Prachtig proza, Lenz is de 'meester van de komma'
Prachtig boek, prachtig proza en prachtig vertaald als je het mij vraagt. Ik heb de waardering afgerond naar boven (eigenlijk 3 en een halve *) want ik vond het boek te lang om als verhaal te kunnen blijven boeien. Ik heb het wel met veel plezier uitgelezen, want als je er een beetje alert op bent vind je veel, heel veel zinnen, die bijna geen proza maar eerder poëzie lijken, wat dacht U van:
‘Ik zag hem vanuit de tuin het atelier binnenstappen, dat wil
zeggen, ik zag zijn schaduwen het licht veranderen toen hij een
rolgordijn neerliet.’
of
‘Alles stond altijd op zijn plaats, maar alles zag er ook iedere
dag weer anders uit bij het steeds wisselende licht, onder de
wolken die voorbijtrokken, hoeveel verrassingen kon alleen de
Noordzee al niet bieden, die op de heenweg nog breed en haast
slaperig het strand likte en op de terugweg brekers van
groenblauwe inkt tegen de vloedkering beukte.’
In het begin vond ik de stijl en de humor een beetje
vergelijkbaar met sommig werk van Godfried Bomans, bijvoorbeeld:
[…] ‘eerst trok hij zijn uniform aan, vervolgens hulde hij zich
mismoedig in het zwarte, ouderwetse pak dat hem al bij zijn
bruiloft te krap was geweest onder de armen en dat nu nog was en
ten slotte schoot hij, zijn burgerpak met een zucht van
verlichting op het bed werpend, in zijn gala politieuniform,
waarin hij er, zoals Klaas een keer had opgemerkt, uitzag als een
baviaan die men op zondag verlof had gegeven het uniform van zijn
oppasser aan te trekken.’
maar naarmate het boek vorderde kwam ik erachter dat de schrijver
in een geheel eigen, bijzonder mooie stijl schrijft, met veel
poëtische lange volzinnen, die nergens storen, ik noem hem dan
ook niet voor niets de 'meester van de komma'.
Een laatste voorbeeld, dat ook nog iets filosofisch
heeft:
[…]’Ik verwacht helemaal geen brief.’ - ‘Dat zijn de
allermooiste, die je niet verwacht’, zei Brodersen en je kon aan
hem zien dat hij dat al eens eerder had gezegd.
Reageer op deze recensie