Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Hedendaagse Uilenspiegels

6858vogel 24 september 2018 Auteur
"Kwelgeest" (2008) wordt op de kaft een ‘roman’ genoemd. Wie het duo Kisling en Verhuyck kent, weet dat onder die aanduiding een bijzondere soort literaire thriller schuilgaat. Bijzonder, omdat hun thrillers – "Het leugenverhaal" (2007), "De duim van Alva" (2010) en "Zwarte kant" (2012) – niet leven van angstaanjagende achtervolgingen, tijdsdruk en sensationele showdowns. Kenmerkend voor de twee is een sobere, geestige vertelstijl en korte hoofdstukken die qua tijdsverloop niet strak op elkaar aansluiten. Daardoor ontstaat een losse aaneenrijging van de gebeurtenissen, mede omdat de hoofdstukken vanuit verschillende personages worden verteld.
De roman "Kwelgeest" draait om de oudste bekende druk van Uilenspiegel-verhalen, die in het bezit is van de Duitse onderzoeker Waldemar Isfeld. Tot groot verdriet van de Leidse Uilenspiegel-specialist Job Deerlijk weigert Isfeld al jaren om deze druk uit te geven, waardoor Deerlijks eigen onderzoek vastzit. Deerlijk lijdt er ook onder dat hij al drie jaar solliciteert op de vacante leerstoel van zijn vakgroep Westerse Antropologie. Professor Max Cobbe, die de andere leerstoel van de vakgroep bekleedt, negeert Deerlijk hardnekkig, hoewel diens colleges en publicatielijst dik in orde zijn. De situatie spitst zich toe als de commissie-Cobbe na drie jaar juist Waldemar Isfeld wil benoemen. Job Deerlijk dreigt dat hij Isfeld in dat geval eigenhandig zal vermoorden. ‘Op ambachtelijke wijze.’ (p. 91)
Hierdoorheen speelt de geschiedenis van de mooie student Margot van Dalsum, die bij de vakgroep aan haar scriptie werkt. Onverwachts verdwijnt ze spoorloos, waarna de politie een onderzoek start. Deze en andere, kleinere gebeurtenissen worden knap met elkaar verweven. In dat weefsel zitten tevens kleurige draden cultuur. Van Leidens Ontzet, het koningshuis en de geschiedenis van het tennisracket tot Ouroboros, de slang die in zijn eigen staart bijt en zo een eeuwige cirkel vormt. Alle gebeurtenissen worden op een schijnbaar achteloze en onspectaculaire manier gepresenteerd, totdat ze uitmonden in een reeks onverwachtse ontknopingen.
Het verhaal speelt zich in en om Leiden af. De stad wordt gedetailleerd geschilderd en ook de universiteitsgebouwen van het Witte Singel Doelen-complex, waar de – niet-bestaande – vakgroep Westerse Antropologie zich bevindt, zijn zeer herkenbaar. Kisling en Verhuyck zijn dan ook goed thuis in het academische wereldje van Leiden. Verhuyck was er universitair hoofddocent oudere Franse en Occitaanse literatuur, Kisling literair vertaler uit het Frans en Engels. Ook het aan Leiden vastgegroeide dorp Oegstgeest is herkenbaar: het is omgevormd tot het fictieve dorp Kwelgeest. Net als in Oegstgeest bevinden zich daar één van de oudste tennisverenigingen van het land, genaamd Providentia, en een psychiatrische inrichting.
Een sterk punt van "Kwelgeest" is dat het niet alleen een verrassende plot heeft, maar ook een oud en beroemd stuk literatuur in de schijnwerpers zet. De Uilenspiegel-verhalen zijn tot op heden een bron voor jeugdboeken, anecdotes en romans. Denk alleen maar aan de roman "Tijl" (2017) van de Duitse schrijver Daniel Kehlmann. Als lezer leer je de Uilenspiegel-verhalen zelf ook kennen, doordat Kisling en Verhuyck dertien stuks ervan cursief gedrukt tussen de hoofdstukken hebben geplaatst. De auteurs schetsen eveneens op aanstekelijke wijze hoe literatuur- en cultuurwetenschappers speurwerk verrichten. Uitgerekend op een oud tennisracket van Providentia doet Job Deerlijk de grootste vondst van zijn leven.
De titel "Kwelgeest" bevat veel lagen. Hij verwijst niet alleen naar het dorp Kwelgeest, waar cruciale voorvallen plaatsvinden, maar ook naar de spotter en treiteraar Tijl Uilenspiegel. Andere kwelgeesten zijn Max Cobbe en Waldemar Isfeld, omdat ze de hoofdpersoon Job dwarszitten. Daarnaast zijn er twee gekwelde geesten in het boek. De eerste is Job, omdat hij in stressperiodes zwaar depressief wordt en dan in de inrichting Kwelgeest tot rust moet komen. De tweede is Pharaïldis. Zij is ooit haar babyzoontje verloren en zit permanent in de inrichting. Pharaïldis leeft in de ontkenning en gelooft dat Job haar volwassen geworden zoon is; daarom waakt ze over hem. Dat heeft onverwachtse gevolgen die wel aan de lezers worden onthuld, maar voor de hoofdpersonen verborgen blijven.
Een minder sterk punt van de roman is dat sommige personages wel erg vet aangezet zijn, vooral Max Cobbe. Cobbe is het prototype van de egocentrische, weinig begaafde hoogleraar. Hij kan niet tegen zijn verlies en hij leidt de vakgroep zo slecht dat die bijna ondergaat. Job mijmert op de fiets dat Cobbe niet van oude dingen houdt zolang die ‘niet meteen in geld of prestige waren om te zetten.’ (p. 86)
Je zou echter ter verdediging kunnen stellen dat Kisling en Verhuyck zelf ook ‘kwelgeesten’ zijn. In één van de dertien Uilenspiegel-verhalen bijvoorbeeld neemt Tijl de geleerden van de Praagse universiteit bij de neus. Op een vergelijkbare wijze drijven beide auteurs de spot met een bepaald type wetenschapper. Als hedendaagse Uilenspiegels.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van 6858vogel

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.