Lezersrecensie
Vademecum voor 75-plussers
Hendrik Groen, mij tot op heden onbekend, heeft met zijn roman “Pogingen iets van het leven te maken” mijn eeuwige sympathie verworven en dit vanaf de eerste dag van zijn onvolprezen dagboek.
Zelf ben ik het jongste broertje van drie oudere zussen, die samen tweehonderdtweeënvijftig lentes volmaken en regelmatig kliniek- en revalidatiehuizen frekwenteren. Tijdens mijn broederlijke bezoeken aan mijn lieve zusjes is het alsof ik om hen heen telkens weer romanfiguren van Groen ontmoet. Personages, levensomstandigheden, directie, personeel, politiek etc, etc… worden door de auteur op een hilarische en ook ontroerende wijze verhaald. Groen vertelt anecdotes die je, met al hun triestheid, doen schaterlachen of je naar de keel grijpen van medeleven en ontroering.
Zijn onderliggende boodschap is gericht aan de beleidsmensen om bejaar-den, zeker hoogbejaarden au sérieux te nemen. En aan de hoogbejaarden zelf geeft hij de gouden raad zichzelf niet al te au sérieux te nemen en op te houden met over eigen kwalen te kwijlen en iedereen de oren van de kop te zaniken met hun al dan niet gewettigde frustraties.
Met Groen neem ik me voor tevreden te zijn met de vele kwalen die ik nog niet heb.
“Pogingen iets van het leven te maken” is een aan te bevelen boek voor alle 65-plussers als voorbereiding op de derde leeftijd en aan de 65-minners om de 75-85-95-plussers ten allen tijde beter te kunnen volgen in hun nieuwe wereld.
Zelf ben ik het jongste broertje van drie oudere zussen, die samen tweehonderdtweeënvijftig lentes volmaken en regelmatig kliniek- en revalidatiehuizen frekwenteren. Tijdens mijn broederlijke bezoeken aan mijn lieve zusjes is het alsof ik om hen heen telkens weer romanfiguren van Groen ontmoet. Personages, levensomstandigheden, directie, personeel, politiek etc, etc… worden door de auteur op een hilarische en ook ontroerende wijze verhaald. Groen vertelt anecdotes die je, met al hun triestheid, doen schaterlachen of je naar de keel grijpen van medeleven en ontroering.
Zijn onderliggende boodschap is gericht aan de beleidsmensen om bejaar-den, zeker hoogbejaarden au sérieux te nemen. En aan de hoogbejaarden zelf geeft hij de gouden raad zichzelf niet al te au sérieux te nemen en op te houden met over eigen kwalen te kwijlen en iedereen de oren van de kop te zaniken met hun al dan niet gewettigde frustraties.
Met Groen neem ik me voor tevreden te zijn met de vele kwalen die ik nog niet heb.
“Pogingen iets van het leven te maken” is een aan te bevelen boek voor alle 65-plussers als voorbereiding op de derde leeftijd en aan de 65-minners om de 75-85-95-plussers ten allen tijde beter te kunnen volgen in hun nieuwe wereld.
1
Reageer op deze recensie