Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Hebban recensie

Waar Lenin en Marx nog steeds op een voetstuk staan

Caroline Soesbergen 21 september 2015

De beeldvorming over Rusland is in West-Europa over het algemeen niet bijzonder positief. Het is het land van Poetin, wodka en borstsj, waar homoseksuelen geen rechten hebben en de vrije mening onderdrukt wordt. Dat die opvatting eenzijdig is en de werkelijkheid vele malen gecompliceerder, bewijst Anya von Bremzen in haar mini-epos Mijn Russische Geschiedenis. Het is schokkend, intimiderend, fascinerend en prachtig. Dit is het boek dat je moet lezen als je de Russen wilt leren begrijpen.

Anya von Bremzen weet waar ze het over heeft. Ze is zelf geboren in 1963 in Moskou, bij een anti-Sovjetmoeder en een regime-adorende grootvader, die als Spion vele gebieden op en rond de Kaukasus heeft gezien. Samen met haar moeder emigreerde ze in 1974 naar Amerika. In het begin was dat voor Anya een vreemde wereld: “Ik haatte de Pathmark van Noordoost-Philadelphia. Die was het kerkhof van mijn eigen zagranitsa-droom, dat een bijpassende begrafeniskilte en een fluorescentie van een andere wereld had.” Nu, na ruim veertig jaar in de Verenigde Staten, is ze een succesvolle culinaire journalist, die naast kookboeken ook voor Food & Wine, The New Yorker en The Los Angeles Times schrijft.

Mijn Russische Geschiedenis vertelt de Russische geschiedenis vanaf de jaren tien van de twintigste eeuw. Von Bremzen koppelt er het verhaal van haar eigen familie aan, en beschrijft gebeurtenissen zowel objectief als in de beleving van haar (over)grootouders, ouders en zichzelf. Dit is een goede zet. Door het verleden een gezicht en persoonlijkheid te geven, komt het tot leven. Doorspekt met Russische woorden - die je zo heerlijk tijdens het lezen voor jezelf kunt uitspreken - beleef je de geschiedenis van dichtbij. Anya’s moeder die op een dag tijdens de Tweede Wereldoorlog haar kartotsjki (bonkaarten) kwijtraakt, niet naar huis durft en daarom comfort zoekt op de meest geruststellende plek die ze kent: het Museum van Lenins Huis. Waar, overigens, Lenin ook vandaag de dag nog opgebaard tentoongesteld ligt.

Het boek gaat daarnaast ook over eten. Von Bremzen en haar moeder nemen zich voor een gerecht te koken uit ieder decennium. Ze beginnen met de decadente koelebjaka (vis, rijst en paddenstoelen in korstdeeg) en eindigen met de eenentwintigste-eeuwse Bliny (russische pannenkoekjes met garnituur). Eten blijkt onlosmakelijk verbonden met identiteit, herinneringen en keuzes. Het vormt de glanzende leidraad in het prachtige Mijn Russische Geschiedenis. Von Bremzen schrijft met liefde over haar geboorteland, inclusief al diens rare trekjes en gruwelijke perioden in de geschiedenis. Stalins zuiveringen gaan hand in hand met het geluk dat een hapje chocolade op kan leveren. Tsjoedeo, tsjoedo (wat een wonder, wat een wonder).

Recept: ‘De jaren veertig - Kartotsjki (bonkaarten)
In Mijn Russische Geschiedenis staan verschillende recepten. Elk ter illustratie van een decennium en voorzien van een zeer uitgebreide inleiding, tien in totaal. Om mee te gaan in de sfeer van het boek heb ik voor het receptloze decennium gekozen, net als Von Bremzen:

Toen we aan het hoofdstuk over de jaren veertig begonnen, hadden mama en ik het uitgebreid over de diverse menu’s voor dit decennium. We konden misschien gierst bakken zoals mijn grootmoeder Liza dat tijdens de evacuatie deed in het pakhuis in Lenins geboortestad Oeljanovsk. Of we konden oorlogs-‘pasteitjes’ improviseren - een snee zwart brood met een uiterst miniem laagje suiker. We speelden zelfs met het idee om een banket na te maken van de Conferentie van Jalta in 1945, waar de ‘Grote Drie’ en hun gevolg zich tegoed deden aan kwabaalpilav en vis in champagnesaus terwijl het toegetakelde land half verhongerde.

Uiteindelijk besloten we tot iets anders: koken leek gewoon geen pas te geven. In plaats van een recept heb ik een foto van een distributiekaart. Plaats van uitgifte: Leningrad. Datum: december 1941, de derde maand van het verschrikkelijke beleg, dat negenhonderd dagen duurde en ongeveer een miljoen levens eiste. De temperatuur zakte die winter tot min dertig. Er was geen verwarming, geen elektriciteit en geen stromend water in de bevroren stad; rioolpijpen barstten door de kou; het openbaar vervoer lag stil. Peter de Grotes keizerlijke hoofdstad leek op een besneeuwd kerkhof waar uitgemergelde menigten, van wie menigeen weldra tot het schimmenrijk zou behoren, in de rij stonden voor hun broodrantsoen. In december 1941 was het rantsoen gedaald tot 250 gram voor industriearbeiders; 125 gram voor alle andere burgers - nauwelijks een ons van iets kleverigs vochtigs, vermengd met zaagsel en veevoer en cullulose. Maar die 125 gram, die twintig dagelijkse hapjes, gekregen door een miezerig stukje papier, vormden vaak het verschil tussen leven en dood.

Een beeld als dit vraagt om een moment stilte.

2

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Caroline Soesbergen

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.