Lezersrecensie
Van suïcidaal naar té vrolijk
Nadat ik het debuut Paaz van Myrthe v/d Meer (pseudoniem)
had gelezen, wilde ik direct verder gaan met het vervolg
Up. Toch heb ik nog even gewacht, om alles te laten
bezinken. Misschien had ik nog iets langer moeten wachten, want
toen ik begon met lezen, overviel me in het begin het gevoel: “o,
maar dat weten we al, al gelezen in Paaz.” Maar al snel
veranderde dit gevoel, omdat Emma met andere dingen worstelt dan in
het eerste deel. De andere patiënten zijn nieuw, en het is leuk om
ook deze te leren kennen. Vooral Michiel is bijzonder, een vreemde
vogel op de afdeling. Achteraf ben ik er nog niet over uit of hij
nou een goedzak is of niet.
In Paaz komt Emma op de Psychiatrische Afdeling terecht omdat ze suïcidaal is. In Up wordt ze opnieuw opgenomen, omdat ze juist té vrolijk is. Het blijkt dat ze manisch-depressief is. Weer een diagnose erbij, ze had het etiket Asperger ook al opgeplakt gekregen.
Op de vertrouwde manier van v/d Meer volgen we Emma hoe ze omgaat met haar diagnoses, met haar familie en met haar medepatiënten.
Net als in Paaz, maakt de humor alles goed verteerbaar. Maar alles wat Emma meemaakt, zet je wel aan het denken. De dingen die op haar pad komen, gelden ook voor mensen met niet-geestelijke ziektes en aandoeningen. De zin: “voor familie en echte vrienden gaat het er niet om of je ziek bent of niet, of je steun nodig hebt of juist geeft, het gaat niet om hoe je bent, maar om dát je er bent” kwam heel dichtbij voor mij.
Met verwondering heb ik gelezen hoe het met de (geestelijke)zorg in Nederland is gesteld. Kapotte deuren die niet worden gemaakt, omdat ze over een half jaar toch gaan verhuizen; patiënten van de open afdeling die hun avondeten nuttigen op de gesloten afdeling, omdat daar het verplegend personeel aanwezig is, en het daar dus gezelliger is. Overigens krijg ik door dit boek wel het gevoel, dat de mensen die er werken, dat met hun hart en ziel doen.
Ik geef dit boek 4 sterren en geen 5, vanwege het “o, ja” gevoel van het begin. Maar als ik dit boek zou lezen, zonder Paaz te kennen –wat heel goed kan- zou ik het boek 5 sterren geven.
In Paaz komt Emma op de Psychiatrische Afdeling terecht omdat ze suïcidaal is. In Up wordt ze opnieuw opgenomen, omdat ze juist té vrolijk is. Het blijkt dat ze manisch-depressief is. Weer een diagnose erbij, ze had het etiket Asperger ook al opgeplakt gekregen.
Op de vertrouwde manier van v/d Meer volgen we Emma hoe ze omgaat met haar diagnoses, met haar familie en met haar medepatiënten.
Net als in Paaz, maakt de humor alles goed verteerbaar. Maar alles wat Emma meemaakt, zet je wel aan het denken. De dingen die op haar pad komen, gelden ook voor mensen met niet-geestelijke ziektes en aandoeningen. De zin: “voor familie en echte vrienden gaat het er niet om of je ziek bent of niet, of je steun nodig hebt of juist geeft, het gaat niet om hoe je bent, maar om dát je er bent” kwam heel dichtbij voor mij.
Met verwondering heb ik gelezen hoe het met de (geestelijke)zorg in Nederland is gesteld. Kapotte deuren die niet worden gemaakt, omdat ze over een half jaar toch gaan verhuizen; patiënten van de open afdeling die hun avondeten nuttigen op de gesloten afdeling, omdat daar het verplegend personeel aanwezig is, en het daar dus gezelliger is. Overigens krijg ik door dit boek wel het gevoel, dat de mensen die er werken, dat met hun hart en ziel doen.
Ik geef dit boek 4 sterren en geen 5, vanwege het “o, ja” gevoel van het begin. Maar als ik dit boek zou lezen, zonder Paaz te kennen –wat heel goed kan- zou ik het boek 5 sterren geven.
1
Reageer op deze recensie