Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

De literaire recensie ‘Het leven van Pi’

MarieVandenBosch 22 oktober 2018
“Dit is een verhaal waardoor je in God gaat geloven.”

Yann Martel doet ons deze belofte in de aanvang van zijn boek ‘Het leven van Pi’. Elke lezer verwacht dan ook een pakkend verhaal dat legio onverklaarbare elementen bevat. De auteur is er dan ook in geslaagd mij te doen twijfelen welke passages uit het verhaal fictie zijn of waargebeurd zijn.
Het pareltje verscheen de eerste keer op de toonbanken in 2001. De auteur met Spaanse roots schreef het verhaal neer in het Engels, waarna de roman door Gerda Baardman en Tjadine Stheeman vertaald werd naar het Nederlands en vervolgens werd uitgegeven in de Nederlandse uitgeverij Prometheus.
“Het boek is geschreven uit mijn honger”, vertelt mr. Martel ons in het voorwoord. Zijn tweede boek, de roman ‘Zelf’, viel niet in de smaak bij het mediacircus in Canada, maar ‘Het leven van Pi’ slaagde hier wel in. Het won dan ook de prestigieuze Booker Prize in 2002.

‘Het leven van Pi’ vertelt ons het verhaal van de Indische jongen Piscine Molitor Patel. Zijn ouders vernoemden hem naar een zwembad gesitueerd in Parijs. Zijn bijnaam Pi was oorspronkelijk bedoeld om pestgedrag te voorkomen, maar deze aparte bijnaam blijkt erg toepasselijk in de loop van het verhaal. Pi staat namelijk voor het oneindige, ook wel unieke getal 3,14… Het hoofdpersonage is dan ook iemand waar we onszelf niet zomaar op kunnen projecteren. Pi is ‘one of a kind’.

Pi is net zoals zijn oudere broer en ouders een hindoe, maar op jonge leeftijd raakt hij reeds gefascineerd door een tweetal andere religieuze stromingen, namelijk het Christendom en de Islam. Hij laat zich dan ook bekeren en wordt een devote hindoe, moslim en christen. Pi draagt zijn eigen morele waarden mee doorheen het verhaal, hoewel deze afzwakken als het op overleven aankomt. De aangrijpende, bloederige details laat ik achterwege.

Pi’s ouders baten een dierentuin uit in Pondicherry, een stad gesitueerd in het zuiden van India. Op een dag besluit Pi’s vader de dierentuin te verkopen en te verhuizen naar Canada. Vervolgens wordt een groot deel van de dieren verkocht aan buitenlandse dierentuinen en het gezin vertrekt met een groot Japans vrachtschip ‘de Tsimtsum’ boordevol dieren naar Amerika. De reis verloopt echter niet zo voorspoedig als voorzien. Na een schipbreuk belandt Pi in een reddingsloep in de Grote Oceaan. Maar hij blijkt niet alleen te zijn. Hij ontdekt nog enkele medereizigers, namelijk een zebra met een gebroken been, een hyena, een orang-oetang genaamd Jus d'Orange en niet het minste van al Richard Parker, een Bengaalse tijger.

Het aantal passagiers in de reddingsboot wordt snel minder, tot alleen Pi en Richard Parker nog over zijn. De centrale relatie is dan ook die van Pi en de Bengaalse tijger. Zij voeren beiden een overlevingsstrijd in de beperkte ruimte van de sloep, omringd door de zoute oneindigheid van de Grote Oceaan. In deze helse situatie heeft elk van hen een niet aflatende drang om te overleven, maar deze overlevingsdrang is niet voldoende, ze worden verplicht om te leren samenleven op enkele vierkante meters. Pi krijgt dan ook niet enkel de taak om te zorgen voor drinkwater en voedsel, maar hij wordt ook verplicht een plan te bedenken, zodat hij niet ten prooi zal vallen aan Richard Parker.

Martel weet India, de dieren en de fantasierijke passages te beschrijven op een levendige en kleurrijke manier. In een passage van het boek beschrijft Pi de verschillende kleuren lucht die zijn ogen strelen wanneer hij omhoogkijkt vanuit de reddingsloep. Hiervoor heeft de auteur slim gebruik gemaakt van het ik-perspectief, waardoor we in het hoofd van Pi kruipen. We lijken zijn gevoelens zelf te kunnen beleven. Onze zintuigen worden verwend door de rijke woorden van zijn imaginatie. Door Pi's ontzettende honger komen exotische gerechten op in zijn zoetste dromen die ook ons doen watertanden. Je krijgt er weleens zelf honger van.

Al vanaf het begin doet de schrijver ons twijfelen aan de werkelijkheid. Op het einde wordt deze twijfel nog eens benadrukt, want dan lijkt Martel het sprookje zelf in twijfel te trekken. Het boek biedt de opportuniteit om je hersenen te pijnigen, maar je kan je ook gewoon neerleggen bij het avontuur en genieten van het komisch getinte boek. Martel omhelst het verhaal en doet je erin geloven, maar de keuze ligt volledig bij jou of hij je in God kan doen geloven.

Reageer op deze recensie

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.