Lezersrecensie
Een klassieke fantasy-tragedie
(Deze recensie verscheen eerder in Elf Fantasy Magazine)
Er zijn vele boeken geschreven binnen de fantasy, maar slechts enkele zijn echt gezichtsbepalend geweest. Robert E. Howards verhalen over Conan de Barbaar, die decadente koninkrijken vertrapte onder zijn sandalen, zijn een bekend voorbeeld. Michael Moorcocks serie over Elric is een ander, hoewel beide helden volstrekt tegengesteld zijn. Elric is namelijk keizer van een decadent koninkrijk, Melniboné, een staat in verval die droomt van vervlogen grandeur. En veeleer dan zijn tegenstanders vertrappen houdt Elric zich bezig met lezen en filosoferen: als zwakke albino is hij weinig geschikt voor de strijd. Zijn pacifistische instelling wekt veel onbegrip bij de Melnibonéanen, in het bijzonder bij zijn neef, prins Yrrkoon. Yrrkoon zou Melniboné graag weer in zijn oude glorie herstellen – en de eerste stap is het uit de weg ruimen van Elric. Wanneer Yrrkoon na een mislukte aanslag echter prinses Cymoril ontvoert, zijn zus en Elrics nicht en geliefde, ziet Elric zich gedwongen achter hem aan te gaan. Om zich te wreken moet Elric een beroep doen op de Heren van Chaos, demonische bondgenoten van zijn familie, maar alles kent een prijs...
Elric is terecht een klassieker geworden. Elric zelf is een sterk karakter, een klassieke anti-held die worstelt met vraagstukken van macht en genade en zijn plichten als keizer en als mens. Het verhaal zelf is een tragedie in de stijl van de Noorse saga’s: Elric is een verdoemde keizer van een rijk op de rand van de ondergang. Klassieke tragedies zijn niet zo gebruikelijk binnen de fantasy, maar dit boek bewijst dat het kan, al krijgt het soms melodramatische trekjes. Gelukkig is de schrijver zich hiervan bewust als hij een ander personage laat opmerken: “Je bent een sombere metgezel, vriend Elric. Zijn al je gedachten zo hopeloos?”
Elric is meer dan dertig jaar geleden geschreven en dat is te zien aan het taalgebruik, mede doordat de schrijver bewust gedragen schrijft waardoor het soms potsierlijk overkomt. De vertaling is prima. Het boek zelf heeft een handzaam formaat, anders dan veel hedendaagse epische fantasy. En hoewel het het eerste uit een serie is, is het ook prima op zichzelf te lezen. Dat maakt de tragedie ook minder zwaar, want je weet dat Elric nog iets over zal houden om voor te vechten.
Er zijn vele boeken geschreven binnen de fantasy, maar slechts enkele zijn echt gezichtsbepalend geweest. Robert E. Howards verhalen over Conan de Barbaar, die decadente koninkrijken vertrapte onder zijn sandalen, zijn een bekend voorbeeld. Michael Moorcocks serie over Elric is een ander, hoewel beide helden volstrekt tegengesteld zijn. Elric is namelijk keizer van een decadent koninkrijk, Melniboné, een staat in verval die droomt van vervlogen grandeur. En veeleer dan zijn tegenstanders vertrappen houdt Elric zich bezig met lezen en filosoferen: als zwakke albino is hij weinig geschikt voor de strijd. Zijn pacifistische instelling wekt veel onbegrip bij de Melnibonéanen, in het bijzonder bij zijn neef, prins Yrrkoon. Yrrkoon zou Melniboné graag weer in zijn oude glorie herstellen – en de eerste stap is het uit de weg ruimen van Elric. Wanneer Yrrkoon na een mislukte aanslag echter prinses Cymoril ontvoert, zijn zus en Elrics nicht en geliefde, ziet Elric zich gedwongen achter hem aan te gaan. Om zich te wreken moet Elric een beroep doen op de Heren van Chaos, demonische bondgenoten van zijn familie, maar alles kent een prijs...
Elric is terecht een klassieker geworden. Elric zelf is een sterk karakter, een klassieke anti-held die worstelt met vraagstukken van macht en genade en zijn plichten als keizer en als mens. Het verhaal zelf is een tragedie in de stijl van de Noorse saga’s: Elric is een verdoemde keizer van een rijk op de rand van de ondergang. Klassieke tragedies zijn niet zo gebruikelijk binnen de fantasy, maar dit boek bewijst dat het kan, al krijgt het soms melodramatische trekjes. Gelukkig is de schrijver zich hiervan bewust als hij een ander personage laat opmerken: “Je bent een sombere metgezel, vriend Elric. Zijn al je gedachten zo hopeloos?”
Elric is meer dan dertig jaar geleden geschreven en dat is te zien aan het taalgebruik, mede doordat de schrijver bewust gedragen schrijft waardoor het soms potsierlijk overkomt. De vertaling is prima. Het boek zelf heeft een handzaam formaat, anders dan veel hedendaagse epische fantasy. En hoewel het het eerste uit een serie is, is het ook prima op zichzelf te lezen. Dat maakt de tragedie ook minder zwaar, want je weet dat Elric nog iets over zal houden om voor te vechten.
1
Reageer op deze recensie