Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Neusknippen

17 april 2019
Deze week fakkelde de prachtige kathedraal de Notre Dame de Paris op het Ile de la Cité af. Toen de torenspits ineen zeeg moest ik een denken aan 9/11 en de kwetsbare torens van het kapitalisme.

Deze kerk, die vele revoluties en machtswisselingen overleefde, werd waarschijnlijk het slachtoffer van een onvoorzichtige bouwvakker.

Marinus van der Lubbe was bouwvakker.

Dat lijkt een rare associatie, maar ik liep in gedachten wat grote branden en vernielingen en ineenstortingen van gebouwen na. Ik dacht aan de Rijksdag, het Paleis van Volksvlijt, Sodom en Gomorra, Carthago, de Boedhha's van Bamyan en de tempel van Serapis in Alexandrië.

Toeval bestaat niet. Want op het moment dat de eerste vlammen uit het dak van de Parijse kathedraal sloegen, las ik een beschrijving van de vernietiging van de tempel van Serapis in 391 na Christus. Van de tempel is vrij weinig bekend, laat staan overgebleven, maar het  moet een imposant en rijk versierd gebouw zijn geweest dat op een heuvel lag en daardoor boven de havenstad Alexandrië uittorende. Het was een baken voor zeelui en een bewaarplaats van een imposante collectie teksten uit vele tijden en verschillende culturen. Onder leiding van de plaatselijke patriarch Theophilus werd het gebouw met de grond gelijk gemaakt. Heidense godsdiensten moesten worden uitgeroeid. De tempel werd met de grond gelijk gemaakt. De boekrollen werden verbrand en beelden omvergetrokken, vernield, omgesmolten of ontdaan van vingers of neus. Dat laatste om de demonen die in de beelden huisden er uit te krijgen.

Het is duidelijk. Het is de tijd van de vestiging van het christelijk geloof in Europa. Oude geloven dienden radicaal te worden vernietigd.

Als het waar is dat de overwinnaars de geschiedenis schrijven, dan hebben de christenen zich subtiel in de rol van slachtoffer weten te manoeuvreren. Wij leerden op school over heilige martelaren die de dood verkozen boven het brengen van offers aan goden als Zeus. Christenen werden voor de leeuwen gegooid of en masse afgeslacht door lokale machthebbers. Op de katholieke kalender struikel je bijkans over de heilige martelaren. Zij stonden fier voor hun geloof tegenover de onderdrukkende Romeinse veelgodengelovers. De lijst van heiligen loopt van Adrianus tot Zoë van Rome.

Ik las over de tempel van Serapis in een heerlijk boek getiteld Eeuwen van Duisternis. Auteur is Catherine Nixey. In dit boek bouwt de schrijfster het beeld op van fanatieke christenen, die in de eerste eeuwen van onze jaartelling systematisch en doelbewust getracht hebben om de klassieke cultuur te vernietigen. Zo stelt Nixey dat meer dan 90 % van alle klassieke werken door de christenen vernietigd zijn. Meer dan eens haalt ze kerkvader Augustinus (354-430) aan, die genoteerd staat voor de opmerking: "Het uitroeien van alle bijgeloof van heidenen en ongelovigen, dat is wat God wil, God beveelt, God proclameert!"

Tegenover het beeld dat christenen in de laatste periode van het Romeinse rijk leden aan vervolging en onderdrukking, zet Nixey dus het beeld neer van een activistisch, gewelddadig geloof dat erop uit was de cultuur die haar oorsprong vond in het oude Griekenland te vernietigen. Niet voor niets begint Nixey met de uittocht uit Athene in 523 na Christus van een groep filosofen onder leiding van Damascius. Ze verlaten, gedwarsboomd en verketterd door christenen, de bakermat van de filosofie. Een ketting van 1.000 jaar oud wordt daarmee gebroken en nooit meer hersteld.

Nixey heeft een even vloeiende als scherpe pen. Het beeld dat zij neerzet rond de opkomst van het christendom in het Romeinse Rijk doet sterk denken aan het werk van Edward Gibbon, die een giftige kroniek over het verval en de ondergang van het Romeinse Rijk schreef. Dat is een omvangrijk boek waarvan de samenvatting alleen al vuistdik is. Ik lees er in als ik me wil laven aan meanderende zinnen, scherpe observaties en van alle ironie ontdane beschrijvingen van liederlijke lui. Lees de passage over keizer Commodus maar eens. Die begint met een beschrijving van het beperkte oordeelsvermogen van zijn vader, de beroemde keizer-filosoof Marcus Aurelius, gevolgd door het messcherp fileren van Commodus' moeder Faustina, die even doortrapt als overspelig was. Daarna pas is het de beurt aan Commodus, waar veel krankzinnigs over te melden is. Heerlijke literatuur, ik kan het niet anders omschrijven.

Dat literaire geweld heeft Nixey ook in huis. Je weet, net als bij Gibbon, dat ze een uiterste positie inneemt in het debat over de opkomst van het christelijk geloof in het Romeinse Rijk, maar ze bouwt haar betoog zo geraffineerd en eloquent op dat je er voor kunt vallen - net zoals alle beelden, zuilen en gebouwen dat deden onder het sloopwerk van de christenen.

Er is veel te zeggen over de vraag of het relaas van Nixey historisch gezien wel juist is. Los van het feit dat de bronnen beperkt zijn en de interpretaties van die beperkte bronnen veelvoudig, is het ook zo dat Nixey de indruk wekt haar scherpe positie bewust opgezocht te hebben. Het lijkt erop alsof ze appeltje te schillen heeft met haar ouders, die beiden monnik waren en later zijn uitgetreden.

Maar goed, laat ik niet te snel en te gemakkelijk bij Freud achterop de bagagedrager klimmen. De bronnen over de vernietiging van de tempel van Serapis zijn schaars. Het is onduidelijk of daar ook daadwerkelijk boekrollen zijn vernietigd, om maar iets te noemen. Er zijn ook berekeningen die aangeven dat er veel minder boekrollen en teksten zijn vernietigd dan door Nixey beweerd wordt.

Er valt dus het nodige af te dingen op dit boek. Wat het interessant maakt is dat er tegenover het martelaarschap van de christenen een actief, haast terroristisch beeld van de christelijke geloofsgemeenschap gezet wordt. Noch het een noch het ander zal in die complexe tijd het dominantst geweest zijn, maar dit boek laat zien dat er niet zo veel martelaren waren als wij geleerd hebben en dat de christenen ook van wanten wisten.

Op weg naar Pasen blijft één passage uit dit boek mij bij. Ik meen dat Nixey daarin de eerder genoemde Augustinus aanhaalt, die haast verbolgen opmerkt dat polytheïsten zonder morren en zonder ruzie te maken van elkaar accepteren dat ze andere goden eren en aanbidden, terwijl de christenen onderling ruzie krijgen over de wijze waarop één God geëerd dient te worden.

Heerlijk boek.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.