Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Luister naar hem als naar ruis

Ezra de Haan 08 juni 2015 Auteur

Sommige schrijvers ga je meer waarderen naarmate je meer van hen gelezen hebt. Stefaan van den Bremt is zo’n auteur. Hij werkt aan de vervolmaking van een oeuvre dat inmiddels imposant genoemd mag worden. Wie de sleutel op, een deel van, zijn werk zoekt, moet De oude wereld moe (2013) gaan lezen. In deze kloeke essaybundel schrijft Van den Bremt onder meer over de dichters die hij vertaalde en daardoor van haver tot gort leerde kennen. Het gaat om grote namen, belangrijke dichters als Octavio Paz, Pablo Neruda, Juan Manuel Roca, Emile Verhaeren, Maurice Maeterlinck Marco Antonio Campus, Ramón López Velarde en Nicolas Quillén. Het zijn dichters die je, als je van poëzie houdt, moet kennen of leren kennen. De essays en vertalingen van Van den Bremt zijn daartoe uiterst geschikt.

Interessant aan de werkwijze van deze veelkunner is de drie-eenheid van vertalen, essays schrijven en dichten. De liefde van Stefaan van den Bremt voor de auteurs die hij bewondert gaat ver, zij dringt zelfs door tot in zijn eigen poëzie. De taal die hij zich eigen heeft weten te maken tijdens het maken van zijn vertalingen wordt hergebruikt, nu in eigen werk. Het levert in Kromzang gedichten op waarvan je geneigd bent ze pastiches te noemen. Maar het gaat verder dan dat. Het zijn onmiskenbaar gedichten van Stefaan van den Bremt. Gedichten doordesemd van literatuur, als paling in een rookhok. Dit soort auteurs noemt men in Engelstalige landen ‘A Writers writer’, zelf hoop ik dat zijn publiek breder wordt dan dat. Wanneer taal en de passie daarvoor zo prominent doorklinken, kan het haast niet anders zijn dat het anderen, als een hardnekkige griep aansteekt. Van den Bremt weet je aan het lezen te zetten, hij maakt je attent op de auteurs die je lezen moet en helpt je daarbij. Hij is de perfecte docent die je nooit had.

In Kromzang brengt Stefaan van den Bremt een keur aan gedichten samen. Kromzang telt vijf afdelingen, hoewel in de bundel niet genummerd. In de eerste afdeling ‘Vallen of zweven’ gaan de gedichten vaak over de dichter zelf, en de taal waar hij vandaan kwam. Zo meen ik Gorter te horen in de regels ‘Met mijn onwijs grijze haren denk ik/ aan oude lente en een ver geluid.’ En ook Gezelle klinkt in heerlijke ronkende strofen van het gedicht ‘Een geur van vergeefsheid’.

Geur in een tuil van taal na, haal
de tuin uit zijn daagse doen, pioen.

Misschien ontkom je er gewoon niet aan om bij dichters als Stefaan van den Bremt aan andere dichters en dichtbundels te denken. Je gaat vanzelf verbindingen leggen. Neem ‘In Newtons boomgaard’, een gedicht waarin hij de zwaartekracht als onderwerp neemt en ook de appel die zich, wellicht, daaraan weet te onttrekken. Meteen dacht ik aan Rogi Wieg, een dichter die met graagte schrijft over het heelal, de zwaartekracht en alle wetten die daarmee samenhangen. Juist door aan hem, en zijn eigen ‘zwaartekracht’ te denken, zie ik de lichtvoetigheid waarmee het ook kan. Wanneer appels blozen van opwinding, doen alsof de dichter lucht voor hen is, ontstaat er een ander universum. En dat maakt poëzie juist zo interessant. Want van welke taal gaat de dichter zich bedienen en hoe gaat hij om met de thema’s die hem omringen?

In ‘De meester en de menigte’, de tweede afdeling van de bundel, leert de dichter ons kijken. Dat gaat aan de hand van ‘De anatomieles’ van Rembrandt of door, samen met Solange Abbiati, naar de Vlaamse Primitieven te staren. Eigenlijk bewonderen we vooral het kleine, het nietige zoals het vallen van een mantel of het licht. Met ieder vierregelig gedicht kijken we scherper. Waar het eerst om licht ging, gaat het nu om schemer, om zoekgeraakt licht en vervolgens duiken we tot onder de grondverf in de hoop het schilderij ten volle te kunnen verstaan. Mooi zijn daarom de laatste regels van ‘De kunst van het kijken’.

Het is het hooglied dat
een klaaglied is. Het is
dat zoeken op de tast
naar wat verblindt.

In de gedichten ‘De passie van het Lucasgilde’ en ‘De Lucaspassie’ laat Stefaan van den Bremt zich leiden door het gedachtegoed van een andere grootmeester, Roberto Bolaño, een van de beste schrijvers die ik ken. Van den Bremt toont dat schatplichtig zijn aan in zijn aantekeningen. Vooral de visie die hij aan Bolaño ontleende is belangrijk. ‘Elk werk dat ontsproten is aan de pen van een minder begaafd auteur, slechts plagiaat kan zijn van een of ander meesterwerk.’ Juist de toevoeging van die informatie, achterin de bundel, geeft extra lading aan de gedichten. Het niet zien door gezien te worden, de kwaliteit van iets zien door het tussen mindere goden te hangen… Het doet meteen denken aan de mensenmassa’s voor andere beroemde schilderijen die daardoor zelden in rust, en als geheel bekeken kunnen worden. Van den Bremt durft zelfs te opperen dat het Gods hand is die dit veroorzaakt.

De passie van het Lucasgilde

Waarom hangt ginds het meesterwerk
tussen zijn minderen? Omdat God
de hand aftrok van wat volmaakt is?
Of om het aan het oog te onttrekken?

Wordt het meesterstuk daarom omstuwd
door heel die menigte? Opdat, als zij
zich op dat doek daar blind gaat staren,
de meesterwerk verborgen blijft?

Ook in afdeling vier, ‘De sterfte moe’, staat de dichter wederom in dienst van de literatuur. In de taal van de dichters zelf wordt een ode of een gedicht in hun stijl, noem het een pastiche, geschreven. Dat levert onder andere een geweldig eerbetoon aan Emile Verhaeren op, de dichter van wie hij Tuin van de liefde. Getijdenboek vertaalde, een bundel die vrijwel gelijktijdig met Kromzang verschijnt. Deze Franstalige dichter kwam in 1916 om het leven toen hij op een trein probeerde te springen. Geïnspireerd door Verhaerens ‘chansons fous’ (gekkenliederen) schreef Van den Bremt het wonderbaarlijke ‘Gekkenrouwlied’. Juist in zo’n gedicht, dat een totaal andere taal vraagt dan de vaak aan Spaanstalige auteurs gewijde gedichten, komt de dichter/vertaler door de meesterproef. Hij wordt Emile Verhaeren in zijn laatste moment, met een dynamiek die bij hem past, maar die alleen Van den Bremt voor hem kon schrijven.

Gekkenrouwlied (een fragment)

Breek de spoorstaven en steek ze
in de wielen van de wagen!
Sla die stoomketel maar stuk,
laat hèm zijn laatste adem blazen.

Hij die op de trein wou springen
waarvan zijn verzen denderen,
wordt vermalen door dat kreng.

Breek de spoorstaven en steek ze
in de spaken van de wielen!
Wie brengt dat tuig tot staan?
Doe die stoomfluit zwijgen.

Soms gaat de kruisbestuiving bij Stefaan van den Bremt zo ver dat het lastig wordt te bedenken hoe het met het kip en het ei zit. Neem zijn gedicht ‘Een vers over niets’. Volgens de dichter hangt dit werk ergens tussen een vertaling en een vrije bewerking in, is het een variatie op een thema van Willem IX graaf van Poitou en hertog van Aquitanië, de eerste Occitaanse troubadour. Ik begrijp dat, maar denk tegelijkertijd ook aan de meesterlijke vertaling die hij van ‘Een standbeeld voor Niemand’ van Juan Manuel Roca maakte. Maar, hoe dan ook, is ‘Een vers over niets’ een heerlijk, twee pagina’s durend, gedicht. Vooral omdat het over niets gaat. En alles. Humor heeft. En tot peinzen brengt.

Een vers over niets (fragment)

Ik schrijf een vers, een over niets,
niet over mij, over niemand,
niet over liefde of over iets
als jeugd - tot stand
is het gekomen in mijn slaap
en op een paard.

Eigenlijk vraagt ieder gedicht in Kromzang om nauwgezet lezen en herlezen. Wat op het eerste oog ‘kromzang’ lijkt, blijkt uiterst helder, zodra je je erin verdiept. Stefaan van den Bremt heeft in deze bundel ‘dode’ dichters nieuwe gedichten gegeven, echter zo eigen als hij maar kon. Na ieder gedicht had ik de neiging naar mijn boekenkast te lopen om te kijken hoe naadloos hij ‘in de stijl van’ schreef, maar de kwaliteit van Kromzang dwong mij tot doorlezen. Deze keer was Stefaan van den Bremt aan de beurt. Als dichter goed genoeg om plagiaat op te plegen.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Ezra de Haan

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.