Lezersrecensie
Opmerkelijk lijden
In de wereld van kanker is het flink zoeken naar literatuur die wat
wegblijft bij de vanzelfsprekende sentimentaliteit. Persoonlijke
verhalen zijn meestal zo aangrijpend dat auteur en lezer niet
ontkomen aan de emotionele achtbaan die het onderwerp nu eenmaal
beschrijft en oproept. Onder het label 'young adult' brengt John
Green met Een weeffout in onze sterren daar enigszins
verandering in. Hij voert de 16-jarige Hazel op die – met
schildklierkanker en longtumoren – nog maar net overeind wordt
gehouden door een stabiliserend geneesmiddel. Hazel wordt verliefd
op Gus, die met botkanker-in-remissie en een geamputeerd been de
draad weer heeft opgepakt. Hun ontluikende puberliefde ontvouwt
zich in een omgeving van pijn, onzekerheid en tegenslag, maar Green
voorziet zijn personages van een aanstekelijke nuchterheid waardoor
er een wonderlijke sluier van ironie en zelfs cynisme over het hele
drama hangt. De frisheid van deze benadering laat mooi zien hoe de
jonge mensen met open vizier de eindigheid van hun korte leven het
hoofd proberen te bieden.
Wat Green vooral aan de oppervlakte weet te brengen is de verrassende kracht die bezit neemt van een terminale kankerpatiënt. Het onverzettelijk dóórleven met het eindpunt bijna letterlijk voor ogen zorgt voor een directheid in dialoog en gedachten die haast doet vermoeden dat het niet de zieken zijn die het onderspit gaan delven. Dit in tegenstelling tot de achterblijvers, de treurenden, die al ver voor de uiteindelijke val van het zwaard in een netwerk van verdriet en gemis zijn verknoopt. Hazel en Gus gebruiken hun gedeelde 'Wensstichting' en de vele 'kankervoordeeltjes' om naar Amsterdam te reizen voor een ontmoeting met een door hen bewonderde schrijver. Deze lijn begint veelbelovend – de schrijver blijkt een zeer openhartige en onhandelbare alcoholist te zijn – maar wordt door Green verkwanseld door hem aan het einde van het boek toch mee te sleuren in het onvermijdelijke tranendal. Want ja, er moet natuurlijk doodgegaan worden in deze roman.
De onmiskenbare kwaliteit van Een weeffout in onze sterren, inmiddels mede door de speelfilm tot cultstatus verheven, draait vooral om de ongeveinsde omgang van twee pubers met de dood en hun streven om 'opgemerkt te worden door het universum'. En er is natuurlijk de aanraakbaarheid van populaire literatuur. Dus hup, naar Amsterdam, op zoek naar dat bankje aan de gracht (selfie 1) en even zoenen met je lief in het Anne Frank Huis (selfie 2). Ook goed voor older adults.
Wat Green vooral aan de oppervlakte weet te brengen is de verrassende kracht die bezit neemt van een terminale kankerpatiënt. Het onverzettelijk dóórleven met het eindpunt bijna letterlijk voor ogen zorgt voor een directheid in dialoog en gedachten die haast doet vermoeden dat het niet de zieken zijn die het onderspit gaan delven. Dit in tegenstelling tot de achterblijvers, de treurenden, die al ver voor de uiteindelijke val van het zwaard in een netwerk van verdriet en gemis zijn verknoopt. Hazel en Gus gebruiken hun gedeelde 'Wensstichting' en de vele 'kankervoordeeltjes' om naar Amsterdam te reizen voor een ontmoeting met een door hen bewonderde schrijver. Deze lijn begint veelbelovend – de schrijver blijkt een zeer openhartige en onhandelbare alcoholist te zijn – maar wordt door Green verkwanseld door hem aan het einde van het boek toch mee te sleuren in het onvermijdelijke tranendal. Want ja, er moet natuurlijk doodgegaan worden in deze roman.
De onmiskenbare kwaliteit van Een weeffout in onze sterren, inmiddels mede door de speelfilm tot cultstatus verheven, draait vooral om de ongeveinsde omgang van twee pubers met de dood en hun streven om 'opgemerkt te worden door het universum'. En er is natuurlijk de aanraakbaarheid van populaire literatuur. Dus hup, naar Amsterdam, op zoek naar dat bankje aan de gracht (selfie 1) en even zoenen met je lief in het Anne Frank Huis (selfie 2). Ook goed voor older adults.
1
Reageer op deze recensie