Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Spoken bestaan niet, leeuwen en beren wel

shirley pellikaan 16 oktober 2019
Rick Meijer wilde graag een boek schrijven voor jonge kinderen. Ik ben écht niet bang is een kleurrijk en spannend educatief prentenboek geworden, waarin kinderen leren omdenken, je niet te laten leiden door je angst, maar vooral je hart te volgen.

Flaptekst: Lana ziet het spookhuis dichterbij komen. Nog maar een paar stappen tot...Opeens wordt alles donker. Wat gebeurt er allemaal? En waar komen haar klasgenoten Jasmijn en Saar plotseling vandaan? Langzaam kruipt het kippenvel over Lana's armen heen. Dan gaan de deuren open.... Durf jij mee het spookhuis in? Maar pas op! Niets is wat het lijkt, als je door Lana's ogen kijkt.

Kinderen worden net als dieren van nature met angst geboren. Immers wat staat ze te wachten in de grote nieuwe wereld bij iedere stap die ze zullen zetten? Hoewel het niet erg is om af en toe een keertje bang te zijn, is het wel fijn als dat ook gerelativeerd kan worden. Kinderen moeten daar in nog groeien. Aan ouders de taak om een veilige omgeving te creëren vanaf hun geboorte en ze te laten zien dat het geen enge grote boze wereld is waar ze in terecht zijn gekomen. In 'Ik ben écht niet bang' schetst een beeld van een spookhuis, een bekend fenomeen van oudsher, waar angst vaak mee gevoerd wordt. Een kind wat bang is ziet immers ‘overal spoken’. Groot of klein.

In Ik ben écht niet bang laat Rick zien dat je kinderen kunt leren omdenken.
Zie jij een eng dier voor je staan? Maak er dan in je hoofd een ander dier van wat jij wel leuk vindt. Oftewel, maak van een mug in dit geval geen olifant, maar andersom. Zo creëert de auteur op iedere bladzijde een beeld waarbij de kinderen uitgedaagd worden om hun eventuele angst die ze op dat moment bij de illustraties ervaren, om te zetten in iets positiefs. Ook voor ouders kan het boek tijdens en na het lezen een handreiking zijn om te praten met hun kinderen over wat zij nu eng vinden in hun dagelijkse omgeving en samen eens te kijken naar een oplossing.

Ik las het boek natuurlijk met een aantal kids, in dit geval de kids van een collega op het werk. Laurens (6 jr) en Jochem (9 jr). Laurens zei heel stoer dat hij nergens bang voor was, maar daarop begon Jochem een discussie met hem, want sliep Laurens immers niet altijd met het licht aan, zodat de monsters weg bleven? Daarop besloot ik om ze mee te nemen naar de stal, die ze heel goed kennen, maar waar talloze spinnenwebben hangen en veel donkere schaduwen zijn, genoeg om hun fantasie op los te laten. We wandelden zo samen bijna letterlijk het spookhuis in van ‘Ik ben écht niet bang’. Languit liggend op een paar houten kisten, las Jochem aan Laurens voor. Telkens werd er even gestopt, en bij ieder plaatje probeerden we wie de meeste dingen kon verzinnen om de enge situatie om te draaien naar iets vrolijks. Ze wisten meer dan ik. De vleermuis vond Jochem het leukst. Dat werd een libelle, of een kraai, maar ook een roofvogel en een vampier ( of dat laatste nu zo omdenken was om je angsten te verminderen, weet ik niet haha). Laurens vond de beer het mooist, hij heeft zelf een hele lieve Teddy. Na het lezen deed ik het licht uit in de stal en liepen we in het bijna donker terug, overgeleverd aan het spaarzame licht van de ramen, door de gang. Daarmee werd hun fantasie nog even verder geprikkeld en al lopend kwamen we nog een krokodil op de muur tegen (een leguaan), een haai (een tovervis) en een grote roodwangschildpad (lieveheersbeestje). Ik denk dat ze het boek inmiddels begrepen hadden.

Ik ben écht niet bang is een boek met verhaal op rijm. Kinderen vinden het hierdoor ook leuk om hardop te lezen, om te horen dat de tekst echt rijmt en nodigt uit tot herhalen. Leest prettig en van alle kleuren wordt je toch echt wel vrolijk ondanks dat het spannend is. De blad gevulde, enorm kleurrijke illustraties van Esther Malaparte, zorgen daarbij voor een bijzonder geheel. Leeftijd circa 4 tot 8 jaar.

In dit boek wandelen kinderen door het spookhuis, het is spannend, maar niet te eng, en aan het einde wil ieder kind zeker nog een keer terug.

Rick Meijer schreef met Ik ben écht niet bang zijn eerste prentenboek. Eerder werd hij al bekend met Breekpunt (2017), een sportief verhaal voor de jeugd over tennis en samen met Gerard van Gemert schreef hij het voetbalverhaal FC de Madonna’s-Onderschept (2017). Ondertussen schrijft Rick aan een nieuw jeugdboek.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van shirley pellikaan