Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Monochrome melancholie

Henri Osewoudt 09 oktober 2016
Ooit, toen het schrijversduo Maj Sjowall en Per Wahloo nog het lichtend voorbeeld was dat nagevolgd of afgetroefd moest worden, stond de merknaam ‘Scandinavische triller’ garant voor realistische verhalen, waarin de misdaad, die over het algemeen werd begaan en opgelost door tamelijk gewone mensen, werd aangewend om fikse maatschappijkritiek te leveren. Voor de laatste delen van hun reeks rondom Martin Beck leken Sjowall en Wahloo, geheel overeenkomstig de tijdgeest, meer te rade te gaan bij Marx, Mao en Marcuse dan bij Raymond Chandler, niettemin zou de schrijver van ‘The Simple Art of Murder’ het werk van zijn Scandinavische vakbroeders waarschijnlijk wel hebben kunnen waarderen. Zij gaven moord immers terug aan mensen die een reden hadden, hoe ideologisch misleid wellicht ook, om er een te plegen. Niet alleen maar om voor een lijk te zorgen.

Toen kwam Stieg Larsson en veranderde alles. Op de kaft van de meeste Scandinavische thrillers zou nu een waarschuwing moeten staan: ‘Wie hier binnentreedt, laat alle hoop op een realistisch verhaalverloop varen.’ Het wemelt van de geromantiseerde seriemoorden, gepleegd door getormenteerde zielen die hun misdaden, als waren het doorwrochte kunstwerken, doordesemen met symboliek en betekenislagen, zodat de speurder, vaak een eveneens briljante, maar getroebleerde ziel, tussen alle zorgvuldig uitgezette dwaalsporen, het nodeloos ingewikkelde antwoord kan vinden op een vraag die natuurlijk vanaf den beginne al volslagen onzinnig en onrealistisch was.

Een auteur die niet meedoet aan deze apekool en stug volhardt in het schrijven van ouderwets goede Scandinavische misdaadboeken, is de IJslander Arnaldur Indridason. Met zijn sobere, effectieve stijl, onopgesmukte, realistische plots en dito personages, oogstte hij (terecht) veel lof. In Onland, bedeelt Indridason zijn vertrouwde personage Erlendur weer de hoofdrol toe, en evenals als in voorganger Nachtstad, wordt de lezer meegevoerd in diens verleden. Het is 1979, de Koude Oorlog is in IJsland met zijn grote Amerikaanse legerbasis in volle hevigheid voelbaar, en in een meer bij een krachtcentrale wordt een lijk gevonden dat in verband lijkt te staan met die legerbasis. Tegelijkertijd doet Erlendur in zijn vrije tijd onderzoek naar de verdwijning, 25 jaar eerder van een 18-jarig meisje. Die laatste verhaallijn levert de sterke melancholie en het leven dat verwoest is door schuldgevoel, een terugkerend thema in het werk van Indridason. Toch lijkt het of er iets ontbreekt in deze en ook de voorgaande twee boeken. Door de beslissing om Erlendurs verleden als setting te hanteren (wat bij de pretentieloze kneukverhalen van Lee Child geen zier uitmaakte en uiteindelijk een acceptabele manier bleek om een creatieve impasse te verhullen en weer enigszins te boven te komen) lijkt het werk van Indridason wat aan zeggingskracht in te boeten. De subtiele en ironische maatschappijkritiek van vorige delen ontbreekt, waardoor het plot dit keer wat te rechtlijnig en gewoontjes uitvalt. Daarnaast is de dynamiek tussen de jonge Erlendur en zijn mentor Marion Briem, regelrecht vlak. Onland moet het dus voornamelijk hebben van Erlendurs particuliere speurtocht naar de nimmer opgehelderde verdwijning van een 18-jarig meisje. Toeval en nalatigheid in het politiewerk van de jaren vijftig leiden tot een niet geheel onverwachte oplossing, waarbij zelfs het grand guignol einde de overheersende sfeer van melancholie niet kan verdrijven.

Al met al een verdienstelijke Indridason, maar hij heeft bewezen dat hij ruimschoots beter kan.
1

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Henri Osewoudt

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.