Lezersrecensie
Heimwee naar het katholieke levensgevoel
Als gepensioneerde journalist die meer dan twintig jaar verbonden
was aan het weekblad Vrij Nederland, blikt de auteur, geboren in
1945, terug op zijn katholieke opvoeding in Scheveningen en
Nijmegen en op de katholieke cultuur die hij met de paplepel heeft
meegekregen. Dat zijn oudoom Herman een vooraanstaande positie
heeft bekleed in het katholieke volksdeel in de tweede helft van de
negentiende eeuw waarop de neef voortdurend geattendeerd wordt,
maakt het voor hem er niet gemakkelijker op los te komen van zijn
katholieke wortels. Een geërfde familiekist vol brieven, akten,
bidprentjes, krantenartikelen die hij zijn leven lang meesleept,
verzinnebeeldt deze onmogelijkheid om afstand van de kerk en het
geloof uit zijn jeugd te nemen.
Met toenemende weemoed omhelst Schaepman de katholieke cultuur van wierook, rituelen, rijk versierde kerken, geloofsmysteries en flexibel omgaan met dogma’s en principes, maar hij slaagt er niet om weer op te gaan in de kerkgemeenschap: ‘Mijn leven lang heb ik me afgezet tegen een autoritaire kerk die blinde gehoorzaamheid van mij eiste. Nu diezelfde kerk me een zee aan ruimte biedt om mijn geloof op mijn eigen manier in te vullen, verlang ik terug naar de strakke regels uit mijn jeugd.’
Enkele cruciale vragen bleven voor mij onbeantwoord: Ik begrijp dat de auteur op een of andere manier zoekt naar een zingeving van zijn leven, maar waarom is dan zijn gehechtheid aan de katholieke cultuur de enige mogelijkheid daartoe? Waarom reflecteert hij in zijn boek niet op het feit dat een andere invulling van zingeving ook mogelijk zou kunnen zijn? Is de familiekist uiteindelijk niet zijn gevangenis waaruit ontsnapping voor hem godsonmogelijk is?
Met toenemende weemoed omhelst Schaepman de katholieke cultuur van wierook, rituelen, rijk versierde kerken, geloofsmysteries en flexibel omgaan met dogma’s en principes, maar hij slaagt er niet om weer op te gaan in de kerkgemeenschap: ‘Mijn leven lang heb ik me afgezet tegen een autoritaire kerk die blinde gehoorzaamheid van mij eiste. Nu diezelfde kerk me een zee aan ruimte biedt om mijn geloof op mijn eigen manier in te vullen, verlang ik terug naar de strakke regels uit mijn jeugd.’
Enkele cruciale vragen bleven voor mij onbeantwoord: Ik begrijp dat de auteur op een of andere manier zoekt naar een zingeving van zijn leven, maar waarom is dan zijn gehechtheid aan de katholieke cultuur de enige mogelijkheid daartoe? Waarom reflecteert hij in zijn boek niet op het feit dat een andere invulling van zingeving ook mogelijk zou kunnen zijn? Is de familiekist uiteindelijk niet zijn gevangenis waaruit ontsnapping voor hem godsonmogelijk is?
1
Reageer op deze recensie