Welke waarheid

Masser Brock, journalist werkt als columnist bij de krant De Nieuwe Tijd, hij zegt van zichzelf dat hij een observator is en geen deelnemer. Hij is tevreden met zijn baan, zijn vaste gewoontes totdat er sprake is van de terroristische aanval in Pantsjagan waarbij vier militairen omkomen nadat ze op een bermbom zijn gereden en daarna doodgeschoten . Er is één overlevende. Er wordt een staatsbegrafenis georganiseerd waar de koning aanwezig is en dan blijkt dat het toch anders zit dan eerder aangenomen.

Masser werkt als journalist met de “gelaagde waarheden

” Dat wil zeggen, dat er onder de waarheid nog een waarheid ligt en daaronder nog ééntje. “Een waarheid, die zo helder is en zo voorzien van van argumenten en onderbouwingen, dat wij allemaal moeten toegeven: dat is de absolute waarheid, daar kan niemand meer omheen!”

In de praktijk ontdekt hij dat dé absolute waarheid misschien wel bestaat maar niet altijd de beste waarheid is en dat is iets waar Masser steeds meer achterkomt, tegen zijn wil.

Hij komt het tegen als hij een journalistiek onderwerp als: drugs in Urk, gaat onderzoeken, hij krijgt een verhaal en als hij verder wil in het onderzoeken naar de waarheid, maakt hij een bepalende keuze: wel of niet de volledige waarheid? Hij krijg een prijs voor de reportage en maakt er naam mee.

Dan blijkt de krant jaren geïnfiltreerd te zijn door de Geheime Diensten wat aan de oud- hoofdredacteur is verteld door een bron en hij vraagt Masser en oud-journaliste Bonna Glenewinkel om op onderzoek uit te gaan om een grote klapper te maken. Masser en Bonna komen erachter hoe het zit en maken het item wat desastreuze gevolgen heeft, waar Masser zich moeilijk overheen kan zetten. En zich weer afvraagt: wat is het waard, de waarheid, is in een enkel geval een halve waarheid niet voldoende?

HIJ komt er achter hoe de “terroristische aanval' precies in elkaar zit en het liefst wil hij die onderzoeken maar dan treft hij iemand die er bij aanwezig is geweest waardoor de waarheid grote gevolgen zoukunnen hebben. Hij besluit er niet mee verder te gaan. Door allerlei omstandigheden besluit hij er samen met Bonna toch in te stappen en komt hij voor een dilemma te staan. En weer komt de vraag boven: hele of halve waarheid en wat zijn de consequenties voor welke keuze dan ook?

De lezer wordt regelmatig op de hoogte gehouden van de dialoog die Masser met zichzelf houdt, hoe meer hij twijfelt over wat hij doet hoe meer hij in gesprek gaat met zichzelf, zodoende leer je de persoon Masser steeds beter kennen.

Er zijn meerdere; wat trage verhaallijnen over het verleden van Masser, zijn zus Mia: die de spindoctor van de premier wordt, hun ouders en over het ontstaan van de krant: De Nieuwe Tijd. Pas zo rond bladzijde 80 komt het verhaal in een stroomversnelling. Zo'n stroomversnelling dat er nauwelijks tijd is om aan te geven dat de tijd verstrijkt. Ineens is het maanden later iets wat nauwelijks wordt aangegeven, dat komt wat verwarrend over.
Al die beschrijvingen hebben wel een doel en daar kom je al lezende achter en dan blijkt het het ook functioneel te zijn.
In het plot komen alle verhaallijnen bij elkaar en dat is prachtig aan elkaar geknoopt.

Er worden veel personen opgevoerd en lijkt het soms een warboel te worden en is het goed opletten wie wie is en welke rol hij/zij speelt in het verhaal. De auteur maakt regelmatig een grapje over zijn vorige boek: Ventoux.

Heel goed vind ik de beschrijving over de dilemma's waar Masser mee te maken krijgt, hoe hij als observator gedwongen wordt deelnemer te worden en waarin zijn gemis aan zelfvertrouwen hem parten speelt. Het verhaal is heel actueel en ook wat angstig: “Wat moeten we geloven van wat er in de ( sociale) media gezegd en geschreven wordt en hoe komen we erachter wat de waarheid is en welke waarheid is het dan?”

Na de dood van Jimi( zijn broer) leert Masser dat hij de werkelijkheid kan buigen zo goed en zo kwaad als het gaat tot ermee valt te leven.