Een spannende missie van 12 uur

Op vrijdag 17 maart 2017 om 23u35 rijdt Reginald Olyslager in licht benevelde toestand een man aan. De man in kwestie blijkt niet gewond te zijn en Reginald stelt voor hem een lift te geven naar huis. Voor hij het weet, belandt hij daardoor als gijzelaar in handen van Clem, de aangereden man in kwestie die net een moord pleegde en van plan is er deze nacht nog drie aan toe te voegen. Hij doet dat niet zomaar, neen, zijn motief ligt in het verleden verborgen en de slachtoffers zijn pedofielen of hun beschermers. Reginald is verplicht om chauffeur van Clem te zijn en terwijl hij de hele nacht met Clem tussen Brussel en Antwerpen, maar toch voornamelijk tussen de buur- en fusiegemeenten van Mechelen, heen en weer rijdt, komt hij te weten wat Clem drijft. Ondertussen maakt hij zich ook zorgen want als hij morgenvroeg niet stipt op tijd zijn zoontje ophaalt, verliest hij mogelijk het hoederecht erover.

Met Nacht & nevel levert Luc Deflo (1958) zijn drieëndertigste thriller af sinds hij in 1999 debuteerde. Nog even en hij viert zijn twintigjarige carrière als schrijver van thrillers maar de boeken in kwestie boeten nog niets in aan kracht. Af en toe levert Deflo eens een minder boek af maar de meeste van zijn publicaties blijven sterk en de schrijver doet zijn best om niet al te voorspelbaar te worden. In tegenstelling tot sommige van zijn collega’s blijft hij niet decennialang dezelfde hoofdpersonages opvoeren, wat mee bijdraagt aan een langere houdbaarheidsdatum. Ook in dit boek zijn de ons bekende hoofdpersonages zoals Bosmans, Deleu en Mendonck, thuisgebleven. Dit keer ligt de focus bijna uitsluitend op Reginald en Clem. Ze worden wel achternagezeten door Bruno Devriese van de Staatsveiligheid, en ook de ex-vrouw van Reginald doet een duit in het zakje, maar zij zijn niet bepalend voor het verhaal.

Zoals steeds laat Deflo zijn personages een heel realistische taal gebruiken. De doorsnee Vlaming praat niet met van Latijn doorspekte volzinnen of citeert geen Shakespeare als hij met zijn buurman praat. Zijn Nederlands is ook niet standaard en dat is ook precies hoe Deflo de mensen laat zijn: niet standaard. Spreektaal getrouw weergeven door middel van schrijftaal is een kunst op zich en die beheerst Deflo heel goed. Precies omdat de personages zo dicht bij de man in de straat staan, voelt de Vlaamse lezer zich ermee verbonden en wil hij erover lezen. Daarom ook zullen zijn boeken nooit populair worden in Nederland.

De hele plot speelt zich, op een proloog en epiloog na, af binnen een tijdsbestek van nog geen twaalf uur en de hoofdstukken tonen de lezer via de titels ervan steeds de tijd. Daarbij valt vooral op wat een mens met een missie op zo’n korte tijd kan bewerkstelligen. Het doet wat denken aan de tv-serie 24 maar ondanks wat er zich allemaal in het boek afspeelt, voelt het tijdsverloop helemaal niet onrealistisch aan. Een aantal andere elementen van de plot zijn dat wel maar dat mag de pret niet drukken. Deflo heeft opnieuw een spannende thriller afgeleverd waar menig liefhebber zich weer enkel uren in zal verliezen.