Lezersrecensie
Een mythische wereld
Een intrigerende roman die zich afspeelt in een onduidelijke tijd, op een onduidelijke plaats. Auke Hulst heeft een surrealistische wereld, een eigen mythische wereld gecreëerd.
Het is een wereld en een tijd waarin tweelingen gezien worden als kinderen van de duivel, een tijd van religieus fundamentalisme. Boeken zijn verboden, m.u.v. ‘De Edicten’ (over de Heer, onze Schepper), zo ook muziek: een gitaar, platen en een ‘fonograaf’. De tweeling waarom het gaat, leeft alleen nog omdat hun vader hen geïsoleerd liet opgroeien, in een bos ver van het dorp. De verteller heeft positieve herinneringen aan hun vader en aan hun jeugd, de andere helft, Titus, heeft het ervaren als een zwarte, donkere periode. In de loop van het verhaal kom je erachter waarom dat zo is.
Een milieuramp dwingt hen hun veilige bos te verlaten, ze vluchten en het verhaal komt gaandeweg in een apocalyptische sfeer terecht. De tweeling trekt voortdurend westwaarts, op zoek naar de zee. De zee heeft voor hen een magische klank, waarom precies werd mij niet duidelijk.
Vanaf de eerste regels werd ik gegrepen door het verhaal en genoot ik van Hulsts prachtige taal. Vooral zijn natuurbeschrijvingen zijn fantastisch en zorgen voor prachtige beelden.
‘ik zie het gebladerte boven mijn hoofd de sterren bijeen vegen, en ik vraag me af of rond die sterren ook werelden zijn’
‘we trokken door een bos vol bomen die oprezen uit de varens, de takken gehuld in truitjes van mos, de vitrage van spinrag. Rokerig licht viel in bundels door de bladeren’.
‘de grondmist vormde een zee van melk waaruit de kruinen van platanen staken’
Erg mooi taalgebruik met woorden als: gevaarhonger, voorspook van de herinnering, valavond, sluimerleven, bokkeblaadjes (gratis krantjes).
Een bijzonder boek. Onnederlands!
Het is een wereld en een tijd waarin tweelingen gezien worden als kinderen van de duivel, een tijd van religieus fundamentalisme. Boeken zijn verboden, m.u.v. ‘De Edicten’ (over de Heer, onze Schepper), zo ook muziek: een gitaar, platen en een ‘fonograaf’. De tweeling waarom het gaat, leeft alleen nog omdat hun vader hen geïsoleerd liet opgroeien, in een bos ver van het dorp. De verteller heeft positieve herinneringen aan hun vader en aan hun jeugd, de andere helft, Titus, heeft het ervaren als een zwarte, donkere periode. In de loop van het verhaal kom je erachter waarom dat zo is.
Een milieuramp dwingt hen hun veilige bos te verlaten, ze vluchten en het verhaal komt gaandeweg in een apocalyptische sfeer terecht. De tweeling trekt voortdurend westwaarts, op zoek naar de zee. De zee heeft voor hen een magische klank, waarom precies werd mij niet duidelijk.
Vanaf de eerste regels werd ik gegrepen door het verhaal en genoot ik van Hulsts prachtige taal. Vooral zijn natuurbeschrijvingen zijn fantastisch en zorgen voor prachtige beelden.
‘ik zie het gebladerte boven mijn hoofd de sterren bijeen vegen, en ik vraag me af of rond die sterren ook werelden zijn’
‘we trokken door een bos vol bomen die oprezen uit de varens, de takken gehuld in truitjes van mos, de vitrage van spinrag. Rokerig licht viel in bundels door de bladeren’.
‘de grondmist vormde een zee van melk waaruit de kruinen van platanen staken’
Erg mooi taalgebruik met woorden als: gevaarhonger, voorspook van de herinnering, valavond, sluimerleven, bokkeblaadjes (gratis krantjes).
Een bijzonder boek. Onnederlands!
3
4
Reageer op deze recensie