Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Tweede bundel, same as the first

Wat een verschil kan een jaar toch maken. Werd de eerste editie Edge Zero nog slim geframed als tegendraads en jongehonderig (wat natuurlijk aantoonbaar flauwekul was – er werd ofwel door vaste krachten noest maar voorspelbaar voort getimmerd aan de eigen (onbegrepen) weg binnen het genre, ofwel er werden een tikje moeizaam en behoorlijk onbeholpen, overbekende thema’s en ideeën gerecycled), dit jaar lijkt de frisse uitdager zich al bij voorbaat sloffend in de hoek te scharen waar de klappen gaan vallen.

Anno 2017 slingerde het kleine universum van Nederlandstalige genreschrijvers nog vertrouwd heen en weer tussen hemelhoog juichend en ten dode bedrukt. Er was op gezette tijden een schrijfwedstrijd, waarop juichend kon worden gemeld dat het deelnemersaantal niet veel lager was dan voorgaande jaren, dan lange, lange tijd niets en dan een prijsuitreiking met juryrapport waarin triomfantelijk werd gemeld dat het niveau dit jaar ‘hoog’ lag. Een tijdje later kwam er dan steevast een jurylid, merkwaardigerwijs altijd een (vanzelfsprekend witte) man van middelbare leeftijd, die briesend uit de school klapte en meldde dat het qua niveau weer helemaal niets was, nooit was geweest ook en ook nooit meer wat zou worden. In 2012 vervulde Jurgen Snoeren met verve deze rol, in 2014 nam Guido Eekhaut het stokje over en in 2017 viel aan Paul Evanby de eer te beurt om het Nederlandse genre tot onder de maailijn neer te zeisen: ‘De meeste verhalen die ik dit jaar te lezen kreeg voor de Harland Awards vond ik saai, achterhaald, en middelmatig of ronduit slecht geschreven. Ik stond opnieuw versteld van het feit dat veertig of inmiddels zelfs vijftig jaar SF de genretuin van de Lage Landen volstrekt onberoerd lijken te hebben gelaten.’

Waarvan akte. Je zult maar op de shortlist van die wedstrijd hebben gestaan.

Zo ver zo voorspelbaar. Evanby hield zich daarna gedeisd, maar zijn blog kreeg veel bijval van mensen die vooral heel erg met elkaar eens dat anderen dit ter harte moesten nemen. Zo werd vanuit de echokamer van het eigen grote gelijk, gebashed en met de vinger gewezen naar vele anderen (die uit de naam van respect of fatsoen kennelijk ongenoemd moeten blijven) die feedback en ontwikkeling afwezen en zich verschansten in de echokamer van de wederzijdse lof. In een van de meer creatieve redenaties in deze discussie, waarmee een poging in het werk werd gesteld om kool (genre) en geit (Evanby) te sparen, werden de voorselecteurs van de Harland Awards voor de bus gesmeten (met dank voor de opoffering) door te stellen dat Evanby alleen maar de middelmatige eenheidsworst te vreten had gekregen die de voorselecteurs hem voorschotelden. Buiten het zicht van Evanby, op de longlist, stonden verhalen die te wild, te vernieuwend en te ambitieus waren, nou ja, te edgy dus, om door de op veilig spelende voorselecteurs op ware waarde te worden geschat.

En zo voelt Edge Zero editie 2016 een beetje als bewijsstuk A, dat overtuigend moet aantonen dat niet alles kommer en klote is in het Nederlandstalige genre. Immers hier kunnen alle juweeltjes die het in eerste instantie niet redden wegens te ruw, te veel, te weinig of te onbegrepen nog eens extra gepoetst en geslepen, een goed onderkomen vinden.

Overtuigt Edge Zero in die hoedanigheid?

Nou nee dus. Het begint al bij het voorwoord. In plaats van enkele verhalen eruit te lichten en te verbinden aan maatschappelijke – dan wel genretrends, is de strekking vooral: haters zullen haten, maar wij van het genre vinden het genre goed en oordeel vooral zelf. Het is symptomatisch voor de liefdeloze manier waarop deze verhalen bij elkaar zijn gepleurd. Er is geen poging gedaan om de verhalen op een logische manier te rangschikken, in afdelingen bijeen te zetten of anderszins met elkaar te laten contrasteren dan wel harmoniëren. Maar misschien kun je nu eenmaal (om maar een volgens Evanby in deze context treffend anglicisme te gebruiken) van het oor van een zeug met de beste wil van de wereld geen zijden beurs maken. Om eerlijk te zijn, het overgrote merendeel van deze verhalen is reeds bij aankomst overleden. De meeste schrijvers zijn al jaren actief in het genre, een flink aantal van hen stond vorig jaar ook al in Edge Zero (hoewel de m/v verhouding dit keer wat meer in evenwicht is – de genrelezeres des vaderlands kan tevreden zijn) en zonder uitzondering doen zij hun ding. Zo is Tijs Teng nog altijd een vaardig decorontwerper, schrijven Marcel Orie en Jaap Boekenstein respectievelijk een typisch Orie- en Boekensteinverhaal (andersom zou eens een keertje leuk zijn) en schrijft Django Matthijsen nog steeds over robots zoals Asimov dat ook al deed tijdens de Gouden SF eeuw. Bij Jack Schlimazlnik zou je redelijkerwijs kunnen vermoeden dat zijn schrijverschap niet zozeer door dvd-boxen van Star Trek (TOS) en Twilight Zone wordt gevormd als wel door Netflix en Black Mirror, maar Algorythm ’n Blues blijft ondanks de intrigerende opzet en vervreemding uiteindelijk, om met de schrijver zelf te spreken (die in zijn recensie van Tirade 468 op site van NCSF de overeenkomst tussen zijn eigen verhaal en dat van Maurits de Bruijn niet lijkt te herkennen) een wassen neus, er zit niet veel onder.

Ik blijf Edge Zero een sympathiek initiatief vinden, maar als alle wedstrijden en juryrapporten niet meer opleveren dan dit (de verhalen van Tom Schoonbaert en Roelof Goudriaan waren okay en De Val van de Eremast had zo zijn momenten), dan moet men zich toch eens achter de oren gaan krabben. Meer is niet altijd beter en de bundel voelt wel erg als een zeer uitgesponnen kerstkaart van amateurschrijvers aan elkaar: ‘Alles wel, nog steeds aan het schrijven. Niets nieuws verder.’

Er zal hoe dan ook iets moeten veranderen. In 2018 lijkt de slingerbaan van het genre-universum bepaald grillig te zijn geworden. Fantastels en Trek Sagae stoppen ermee en het is maar de vraag of en hoe de Harland Awards de FUBAR situatie rondom de Boekprijs te boven gaat komen.
1

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Henri Osewoudt

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.