Lezersrecensie
Friend's Adam
Machines zoals ik auteur: in McEwan uitgever: De Harmonie
De “ik-figuur”, pas later kom je te weten dat hij Charlie Friend heet, krijgt een legaat en besteedt dit geld aan een robot.
Adam moet nog wel eerst geprogrammeerd worden en daar begint het probleem. De handleiding telt een kleine 500 pagina’s
en er moeten keuzes gemaakt worden met betrekking tot aard en karakter van Adam.
Charlie hoopt dat z’n bovenbuurvrouw, studente Miranda op wie hij een oogje heeft, hem daarbij zal helpen
en dat dit hun gezamenlijke opdracht zal worden...Zo begint Machines zoals ik, een roman van Ian McEwan. Een boek
dat feit en fictie vermengt en de lezer het beeld van een wereld voorhoudt waarin de mens het uiteindelijk zal winnen
van de voorspelbare techniek. Mc Ewan probeert de dunne lijn tussen echtheid en constructie te schetsen, maar laat ook zien
dat dit niet gaat zonder te reflecteren op hoe wij mensen met al onze emoties en loyaliteiten, kunnen leven.
Werkloze Charlie probeert via internet wat geld te verdienen op de beurs. Als Adam dit van hem overneemt wordt van het
In korte tijd verworven kapitaal een duur huis gekocht dwz. zonder restitutie aanbetaald. Na allerlei verwikkelingen en individuele
acties van Adam, laaien de emoties in de 3-hoeksrelatie hoog op als blijkt dat hij het kapitaal grotendeels heeft weggegeven aan
goede doelen. Met de ‘casus Gorringe’ wordt het eigenmachtig handelen van Adam voor beide huisgenoten te gortig en onacceptabel.
De robot heeft afgedaan. Het mondt erin uit dat Charlie Adam de genadeklap geeft en terugbrengt naar Alan Turing’s lab.. Als dan plots
het jongetje Mark weer bij Miranda bezorgd wordt, is dàt het moment dat het ‘gezinnetje’ een nieuwe start kan maken in hun oude huis.
Mc Ewan schrijft hiermee een ander soort boek, al vraag ik me af of hij het in zijn consequenties voldoende heeft doordacht.
Vondsten als de ‘derde man’ ic de robot, als projectiemogelijkheid voor Charlie en Miranda met het lab. van Alan Turing als basis, de historische
referenties als tijdsbeeld en Miranda’s geheim, lijken te moeten zorgen voor voldoende lading in het verhaal. Mij komen ze té gezocht over.
Margot Mombers juni 2019
De “ik-figuur”, pas later kom je te weten dat hij Charlie Friend heet, krijgt een legaat en besteedt dit geld aan een robot.
Adam moet nog wel eerst geprogrammeerd worden en daar begint het probleem. De handleiding telt een kleine 500 pagina’s
en er moeten keuzes gemaakt worden met betrekking tot aard en karakter van Adam.
Charlie hoopt dat z’n bovenbuurvrouw, studente Miranda op wie hij een oogje heeft, hem daarbij zal helpen
en dat dit hun gezamenlijke opdracht zal worden...Zo begint Machines zoals ik, een roman van Ian McEwan. Een boek
dat feit en fictie vermengt en de lezer het beeld van een wereld voorhoudt waarin de mens het uiteindelijk zal winnen
van de voorspelbare techniek. Mc Ewan probeert de dunne lijn tussen echtheid en constructie te schetsen, maar laat ook zien
dat dit niet gaat zonder te reflecteren op hoe wij mensen met al onze emoties en loyaliteiten, kunnen leven.
Werkloze Charlie probeert via internet wat geld te verdienen op de beurs. Als Adam dit van hem overneemt wordt van het
In korte tijd verworven kapitaal een duur huis gekocht dwz. zonder restitutie aanbetaald. Na allerlei verwikkelingen en individuele
acties van Adam, laaien de emoties in de 3-hoeksrelatie hoog op als blijkt dat hij het kapitaal grotendeels heeft weggegeven aan
goede doelen. Met de ‘casus Gorringe’ wordt het eigenmachtig handelen van Adam voor beide huisgenoten te gortig en onacceptabel.
De robot heeft afgedaan. Het mondt erin uit dat Charlie Adam de genadeklap geeft en terugbrengt naar Alan Turing’s lab.. Als dan plots
het jongetje Mark weer bij Miranda bezorgd wordt, is dàt het moment dat het ‘gezinnetje’ een nieuwe start kan maken in hun oude huis.
Mc Ewan schrijft hiermee een ander soort boek, al vraag ik me af of hij het in zijn consequenties voldoende heeft doordacht.
Vondsten als de ‘derde man’ ic de robot, als projectiemogelijkheid voor Charlie en Miranda met het lab. van Alan Turing als basis, de historische
referenties als tijdsbeeld en Miranda’s geheim, lijken te moeten zorgen voor voldoende lading in het verhaal. Mij komen ze té gezocht over.
Margot Mombers juni 2019
1
Reageer op deze recensie