Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

'Duisternis is een meester uit Duitsland'

André van Dijk 26 september 2014
De New York Times benoemde Martin Amis ooit tot 'Master of Unpleasantness': er is geen schrijver die literatuur zo weet te kneden dat de grootste onaangenaamheden in weergaloze fictie worden omgezet. Boven aan deze pagina staan vijf sterren, dat zouden er eigenlijk vijfenhalf moeten zijn. Of zes.

Het interessegebied speelt zich grotendeels af in een nazivernietigingskamp zoals Auschwitz, waarmee Amis al eerder van zich deed spreken. In zijn roman Times Arrow (1991) beschreef hij het leven van een nazidokter in een omgekeerd tijdsverloop waardoor de uit de dood opgestane hoofdpersoon verder leeft naar zijn toekomstige geboorte toe. Tijdens deze extreem doorgevoerde inversie worden zijn slachtoffers van medische experimenten massaal genezen. De verbrandingsovens produceren honderdduizenden joden die – 'nog altijd zwak en ziek' – per trein worden teruggevoerd naar hun plaats van herkomst.

De omkeertruc die Amis toepaste, zorgde voor een keiharde en zeer ontregelende confrontatie met de zwartste periode uit de wereldgeschiedenis. Toch was het een truc die, hoewel alom geprezen, ook gezien werd als literaire kunstgreep.

Grote onbehaaglijkheid
Dat is niet aan de orde in zijn nieuwe boek Het interessegebied. Martin Amis kruipt zonder omwegen in het hoofd van drie personages die in het kamp een leidende rol spelen. Allereerst in dat van SS-officier Angelus 'Golo' Thomsen, een gemotiveerde dienstklopper die zich vooral als frivole rokkenjager doet gelden. Zijn chef, kampcommandant Paul Doll, is de brute, nietsontziende misdadiger. Diens onberekenbaarheid maakt het geweld voelbaar in alle facetten van dit boek. Als derde wordt de jood Szmulek Zacheriasz 'Szmul' opgevoerd, het tragische hoofd van een Sonderkommando: joodse gevangenen die door hun beulen worden ingezet voor het meest gruwelijke 'opruimwerk'. Met hun eigen dood nog even uitgesteld.

Door dit driemanschap in afzonderlijke hoofdstukken aan het woord te laten over hun wederwaardigheden in het kamp, creëert Amis een op scherp staande fragmentatiebom waarmee hij de lezer genadeloos bij de keel grijpt. Golo Thomsen is verliefd op Hannah Doll, de vrouw van de kampcommandant. Een liefde die begint als de geile opwinding van een womaniser maar gaandeweg verandert in een oprecht, maar onbeantwoord, verlangen. Hier pleegt Martin Amis zijn eerste aanslag: op deze plek een romantisch gevoel laten ontstaan dat neigt naar zuivere liefde is een ongerijmdheid die in grote onbehaaglijkheid omslaat.

Hel van de waanzin
De tweede confrontatie ontstaat als we meegenomen worden in de zielenroerselen van kampcommandant Doll. Deze problematische manager is niet zozeer overtuigd nazi als wel een carrièreman, vooral bang voor zijn eigen falen in het systeem. Hij wantrouwt zijn vrouw, heeft een verdachte relatie met zijn dochters en staat onder grote druk door één, telkens terugkerend probleem: hoe de constante stroom van transporten met joodse 'evacués' in ordelijke banen te leiden. De Stücke, zoals mensen hier genoemd worden, moeten zo kalm mogelijk de trein verlaten en na de 'selectie' zonder paniek naar de doucheruimte gevoerd worden. In deze maskerade spelen de Sonders onder leiding van Szmul een grote rol.

Het is hier dat Amis de hel van de waanzin opent. Hij gebruikt de gedachten van Doll, zijn beestachtige manipulaties en vooral zijn taal – nicht? – om zo dicht mogelijk bij de kern van ontmenselijking te komen. Dat lukt hem uitstekend, vooral door de inzet van satire en scenes die niet zouden misstaan in een middelmatige komedie. Hij kan alle wreedheden van Doll laten zien, hij kan ze zelfs door hem laten benoemen, maar verklaren kan hij ze niet. Martin Amis leidt ons regelrecht naar het brandpunt van de hedendaagse queeste: de Warum-Frage.

Sonderkommandoführer
Vrijwel murw gebeukt krijgen we, als derde, het innerlijk van Sonderkommandoführer Szmul te zien. Hier is de absolute bodem van het menszijn bereikt: Szmul weet zijn leven een fractie te rekken door zijn medeslachtoffers en volksgenoten probleemloos naar hun einde te begeleiden. En naderhand de stoffelijke resten te doen verdwijnen. Szmul kijkt niemand meer in de ogen om te vermijden dat hij zichzelf ziet. Op meesterlijke wijze geeft Amis juist deze Szmul een dosis menselijkheid mee: de man die geen enkele drang heeft om te blijven leven – 'op deze plek waar sneeuw eruitziet als de stront van engelen' – blijkt nog het meest begaan te zijn met de waarde ervan:

Er is een tijd geweest dat ik het grootste ontzag had voor nachtmerries – voor de intelligentie en artisticiteit ervan. Inmiddels vind ik nachtmerries waardeloos. Ze zijn volstrekt niet in staat om iets te verzinnen dat in de verste verte zo gruwelijk is als wat ik de hele dag doe – en ze proberen het ook niet eens meer. Nu droom ik alleen maar over eten en schoon zijn.

Duistere binnenkant
Alle bloedstollende beelden en beschrijvingen van concentratiekampen ten spijt, het blijven registraties van politici, historici en de handvol nog levende ooggetuigen. Het is de buitenkant van een barbaars systeem, zichtbaar gemaakt in tekst en beeld, die voldoende indruk maakt om de mensheid voor altijd te verafschuwen. Amis legt zich niet neer bij die buitenkant; hij gebruikt zijn eigen middelen om op zoek te gaan naar de binnenkant, naar de diepe duisternis die mogelijk een licht werpt op de eeuwig smeulende vraag: 'waarom?'. Die binnenkant weet hij vol bravoure te bespelen met zijn zinderende taal, maar antwoorden vindt hij niet. Net zomin als Edgar Hilsenrath deed in zijn zowel tragische als hilarische De nazi en de kapper (1971) of Jonathan Littell met het omvangrijke De welwillenden (2006).

Door zijn onbegrensde verbeelding weet Martin Amis – op de tast – tastbaar te maken wat onmogelijk door historische feiten aan de oppervlakte gebracht kan worden. Het interessegebied geeft een opwindende, verrijkende en vooral huiveringwekkende blik. Zelden is het belang van literaire fictie zo overtuigend bewezen als met deze fenomenale roman.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van André van Dijk