Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Een visueel pareltje

Birgit_1989 05 juli 2018
De acht bergen is een verhaal over vriendschap dat zich afspeelt in de Italiaanse Alpen. Pietro is een echte stadsjongen en gaat iedere zomer met zijn ouders naar de bergen, waar hij vaak door de bergen trekt met zijn vader. In een dorpje in het Noord-Italiaanse Val d’Aosta ontmoet Pietro een leeftijdgenootje, Bruno en ze gaan samen op ontdekkingstocht door de bergen.

De acht bergen vertelt de levensloop van beide jongens vanaf jonge leeftijd en hoe ze op latere leeftijd nog steeds bevriend zijn. In het boek wordt omschreven hoe hun ontluikende vriendschap ontstaat. Pietro is opgegroeid in de stad en is gewoon van te reizen, wat hem op latere leeftijd naar de Himalaya brengt, waar hij ook werk vindt. Toen hij jong was trok hij echter veel de bergen van de Alpen in samen met zijn vader en Bruno. Bruno daarentegen is honkvast en blijft steeds in het Italiaanse Alpengebergte vertoeven zonder veel rond te reizen. Hij bouwt er zijn eigen leven op en richt ook een boerderij op. Wanneer Pietro’s vader te sterven komt, laat zijn vader hem een lapje grond na in de Alpen, waar hij samen met Bruno het vervallen huisje opknapt. Zo kan hun vriendschap verder groeien.

De bergwandelingen worden zeer mooi omschreven, want als lezer wandel je als het ware mee door de bergen. Pietro houdt op jonge leeftijd niet echt van de hoogste bergen, maar wanneer hij ouder wordt, trotseert hij wel het Himalayagebergte, waar hij zich echt thuis voelt. In het boek beweert Pietro’s moeder dan ook dat iedereen in de bergen een favoriete hoogte heeft:

Misschien is het waar, zoals mijn moeder beweerde, dat ieder van ons een favoriete hoogte heeft in de bergen, een landschap dat op ons lijkt en waar we ons goed voelen. Het hare was ongetwijfeld het bos op vijftienhonderd meter hoogte, met schaduwrijke sparren en lariksen, waaronder bosbessen, jeneverbessen en rododendrons groeien en waar de reebokken zich verschansen. Ik voelde me meer aangetrokken tot de bergen die daarna komen: alpenweiden, bergbeken, veengronden, hooglandgrassen en grazende beesten. Nog iets hoger verdwijnt de vegetatie, is alles tot het begin van de zomer bedolven onder de sneeuw en is het grijs van met kwarts dooraderde en met geel korstmos ingelegde rotsen de voornaamste kleur. Daar begon de wereld van mijn vader. Na drie uur lopen maakten weiden en bossen plaats voor puinhellingen, in gletsjerkommen verscholen meertjes, door lawines uitgesleten couloirs en ijskoude bronnen. De bergen werden ruiger, onherbergzamer, puurder: daar boven werd hij gelukkig. Hij werd weer jong, wellicht omdat hij er terugkeerde naar andere bergen en naar andere tijden. Zelfs zijn pas leek aan zwaarte te verliezen en een verloren soepelheid te hervinden.
Ik daarentegen was uitgeput. Mijn maag trok samen door vermoeidheid en zuurstofgebrek, waardoor ik misselijk werd. Daardoor werd elke meter tot een kwelling. Mijn vader was niet in staat dat op te merken: rond de drieduizend meter werd het pad onduidelijker, op de puinhelling zag je alleen nog maar steenmannetjes en met verf aangebrachte tekens, en eindelijk ging hij zelf op kop lopen. Hij keek niet achterom om te zien hoe het mij verging. Als hij dat al deed, was het om ‘Kijk!’ te roepen en omhoog te wijzen, naar de horens van de steenbokken die ons vanaf de berggraat strak in de gaten hielden, als bewakers van die minerale wereld. Ik keek op, maar de top leek me nog ontzettend ver weg. De geur van bevroren sneeuw en vuursteen drong mijn neus binnen.

Maar in het Himalayagebergte voelt Pietro zich pas echt thuis:

De dragers lieten in elk van de tempeltjes een in het bos gevonden steentje of spruitsel achter en raadden me aan hetzelfde te doen. We bevonden ons op heilige grond en daarom was het vanaf dat punt verboden dieren te doden en te eten. Dus zag ik ook geen kippen meer bij de huizen, en geen geiten in de wei. Er liepen wel andere dieren, wilde, die graasden op de steile rotsen; ze hadden een lange, tot op de grond hangende vacht en ze vertelden me dat het blauwe Himalayaschapen waren. Een berg met blauwe schapen, op bavianen lijkende apen die ik tussen het bamboe ontwaarde, en tegen de lucht de lugubere, trage silhouetten van de gieren. En toch voelde ik me er thuis. Ook hier, dacht ik bij mezelf, waar het bos ophoudt en er niets anders rest dan weiden en puinhellingen, ben ik thuis. Het is de hoogtelijn waartoe ik behoor, en die maakt dat ik me goed voel. Daar dacht ik aan toen ik mijn voet in de eerste sneeuw zette.

Paolo Cognetti schreef met zijn De acht bergen een mooie coming-of-age roman, waarin je beide jongens ziet evolueren en veranderen. Het is een boek over vriendschap, maar ook een boek over de zoektocht naar zichzelf en dat allemaal op de achtergrond van mooie beschrijvingen van de bergen. Het is een roman dat je zeker gelezen moet hebben. Al is het maar om dit jaar een ware bestseller gelezen te hebben, maar dat het een bestseller is, heeft zeker zijn redenen.

Paolo Cognetti (Milaan, 1978) is een Italiaanse schrijver en documentairemaker. De acht bergen was zijn definitieve doorbraak in Italië, waarmee hij ook de Premio Strega in 2017 won. Ik las dit boek voor mijn Europese literatuurprijs 2018-project. Dit is een prijs waarbij zowel de auteur als de vertaler een prijs krijgen. Dit boek staat op de long list als kanshebber voor die prijs. De boeken van Paolo Cognetti worden vertaald door Yond Boeken en Patty Krone, die beide werkzaam zijn aan de VertalersVakschool. Ze vertaalden onder andere werken van Umberto Eco, Primo Levi, Italo Calvino,… Ze leverden samen een prachtige vertaling af van dit boek, want de vertaling is zeer visueel en het is net alsof je zelf meewandelt door de bergen met de personages. Dat het een uitstekende vertaling is, bewijzen bovenstaande fragmenten zeker en vast!

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Birgit_1989