Prima debuutthriller / -roman.

Welkom in de wereld van Jack Kempenski, de ik-figuur in De man die zijn baas liet verwijnen, het debuut van de Maastrichtenaar Jaap Stroosnier (1956). Jack is een ambitieuze knaap die van plan is carrière te maken in een groot bedrijf. Hij ontdekt dat zijn baas de zaak bedonderd en hem ervoor wil laten opdraaien. Maar dan heeft-ie toch mooi buiten Jack gerekend. Die zint op wraak. En hoe. Eerst versiert hij diens dochter, maar dat is nog niet genoeg. De man zelf moet ook weg….
Een verhaal dat zich afspeelt in het (grote) bedrijfsleven, dat Stroosnier kent vanwege zijn jarenlange werk als headhunter. Dus dat lag als plaats van handeling wel voor de hand, maar hij putte ook meer uit eigen ervaringen. Maar wat er vooral voor zorgt dat het verhaal geen doorsneethriller is (daarom staat er waarschijnlijk ook ‘roman’ op de cover), is de vorm waarin hij het vertelt. Je gaat als lezer mee op avontuur in het hoofd van Jack. Je leert zijn wereld en zijn gedachtewereld kennen. Een leeservaring die je niet alleen bijblijft dankzij deze vorm maar met name door expressieve stijl van de auteur. Geen rechttoe rechtaan whodunnit, maar een labyrintische vertelling over verleden, heden en toekomst (de laatste zin!) van Jack. Prima debuutthriller / -roman.