Vader wat doe je?

De gouden eeuw was een bloeitijd voor de Nederlandse economie. Deze eeuw had nooit goud geworden als er niet een aantal belangrijke wetenschappelijke ontdekkingen waren gedaan.

Voorbeelden van uitvindingen uit de 17e eeuw zijn: de duikboot, de microscoop en de zaagmolen. De microscoop is zeer belangrijk geweest voor de medische wetenschap. In Nederland werd voor het eerst microbiologie bedreven. Door de uitvinding van de zaagmolen kon in de Zaanstreek boven Amsterdam het eerste industriële gebied ter wereld ontstaan.

Het verhaal in Kroonsz is het verhaal van vele die het normale, en in de bijbel verantwoorde principes niet volgde en dus onderzoek deden naar andere mogelijkheden en verklaringen. Het was de tijd van de Nederlandse hervorming tegenover de Paapen (katholieken) zoals ze toen genoemd werden. Van Amsterdam naar Den Haag reizen was een hele onderneming. En als je onderzoek deed naar "de dingen van de duivel" liep je kans te worden vervolgd.

Zacharias Kroonsz arts en vader van Wessel wil begrijpen waar de ziel, levenslijn van een mens loopt. Hij heeft eens de deur opengedaan voor een Italiaan, een paap, een bisschop die een brief bij zich had van een apostel brief ongelovige Tomas (judas thomas didymus). Hierin staat geschreven datgene van het weefsel en de levenslijn. In eerste instantie leeft de 17 jarige Wessel er lustig op los. Hij gaat naar de Latijnse school (waar hij meestal voor zich uit staart) en hoeft van zijn vader niet zo veel. Nadat hij weer eens aangeschoten thuiskomt wordt hij door zijn moeder in de leer bij zijn vader gestuurd.

Zacharias wijdt Wessel al snel in in zijn onderzoek. Omdat ze niet echt verder komen, ze weten niet waar de levenslijn zich in de mens vastzit, zoeken ze hulp bij andere wetenschappers uit hun tijd, de gebroeders Huygens en Baruch Spinoza. En dan ontwikkeld zich het verhaal verder.

In 2013 komt Wessel ook. Hij kijkt en praat met Pink, een populair 17 jarig meisje die een vriendin heeft Dewi. Die vindt de belangstelling van Wessel maar niks. Wessel heeft pink nodig een groot kwaad te slechten. Alleen komt het pas aan het eind van het verhaal naar voren waarvoor.

Ik vindt dan ook dat dat een beetje de spanning te niet doet. In het begin wordt uitgebreid uitgeweid over alle onderzoeken, bezoeken aan wetenschappers enz. Maar dan aan het einde van het boek wordt in rap tempo bijna 300 jaar in dagboek aantekeningen van Wessel verteld en is het verhaal van Pink en wat zij voor Wessel zijn probleem kan doen en beetje afgeraffeld naar mijn mening.

Het is een boek wat wel door jonge mensen van af een jaar of 15 gelezen kan worden. Of ze de achter liggende gedachte van de onderzoeken, tijd en problematiek begrijpen weet ik niet. Er zullen zeker onder hun zijn die het wel doen.