Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Hoe vrij zijn wij?

Jan Stoel 31 januari 2019
De Vlaamse auteur, theatermaker, scenarist en dichter Tom Lanoye schreef het Poëziegeschenk 2019 met het thema Vrijheid. De poëzieweek is op Gedichtendag - donderdag 31 januari - van start gegaan en klanten van de boekhandel die voor minsten € 12,50 aan poëzie kopen krijgen het Poëziegeschenk Vrij-wij? cadeau. Jan
In zeven gedichten laat Tom Lanoye ons kennis maken met zijn poëzie, zijn betrokkenheid met de geschiedenis en met datgene wat hij om zich heen opmerkt. Persoonlijke ervaringen, observaties in een ‘vrije’ vorm, maken van Vrij – wij? een bundel die de moeite van het steeds opnieuw lezen waard is. In begrijpelijke, beeldende taal laat Lanoye de lezer kennismaken met de rijkheid en de speelsheid van de Nederlandse taal. Lanoye schrijft in heldere, alledaagse taal. Hij gebruikt vrijheid van vorm in zijn poëzie, maar is ook geëngageerd en duidt wat hij ziet gebeuren. Hoe vrij zijn wij, is de dichter zelf?
De bundel opent sterk met zonder handen, zonder tanden en zet meteen het thema van de Poëzieweek 2019 ferm neer. Lanoye staat stil bij het woord vrij en de betekenis ervan en vraagt zich af of wij ook echt vrij zijn of juist gekooid. Hij speelt met het woord: “vogelvrij, vetvrij, vrije jongen, vrije handel”. Maar overal loert het gevaar van de vrije val. De tegenstelling is een belangrijk element in het gedicht als hij zich afvraagt wat gastvrij betekent als het ontdaan is van vreemdelingenwaan. Een poëtisch statement! Met grote letters stelt hij zich de vraag Vrij – wij? Zijn we wel vrij of ontschiet de vrijheid ons. En wat is de vrijheid van het woord?
Geen woord bekoort zozeer
voor wie het hoort.
Geen woord vermoordt zoveel
van wie er niet bij hoort.

In bekentenissen van een knolgewas (of: autopsie van het zelf) pelt Lanoye zichzelf af. Lanoye woont en werkt in België, maar ook in Zuid-Afrika. Hij verbindt beide landen met elkaar in dit gedicht. De geborgenheid en de bescherming van zijn jeugd. Het opgroeien in vrijheid tegenover de strijd tegen het apartheidsregime in Zuid-Afrika. Als je iets meer weet van de achtergrond van dit gedicht, geniet je er nog meer van.

Hij begint bij zijn jeugd. De raap, het knolgewas, maakt deel uit van het wapen van het Waasland, een regio in Oost-Vlaanderen. En als hij het heeft over een gouden godin op de witste toren heeft hij het over de O.L.V.-kerk van zijn geboorteplaats Sint-Niklaas, de hoofdstad van het Waasland. Hij kijkt terug naar zijn verleden, naar zijn ouders. Zijn moeder, een actrice, lees daarover het boek Sprakeloos) en zijn vader, een slager. Zijn leven was ‘van jongs af in hapklare pakken verpakt, gemarineerd in gezelligheid’. In de tweede helft van het gedicht schrijft hij over de ervaring die hij had toen Nelson Mandela zijn inauguratiespeech hield. Bisschop Tutu kreeg net daarvoor het woord en schreeuwde het uit: Free! We’re free at last. Kippenvelmoment. De conclusie van het gedicht:

Zo ontworteld
en toch thuis

De vijfvoetige jambe was leidend in de befaamde toneelvoorstelling – op rijm - Ten Oorlog van Lanoye, een bewerking van de Koningsdrama’s van Shakespeare.. Deze zien we ook terug in de ‘keivrije’ bewerking van Shakespeares sonnet nr. 134 met als titel ongegronde eigendom. Lanoye doorbreekt de vorm van het sonnet van twee kwatrijnen en twee terzinen en laat het rijmschema van het klassieke sonnet los, behalve in de laatste twee regels. De essentie van Shakespeare wordt wel gevolgd. De dichter erkent dat zijn geliefde het bezit van een ander is geworden. Liefde wordt gezien als iets economisch: een schat, van wie ik vrat, de oogst heb uitgeperst en leeggezogen, hij dokt zich rot, woekeraar, beurzensnijder.
Het is bij Shakespeare een opvallend sonnet, niet de verfijnde, zoete, hoofse liefde, maar veeleer de rauwe werkelijkheid, die eerder vleselijk en materialistisch is. Hoe vrij is men dus in de liefde lijkt Lanoye te willen zeggen?

Een bijzonder actueel gedicht is tooglied in tijden van #me2. Ook hier plaatst Lanoye zich weer in een traditie. Uitgangspunt is bij hem het Hooglied uit de Bijbel. Dat is een tweespraak tussen twee geliefden, een bruid en een bruidegom waarin de schoonheid van de liefde bezongen wordt. Lanoye schrijft een dergelijke dialoog maar dan in een #me2-setting. Enerzijds gaat het om liefde, anderzijds komt het bezitterige sterk naar voren. Daarom noemt hij het ook geen Hooglied maar een tooglied. En wat een mooie metaforen:

“Ach, zie die lipjes toch! Ze lonken als een malse berenklem, bebloed van het verwoede kussen. Uw tanden glanzen als een tedere guillotine, gekruid met tijm en nicotine.”

Als je naar de opbouw van de bundel kijkt begint het met het verkennen van wat vrij zijn zou kunnen betekenen, verkent de dichter de vrijheid eerst bij zichzelf en bij zijn tweede vaderland Zuid-Afrika. Vervolgens combineert hij in de twee volgende gedichten historie en actualiteit op het gebied van het vrij zijn. Daarna constateert hij dat het leven eigenlijk één groot schouwtoneel is. Vervolgens daagt hij de lezer uit om zelf in alle vrijheid (al is het wel dat hij 37 woorden aangeeft) onder het genot van een kopje koffie een gedicht te schrijven. Lanoye besluit met de ‘boodschap’ die hij de lezer mee wil geven en betrekt dat op zichzelf. “Een drietal zielen in één borst. De nar, de nerd en een vertwijfelde die zijn verlossing zoekt in zwoegen.”

Ik ben maar u.
En u bent ik.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Jan Stoel

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.