Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Belgische kazen blijven verbazen

Hilde H 19 januari 2018
Belgische kazen blijven verbazen…
Uitgeverij Polis wil nieuwe generaties lezers de kans geven om het oeuvre van Willem Elsschot te herontdekken door heruitgave van zijn romans, novellen en gedichten in afzonderlijke delen. De boekjes zijn mooi uitgegeven, telkens voorzien van een sprekende cover, een lijst met aantekeningen en een gloednieuw nawoord. In deze reeds verscheen nu ook ‘Kaas’ uit 1933, met een nawoord van Peter Vandermeersch.
Naar eigen zeggen schreef Willem Elsschot ‘Kaas’ in amper 14 dagen tijd, en wel nadat de Nederlander Jan Greshoff erin geslaagd was om in zakenman Alfons De Ridder opnieuw – 10 jaar na publicatie van diens vorige roman ‘Lijmen’ - de schrijver Elsschot te doen ontwaken. Het is een leuke anecdote. Maar zoals elk sterk verhaal is het te onwaarschijnlijk om waar te zijn. Elsschot vond schrijven “verdomd moeilijk”. Hij schaafde aan zijn teksten, schrapte en schrapte. In de inleiding tot ‘Kaas’ noemt hij het ‘stijldrift’ : ‘iedere bladzijde, iedere zin, ieder woord, ieder punt, iedere komma moet het doel nader brengen of op afstand houden. … Wat niet nodig is dient geweerd en waar het met één personage kan is een menigte overbodig.’
Beknopt is het verhaal van Frans Laarmans in ‘Kaas’ zeker. Het is ook intriest en komisch tegelijkertijd. Laarmans, ‘die naar de vijftig loopt’ is klerk bij een scheepstimmerwerf, een job die hem weinig aanzien bezorgt. Op de begrafenis van zijn moeder leert hij via zijn broer, die dokter is, ene mijnheer Van Schoonbeke kennen. Van Schoonbeke introduceert Laarmans bij zijn ‘vrienden’, een gezelschap van notabelen – ‘meestal rechters, advocaten, kooplieden, of gewezen kooplieden’ - dat wekelijks samenkomt in zijn woonst. Laarmans voelt zich op die bijeenkomsten compleet misplaatst en kan over geen enkel onderwerp meepraten. Alles verandert wanneer Van Schoonbeke hem voorstelt om in de handel te stappen.
‘Ik voelde dat mijn ogen reeds een vastere blik afgaven en stak mijn handen in mijn broekzakken met een losheid die mij een halfuur tevoren nog volkomen onbekend was.’
Laarmans laat zich verleiden en tekent een contract als officieel vertegenwoordiger voor België en het Groothertogdom Luxemburg bij een Amsterdamse firma die handelt in kaas. Even wordt hij een andere man. De wereld ligt aan zijn voeten en hij meet zich trots, zelfzekerheid en arrogantie aan.
‘Want vanaf nu eet ik niet meer, maar dejeuneer, dineer of soupeer.’
‘Buitenkomend was ik als dol en ik moest mijzelf geweld aandoen om niet, als Faust, te zingen ‘à moi les désirs, à moi les maitresses’.
Maar Laarmans heeft geen kaas gegeten van verkopen. Hij heeft er niet de minste aanleg voor. En meer nog. Hij walgt eigenlijk van kaas. Terwijl hem twintig ton volvette Edammer kaasbollen worden geleverd die wachten op verkoop houdt hij zich bezig met de inrichting van een kantoor, het ontwerpen van briefpapier of het uitzoeken van een typemachine. Hij is niet in staat om ook maar één bol te verkopen. Uiteindelijk walgt hij ook van zichzelf. Hij beseft dat hij zich heeft laten meeslepen, dat hij te laf was om ‘nee’ te zeggen. Hij weet dat hij zijn ‘kaasbeproeving’ aan zichzelf te wijten heeft. Hij bezorgt zijn Hollandse baas een ziektebriefje en ‘met een zucht van verlichting’ keert hij terug naar de werf. De cirkel is rond : ‘Frans Laarmans : klerk bij de General Marine and Shipbuilding Company, daarna koopman, daarna weder klerk.’ De ‘désirs’ en de ‘maitresses’ zijn (voorlopig?) opgeborgen…
Het verhaal dat Elsschot vertelt is bedrieglijk simpel en heerlijk vlot leesbaar. De plot is minimaal. En je weet ook al van tevoren hoe het zal aflopen. Toch blijft het verhaal boeien. Vooral omdat het zo grappig en beeldend is. Laarmans acteert als een klunzige antiheld uit een stomme film. Terwijl je leest zie je ‘de kaasfilm’ voor je ‘ontrollen’; je ziet voor je hoe Laarmans licht beschonken probeert in bed te geraken zonder zijn vrouw wakker te maken, hoe hij zich tegen zijn zin een gigantische bos chrysanten laat aansmeren, hoe hij voor de kaaswinkel drentelt en niet durft binnengaan, of niet durft buitengaan zonder iets te kopen en het aangeschafte beeldje stiekem ergens achterlaat op een vensterbank, hoe hij na het kaasdebacle zijn zo zorgvuldig overdachte briefpapier bestemt ‘voor de WC’.
Door voor kaas te kiezen als handelsvoorwerp heeft Elsschot er ook een heel zinnelijk boek van gemaakt. Het is alsof je de kaas kan ruiken. En het stinkt. Zoals de hele handel, lijkt Elsschot wel te willen zeggen. Of zoals die hele Van Schoonbeke, met zijn clubje arrivisten en rijkeluiszoontjes met een dubbele agenda.
‘Kaas’ is ook een verhaal dat heel erg kundig is gecomponeerd, een verhaal dat je keer op keer kan herlezen en waarin je telkens iets anders ontdekt. De ene keer volg je het spoor van de psychologie, en lees je vooral wat een minderwaardigheidscomplex met een mens kan doen, of hoe uitstelgedrag precies werkt. Bij een volgende lezing herken je plotseling de ‘riddersporen’ en zie je hoe Elsschot vernuftig allerlei verwijzingen naar zijn alter ego Alfons ‘De Ridder’ heeft verwerkt. In een feministische bui grijpt de manier waarop Laarmans over zijn vrouw spreekt je naar de keel. In een flamingantische bui begrijp je wat het moet hebben betekend om Vlaming te zijn in een periode waarin je Frans moest spreken om mee te tellen in de wereld. Je kan ‘kaassporen’ vinden uit Antwerpen en Rotterdam. Je kan er de biografie van Alfons De Ridder bij nemen en filosoferen over de vermenging van fictie en realiteit. Dan weer ontdek je dat het verhaal eigenlijk de structuur van een klassieke tragedie heeft : met een opdracht, een inleiding, een lijst met personages en rekwisieten gevolgd door een verhaal waarin de held aan hybris ten onder gaat. Alleen is de held hier geen god, maar een doodgewone mens met ambities die hij niet kan waarmaken. En net als de oude Grieken houdt Elsschot ons een spiegel voor, een spiegel waarin al je onzekerheden en kleinmenselijke kanten worden uitvergroot. En ieder kan er zijn conclusies uit trekken. Maar het is ook een spiegel die heel genadig is, en waarin je alleen kan kijken vol mildheid voor al het menselijk falen.
‘Kaas’ heeft mij zoveel jaren geleden laten begrijpen wat ‘literatuur’ is. Het is een onuitputtelijke bron van rijkdom. Het is ‘alsof ik in bed door een liefdevolle hand word toegedekt’.
1

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Hilde H

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.