Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Een kleine tuin, een grote wereld

Linda Marie 01 april 2019
Een zoektocht naar haar vader en haar wortels in India of hoe de erkenning van waar je vandaan komt - of het ontbreken daarvan - je maakt tot wie je bent. Over worden wie je bent.

Het thema in dit lijvige boek is identiteit en hoe weten waar je vandaan komt, wie je ouders zijn, je maakt tot wie je bent.

'Ik ben een verwend kind: ik heb een Zwitserse mama en een mama in de hemel, een Zwitserse papa en een papa in Nindië, dan nog een Belgische mama en een papa-pastoor, en ten slotte nog een oude papa en mama uit de Lot-et-Garonne. Met natuurlijk een hele rits broers, zusjes, neven, ooms, tantes, opa's en oma's in Zwitserland, Nindië, België en de Lot-et-Garonne. En dat alles nog voordat ik mijn ooms, tantes, neven en nichten uit Turkije en Pakistan had ontdekt.
Ik heb daar geen enkele moeite mee, maar anderen raken de draad kwijt en worden boos, beschuldigen me soms zelfs van leugens.
En toch is het heel eenvoudig!
Toen mijn moeder in de hemel dan inderdaad naar de hemel ging, zoals de zusters het uitlegden en zoals ik het heb geloofd tot op die dag in mijn vijftiende jaar toen alles overhoop raakte en ik op grond van bepaalde informatie besloot dat ze eerder in de hel brandde, toen die moeder dus verondersteld werd naar de hemel te gaan, nam Zeynel, mijn eunuch-oppas, me op de arm en klopte aan bij de poort van een ander paradijs, waar stromen melk, boter en chocola vloeiden: het Zwitserse consulaat in Parijs tijdens de bezetting.'

Zo begint dit boek van Kenizé Mourad over haar ongewone leven. Mijn belangstelling was gewekt naar haar verhaal en ook de schoonheid van de zinnen boeide mij. Ik was meteen verkocht om verder te lezen.

'Zahr, ik heb zojuist bezoek gehad van de Indiase ambassadeur. Hij wil je spreken. Je vader vraagt of je naar India wilt komen.'
Mijn vader! Op dat ogenblik begrijp ik er niets van, ik durf het niet te begrijpen. En vervolgens krijgen de woorden ineens betekenis: mijn vader, mijn Indiase vader vraagt naar me! Hij is zijn dochter niet vergeten! Natuurlijk wil ik naar hem toe. Liever duizendmaal dan éénmaal! Natuurlijk wil ik naar mijn vader toe, en wel meteen!
Mijn geluk is zo groot, zo overduidelijk, dat mère Marie-Marc erdoor geschokt is. Zij had alles gedaan om te zorgen dat ik gelukkig was, goed aangepast, dat ik mijn Indiase familie zou vergeten, en bij de eerste de beste keer dat mijn vader ter sprake komt, stort het bouwwerk in, dat ze met zoveel liefdevol geduld hadden opgebouwd, als een kaartenhuis in elkaar.'

De proloog neemt ons mee naar een broodmagere man met een vogelachtige gezicht in een ijzeren bed die zegt:

'Goed dat je gekomen bent!'

De hoofdpersoon Zahr staat naast het bed en vraagt zich af 'Hoe hebben ze het zover laten komen? Waarom hebben ze me zo laat gewaarschuwd?
Een verpleegster komt binnen om de vuile lakens en kurtah (tuniek) te verschonen. Ze wil de kamer uitgaan. Hij houdt haar tegen: 'Wacht...', en dan zegt hij trots: 'Dit is mijn dochter, ze is schrijfster, ze woont in Frankrijk...'
De vrouw neemt haar aandachtig op: hoe kan deze Ingrese (Engelse) nu een van ons zijn...? Om hem een plezier te doen knikt ze vol bewondering.

Zo verdwijnt langzaam maar zeker de man die haar de dag ervoor nog in zijn armen hield, de man die haar in haar leven het meest na stond en die het meest een mysterie voor haar bleef: haar vader.

Het gebrek aan erkenning door de verpleegster is tekenend voor de rest van het boek. Een groot deel van haar leven zal ze op zoek gaan naar een tastbare band met India en Badalpur en naar de erkenning vooral door haar vader. Voor het zover komt, moest er een lange weg worden afgelegd.

In deel EEN maken we kennis met verschillende pleeggezinnen en het klooster.
Op haar zesde wordt ze gedoopt als katholiek. Een klein meisje wordt opgenomen in de gemeenschap van echte gelovigen; omdat ze Jezus liefheeft en omdat omdat ze haar witte jurk inwijdt. Iedereen is erg opgewonden en het is een gebeurtenis van belang: een moslimmeisje wordt aan de duivel ontrukt. De kardinaal van Parijs komt in eigen persoon om de doopplechtigheid te leiden in een kapel die stampvol zit met leerlingen en ouders. Een maand na haar doopsel deed ze haar eerste communie, in dezelfde witte jurk.

We leren Zahr kennen als een gevoelig kind dat moeilijk om kan met onrecht. Tegelijk wil ze de mensen in haar omgeving behagen, is ze verwend en staat ze graag in de belangstelling.

Haar invloedrijke Indiase vader, de radja (vorst) van Badalpur, zoekt contact met haar maar zijn pogingen mislukken.

Pas veel later hoort ze van de ontstellende opeenstapeling van halve waarheden, leugens en intriges - zogezegd allemaal voor haar bestwil - die haar jonge leven een totaal andere wending hebben gegeven.

Eens ze volwassen is, gaat ze zelf op zoek naar haar vader en haar Indiase afkomst.

In deel TWEE verandert het perspectief van 'ik' naar 'ze' wat meer afstand schept en waardoor het lijkt of er een verteller aan het woord is. Omdat het te dichtbij komt? Alleen de cursief gedrukte zinnen geven ons een kijkje in het hoofd van Zahr en wat ze denkt maar niet luidop durft te uit te spreken.

Haar vertrek naar India is vastgesteld op 9 juli 1961. Ze heeft het haar vader laten weten; bij zijn antwoord zit een foto van een geestelijke met een ernstig gezicht en sneeuwwit haar. Zahr heeft nog nooit zo een tragische blik gezien.
In India raakt ze onder de indruk van de cultuur. Van het paleis van haar vader waar ze als kind over droomde rest alleen verschroeid gazon en een vervallen gebouw met balkons waaraan lompen in allerlei kleuren hangen. Toen de vorstenstaten in 1952 werden geconfisqueerd, was haar vader geruïneerd.

Ze wordt door haar Indiase familie heel warm en gastvrij ontvangen. Maar al vlug zal ze ontdekken dat gelijkheid in 'de grootste democratie van de wereld' een holle frase is, een geïmporteerd begrip dat wordt gebruikt in mooie redevoeringen. Een begrip in deze maatschappij, waarin al duizenden jaren een hiërarchie van talloze kasten bestaat, dat geen enkele weerklank vindt in de mentaliteit van de mensen.
Ze maakt kennis met rani sahib, de tweede vrouw van haar vader waarbij ze drie zoons heeft, haar (half)broers dus. Nadat ze kennis heeft gemaakt met Suleyman, de oudste, ontmoet ze Mansour, de tweede, die er erbarmelijk aan toe is en lijdt aan schizofrenie. Is het mogelijk dat dat haar broer is, dat arme, ontwrichte lichaam? Haar jongste broer is arts in Engeland en zal later zelfmoord plegen.

Als ze tijdens haar verblijf een reis maakt naar Badalpur ontdekt ze een mooie maar verwaarloosde tuin. De tuin wordt voor haar het symbool van haar identiteit en haar band met India.

Hoewel Zahr zich eindelijk thuis voelt, komt ze in botsing met zichzelf en met haar vader die van haar dezelfde terughoudendheid verwacht in de omgang met anderen als van andere moslimvrouwen wordt verwacht. Uiteindelijk zal het tot een breuk komen met haar vader en het zal twintig jaar duren vooraleer ze haar vader terugziet.

Vanuit het Westen wil ze iets doen als journaliste aan de vele sociale mistoestanden in India en wil ze opkomen voor de rechten van vrouwen in India en Pakistan.

Wanneer haar vader sterft, wordt de tuin van Badalpur de inzet van een verbeten machtsstrijd tussen haar en haar broer Suleyman.

Het boek schetst een genuanceerd beeld van het leven in India en de vele mistoestanden.

Het boek doorprikt de mythe die veel mensen in het westen hebben van de hindoegemeenschap als een tolerante en vredelievende samenleving.

Het leed dat de moslimminderheid ondergaat door fundamentalistische hindoes wordt scherp in beeld gebracht en ook de rechteloosheid van vrouwen in de islam die alles te maken heeft met hun maatschappij en de manier waarop ze die in de loop der eeuwen in verval hebben laten raken. Ook de onverdraagzaamheid en gebrek aan tolerantie door het kastensysteem waarbij de lagere kasten en de onaanraakbaren ontmenselijkt worden en de houding van de samenleving in het algemeen waarbij westerlingen als onaanraakbaren worden bezien.

Ik vond het boeiend om op die manier meer over India en een deel van de geschiedenis van dat land te weten te komen.

Het verhaal speelt zich eerst vooral af in Frankrijk, daarna in India.
De vertelde tijd omspant een groot deel van Zahr's leven: vanaf het huwelijk van haar moeder Selma met haar vader en vervolgens haar geboorte tot ze ongeveer 48 jaar is, ongeveer een halve eeuw dus. De vertelde tijd is dus veel langer dan de verteltijd of leestijd.

Het boek bestaat vooral uit beschrijvingen, weinig dialogen en af en toe innerlijke monologen van Zahr.

Het lijvige boek bestaat vooral uit beschrijvende mooie zinnen die het zeer de moeite maken het te lezen.


Tegelijk wilde ik het boek een paar keer wegleggen en stoppen omdat de hoofdpersoon heel expliciet schrijft wat ze denkt en voelt. Veel 'telling', ik had liever iets meer 'showing' gehad.

Het boek heeft mij in dat opzicht een beetje teleurgesteld.

De thema's die in het boek naar voren komen zijn op zoek gaan naar identiteit, erkenning van de vader-dochter relatie, ongewenste seksualiteit, hypocrisie tussen mensen, familie, erkenning van anderen om je goed te voelen


Het hoofdthema is op zoek gaan naar identiteit, je wortels en naar wie je zelf bent.

Het open einde verraste mij. Hopelijk is Zahr nu bevrijd van haar hersenschimmen en eindelijk in staat om al dansend door het leven te gaan.
Het epigram vat het goed samen:

'Eerst was je mineraal,
toen plant;
daarna werd je dier;
Dat weet je natuurlijk wel!
Vervolgens ben je mens geworden.
Als je de menselijke staat achter je laat,
word je vast en zeker een engel.
Stijg nog uit boven de staat van engel:
dring door in de Oceaan
en word van waterdruppel zee...

Djalal Ud-Din Rumi

Wat een mooi beeld, we zijn allemaal onderweg om als mens heel te worden, als een waterdruppel op weg om oceaan te worden.

1

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Linda Marie

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.