Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Een uniek geschenk aan Elsschots kleinzoon

Marvin O. 26 februari 2019
Tsjip / De leeuwentemmer is een tweeluik waarvan beide delen met zes jaar verschil zijn geschreven. Tsjip verscheen in 1933 en De leeuwentemmer in 1939. In beide gevallen wordt de lezer meer inzicht geboden in Elsschots meest bekende personage Frans Laarmans. In Kaas en Lijmen, die beide eerder verschenen, staat Laarmans zelf centraal, maar in Tsjip krijgt ook zijn gezin een grote rol. Dochter Adele heeft immers een relatie met haar Poolse studiegenoot Bennek Maniewski. Nu ze beiden op afstuderen staan en Bennek weer naar Polen moet, stelt zich de vraag hoe de relatie verder moet. Het komt na veel vijven en zessen tot een trouwpartij en Adele verhuist naar Polen. Ze raakt zwanger en Laarmans’ kleinzoon Jan wordt geboren, die hij Tsjip noemt. In De leeuwentemmer is de relatie bekoeld en Bennek en Adele gaan uit elkaar, waarna getouwtrek om het kind volgt.

Laarmans is als personage sterk geënt op Elsschot. Tsjip, het kind, is dan ook geen verzinsel maar Elsschots eigen kleinzoon, Jan Maniewski, aan wie het boek ook is opgedragen. Maniewski is nog steeds een van de bestuursleden van het Willem Elsschot Genootschap, zoals ook Koen Rymenants, die het nawoord bij dit boek verzorgde, dat is. Maar Laarmans is niet Elsschot. Dat wordt onder andere duidelijk gemaakt in Achter de schermen, een soort van nawoord bij Tsjip dat Elsschot pas later schreef en waarin hij verklaart hoe bepaalde stukken tekst tot stand zijn gekomen.

Laarmans is een talmer. Van hem als familiehoofd wordt verwacht dat hij bij zijn dochter en Bennek polst naar hun toekomstplannen, maar hij stelt de noodzakelijke vragen niet. Liever dan dat, schrijft hij brieven en stelt hij dingen uit tot de gebeurtenissen hem voorbijsnellen. Slechts af en toe, als de nood echt hoog is, schiet de pantoffelheld een zeldzame keer in actie en vat hij de koe bij de horens, maar meestal zijn het de vrouwen in Laarmans’ leven die de kastanjes uit het vuur halen. In spelen met zijn kleinzoon vindt hij echter veel plezier. Laarmans toont zich in deze scènes een familieman, een eigenschap die in andere boeken niet naar voren komt.

Het valt op hoe progressief het gezin Laarmans op sommige gebieden is, gegeven dat deze twee boeken zich afspelen in het Vlaanderen van het interbellum. De dochters van Laarmans mochten studeren, de komst van een vreemdeling in de familie zet het gezin niet op stelten, het gezin is atheïstisch (maar toch mag Adele zich laten dopen als ze dat verlangt om met haar Pool te kunnen trouwen), er wordt gescheiden zonder dat daar woorden aan vuil gemaakt worden, en ook: het gezin gaat in de zomer op vakantie, voor de jaren ‘30 van de twintigste eeuw een moderniteit. Menig onderwerp dat in de beide boeken aan bod komt, is dan ook nog steeds relevant.

Elsschot duwt Laarmans in Tsjip in de rol van verteller, diegene die de gebeurtenissen vanuit zijn eigen wedervaren vertelt. In De leeuwentemmer pakt hij het ietsje anders aan. Laarmans vertelt nog steeds, maar doet dat via brieven die hij naar zijn oudste zoon Walter stuurt, dan in Parijs studerend. Hierdoor kan Elsschot voor een deel ook de weinig gebruikte jij-vorm hanteren om het verhaal te vertellen. De twee boeken horen dan wel samen, toch zijn ze op deze manier heel verschillend.

Alhoewel opgevat als een weinig om het lijf hebbend familieverhaal, niet zonder humor verteld, zit er toch veel meer in. Elsschot minimaliseerde het belang van zijn boeken zelf misschien wel, maar het reeds genoemde Achter de schermen toont wel aan dat Elsschot erg diep nadacht over woordkeuzes. Laarmans laat zich bovendien wel eens uit over maatschappelijke en politieke gebeurtenissen en Elsschot toont zich hierin visionair. De spanningen tussen Duitsland en Polen komen aan bod, bijvoorbeeld, en Elsschot lijkt wel aan te voelen dat Europa op een kantelmoment is aangekomen. In Duitsland werden de boeken van Elsschot ook uitgebracht in die periode, maar gezien het politieke klimaat daar, in gecensureerde versie. Tsjip en De leeuwentemmer zijn aangename vertellingskes, maar wat ze vooral bijzonder maakt, is hoe eenvoudig en laagdrempelig ze zijn, zonder enige diepgang te verliezen. Een verhaal schrijven dat iedereen begrijpt vergt pakken meer meesterschap dan schrijven voor een beperkte elite. Elsschot kon dat.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Marvin O.