Daar was laatst een meisje loos..............

De Tijd waarin dit boek zich afspeelt was een boeiende tijd, de handel met onder andere landen rond de Oostzee bloeide op (gehandeld werd er met graan, hout, haring enz) maar er waren ook veel oorlogen geweest en de pest waarde rond. Zo ook bij Stijntje en Gilles.

Als Stijntje op een morgen staat te wachten totdat vader en Gilles terugkomen van een week vissen ziet ze uit het raam Gilles achter het roer staan. De schrik slaat om haar hart. Ze rent naar de kade om haar vader doodziek op de boot te zien liggen.
In die tijd was er geen echt medicijn tegen de Pest. Er waren wat kwakzalvers die je een aantal kruiden aansmeerde. En je wilde hopen. Hopen dat je geliefde beter werd. Dus er werden altijd weer leningen genomen om maar vader, moeder, zoon of dochter te kunnen helpen. Leningen die moeilijk terug te betalen waren. De scheidingslijn tussen arm en rijk was enorm. Rijk kon je zijn door handel maar ook vele vroegere kapiteins waren piraat (boekanier) geweest en hadden daarmee hun fortuin behaald. Arm, was arm, zo arm dat je weken moest sparen om een nieuw paar klompen te kunnen kopen. Daar vader toch, ondanks alle goede zorgen overlijdt maakt dat moeder naar een familie lid gaat, weduwe Jacoba Guldemond. Een hele rijke vrouw in Amsterdam en verwant aan de overleden man van moeder. Gilles wordt aangenomen als halfhulp op een van haar schepen die handel drijft op de Oostzee en Stijntje komt in dienst als schrobster. Ze woont in de bezemkast.
Uiteindelijk mist Stijntje zo haar broer Gilles, ze zijn een tweeling, dat ze haar haren afknipt en als verstekeling aan boord gaat bij een boot die naar Gdansk vaart. Daar waar Gilles zou moeten zijn.

Het boek is gestoeld op ware gebeurtenissen. Stijntje verdiende een fortuin met de Oostzeehandel.
In de annalen van de Hoornse Compagnie staat bij de K van Kompier te lezen:
"Kompier, Stijntje. Liet het Armen- en Pesthuis in Hoorn bouwen. Reserveerde een grote som gelds dat uitsluitend en allen ten behoeve van de armen moet worden gebruikt. Ieder jaar - op de verjaardag van genoemde Stijntje - werd een vast bedrag uitgekeerd. Bovendien ontving iedere armlastige op die dag twee bekers wodka. De drank werd speciaal in Polen besteld en raakte in de wijde omgeving bekend als Kompier-wodka.
Dit boek is voor kinderen vanaf 10 jaar die van geschiedenis houden of juist om kinderen die niet echt geïnteresseerd zijn in geschiedenislessen maar wel graag lezen kennis te laten maken met de Nederlandse geschiedenis. Heb hem als volwassene ook graag gelezen.

recensie ook op Goodreads/dizzie.nl en bol.com