Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Een muze op zoek naar haar vorm

Kaj Peters 18 juli 2018
'De Vos' (2017) van Dubravka Ugrešić is en is geen roman. Op de cover van de Nederlandse vertaling staat in rode koeienletters 'roman' vermeld om, bijna pesterig, te accentueren dat dit expliciet geen essay- of verhalenbundel betreft. En toch volgt het werk geen traditionele romanstructuur en is er geen narratief waarin gebeurtenissen of psychologische ontwikkelingen vallen te reconstrueren vanuit continuïteit of lineariteit. In zes afzonderlijke hoofdstukken wisselt Ugrešić in stijl, genre, tekstsoort en tussen fictie/non-fictie. Soms is het extatisch sfeerproza waarin ze exotische plekken tot leven roept en een indruk lijkt te geven van haar schrijversbestaan in het algemeen en het bijwonen van literaire conferenties in het bijzonder. Soms lopen de biografische passages - over werk en leven van Russische intellectuelen als Boris Pilnjak, Harry Levin en Vladimir Nabokov - over in parallelen met haar eigen jeugdgeschiedenis of de geschiedenis van het Joegoslavische conflict. Soms fictionaliseert de schrijfster ontmoetingen met nabestaanden van bestaande figuren of ze verlevendigt plotseling haar zakelijke stijl met lyrische, metaforische overgangen. Soms zijn er meer ideeën dan roman en soms is het de fictie die de feitelijkheid versterkt of kritisch bevraagt.

En altijd is er 'de vos' als metafoor én structurerend element dat de verschillende tonen en sferen bij elkaar houdt. Het vreemde aan 'De Vos' (2017) is dat Ugrešić, hoewel ze haar wel/niet-roman qua onderwerpen en chronologieën laat uitwaaieren in willekeurig lijkende mini-verhaaltjes, met haar opzet blijft aansturen op continuïteit en ontwikkeling. En zonder dat het, zoals ze zelf ergens in de roman zegt, een stijl- en sfeerexperiment wordt met gebroken taal of vanuit een vergezocht perspectief, maar omdat ze klassieke stijlmiddelen (metaforiek, parallellen, intertekstuele verwijzingen) weliswaar anders inzet maar nog steeds nadrukkelijk blijft gebruiken. Net als 'I Hate the Internet' (2016) van Jarett Kobek, die ik trouwens grappiger vond omdat die nog een expliciet ironische laag heeft bovenop de taalspelletjes, is dit een literair werk dat in haar gefragmenteerheid het oude met het nieuwe vermengt. En net als Kobek stelt Ugrešić kritische vragen bij hoe de roman in haar klassieke vorm zich moet verhouden tot een tijd waarin 'het boek' en 'de schrijver' een andere rol krijgen in de maatschappij. Is er echter reden tot pessimisme!?

Met haar vosje (fantastisch beeldende metafoor!) roept Ugrešić een eigentijdse muze op die, anders dan de expliciet vrouwelijke muzen van bijvoorbeeld Nabokov en Piljnak, niet louter oproept tot bewieroking van het schone of de ware (fallocentrische!?) werkelijkheid wil verspreiden. Nee, haar vossenbeest beweegt zich nieuwsgierig, introspectief en kritisch door de wereldliteratuur; ze bouwt verder op de eeuwenoude tradities waar ze schatplichtig aan is, maar weet ook dat elke tijd haar eigen vertelvorm nodig heeft. Verhalen zullen óók in het internettijdperk niet ophouden te bestaan, maar het vosje is als een literaire muze - of eerder een drijfkracht - die een combinatie vormt van intellect met creativiteit en de wil om te reflecteren op zichzelf en op de wereld. Ze is sluw en slinks en zal altijd nieuwe manieren vinden om te blijven putten uit de rijkdom van de wereldliteratuur. Niet door het klakkeloos nabootsen van datgene wat er was, maar door nieuwe accenten te leggen, nieuwe connecties te vinden, nieuwe perspectieven aan te boren en vooral door gepassioneerd te blijven over die menselijke behoefte om verhalen te vertellen. Zolang er mensen zijn zal het literaire bestaan en blijft de wereldliteratuur relevant.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Kaj Peters