenleving het pedoseksuelen wel erg makkelijk. Evenals de moeder van dat meisje; gelukkig is Lolita een meisje dat zich niet op de kop laat zitten.


4. Persoonlijke leeservaring en wat anderen er niet zo prettig aan zouden kunnen vinden, aan Lolita van Nabokov

Dit ‘morele’ aspect en het spelen en vrij associëren met en van taal en literatuur maken dat dit boek niet voor elke lezer geschikt is. Ook het verhaal dat geen fijn en sympathiek verhaal is, kan makkelijk tegen gaan staan. Als je geen ‘goed verstaander’ bent (en dat is helemaal niet erg :-)) van Nabokov vind je er gewoon niets aan. Dat is zeer begrijpelijk.
Ik heb de laatste maanden de neiging wat ‘moeilijkere’ boeken te lezen, die ik dan ook nog eens onder en vergrootglas leg. Moeilijk, in de zin van anders dan veel romans; in de zin van ingewikkelde structuur (verdubbelingen zoals bij Anna Blamans Eenzaam avontuur), of verschillende what-if-plots naast elkaar in Philip Roths Het contraleven; dit boek is m.i. ook een roman die gaat over het schrijven van een roman; wat kan een schrijver allemaal in het werk stellen een roman te componeren); in de zin van een ingewikkelde puzzel van motieven, spel met de werkelijkheid (Thomas Rosenboom, Publieke werken; T.S Eliot, The Waste Land).
Ook Lolita van Nabokov is geen makkelijk boek. De onsympathieke hoofdpersoon staat een mens al te makkelijk tegen. Het verhaal van een onbetrouwbaar personage dat je steeds op het verkeerde been zet, kan je als lezer ook best een beetje zwaar op de maag vallen. En dan al die toespelingen op de wereldliteratuur, het voortdurende spel met taal. Ik kan in ieder geval niet meer dan 20 bladzijdes Lolita in een keer aan. Maar wat heb ik ervan genoten, van zijn taalpuzzel en talige streken. Een boek om talloze malen te herlezen, of stukjes eruit. Mijn aantekenschrift staat vol pijltjes en tussen haakjes van de verwijzingen en zaken die ik toch even moest opzoeken op internet. Wie was Abélard ook al weer? Ook maak ik associaties die Nabokov zelf niet gemaakt kan hebben, zijn blauwe hotel, ‘blue hotel’ riep stante pede het liedje van Chris Isak bij me op. Nabokov zet je aan tot het maken van je eigen associaties en synesthesie (daar vertelt Tea vast meer over: ‘go ahead, Tea!’)

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Roosje de Vries

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.