Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

kinderlijk

Marvin O. 22 januari 2017
Van alle genres die ik lees, ben ik het meest kritisch voor fantasy. Als fantasy goed is, is hij vaak ook heel goed, maar als een fantasyboek niet echt goed is, wordt het snel kinderachtig. Nogal wat auteurs (en lezers) zijn al tevreden als de obligate tovenaars, draken en magische zwaarden aanwezig zijn. Het verhaal mag rammelen, de schrijfstijl mag wringen en schuren, de spelling mag hemeltergend slecht zijn, dan nog blijft een groep 'die hards' enthousiast preken dat het boek fantastisch is. Dat is jammer, want hierdoor ontstaat veel kaf waartussen het koren verdwijnt.
Ik ben een wat atypische lezer, vrees ik, want alhoewel de halve wereld de boeken verafgoodt, vond ik de boeken van Tolkien dikke flauwekul en kan ik lyrisch worden van boeken die haast niemand ooit heeft willen lezen. Ik laat me graag verrassen en ik geef nieuwe of mij nog onbekende auteurs graag de kans om zich te bewijzen. Ik bén ook effectief al meermaals aangenaam verrast geworden dus ik zal altijd met veel nieuwsgierigheid nieuwe fantasy-auteurs blijven proberen.

Ian Laverman is voor mij zo'n nieuwe auteur. Waar bevindt dit boek van hem zich ergens tussen dat kaf en koren? Wel, ondanks de goede recensies die anderen geschreven hebben, mag zijn boek bij Tolkien op de plank. Daar zijn een aantal redenen voor.

Reden 1 - spelling

Als je een boek uitbrengt, dan doe je dat in foutloos Nederlands. Uitgeverijen hebben mensen in dienst om hierover te waken. Meestal lukt dat aardig alhoewel het aantal slordigheidjes de laatste jaren toegenomen is. Maar, nooit eerder in mijn leven heb ik een boek gelezen dat zo bol staat van taalfouten als dit boek. Er is bijna geen enkele bladzijde te vinden in dit boek waar niet minstens één spellings- of stijlfout opstaat. En nog niet van de minste. Veel voorkomend zijn de foutieve lidwoorden: "de" waar "het" moet staan en omgekeerd. Ook vaak voorkomend zijn werkwoorden die niet overeenkomstig het onderwerp vervoegd zijn. Fouten van het type "de mensen draaide zich om” kom je verschrikkelijk vaak tegen. Ik vond bijvoeglijke naamwoorden die niet aangepast waren aan het geslacht van het zelfstandige naamwoord. Het aantal betrekkelijke en aanwijzende voornaamwoorden dat foutief gebruikt wordt, is ook niet te tellen. Uiteraard mogen ook de dt-fouten niet ontbreken. En dan zijn er nog de zinnen waarin woorden ontbreken. Dit boek is op taalvlak werkelijk een schande. Het is dan ook niet te begrijpen dat geen enkele recensie (hetzij op Hebban, hetzij elders) daaraan voorbij gaat.

Het gebruik van foute bijwoorden, voorvoegsels en achtervoegsels en het foutieve gebruik van de betekenis van woorden in het algemeen, wijzen erop dat de auteur een arme woordenschat heeft. Inconsequenties in het gebruik van hoofdletters (bv. als Paladijn en Staat met hoofdletter geschreven worden binnen deze fantasiewereld, dan moet dat ook doorheen heel het boek zo gebeuren) en bepaalde stijlfiguren wijzen er ook op dat de auteur geen goed taalgevoel heeft. Tijden van werkwoorden behoren ook gelijk te blijven. Je begint een zin niet in de verleden tijd om hem te eindigen in de tegenwoordige tijd.

Is dit allemaal de fout van de auteur? Uiteraard. Als je spelt als een twaalfjarige, breng dan geen boek uit. Maar er zijn verzachtende omstandigheden. Ian Laverman heeft dyslexie, en dat maakt de dingen natuurlijk wat moeilijker. Laverman heeft de spellingscorrectie van zijn tekstverwerker heus wel aan staan, want in het boek staat vrijwel nergens een woord dat niet bestaat. Ik herinner me "stammelde" waar "stamelde" had moeten staan, ik herinner me "Liltih" waar "Lilith" had moeten staan en ergens staat een keer "ie" waar "ei" had moeten staan en wat een niet-bestaand woord oplevert. Dat er verder geen woorden in het boek staan die echt helemaal niet bestaan, bewijst dat de spellingscontrole is gebruikt. Maar dat betekent nog niet dat alles correct is natuurlijk. Als er "langs" hoort te staan, en er staat "lans", dan klaagt de spellingscorrector van je tekstverwerker uiteraard niet. Als er "de modernen Paladijnen" staat (2x vlak na elkaar tegengekomen), ook niet. Maar in beide gevallen is de spelling uiteraard wel fout. Er zijn een aantal heel goede auteurs die niet kunnen spellen en die de manuscripten voor hen laten corrigeren. John Irving, om meteen niet de minste te noemen, heeft een voltijdse secretaresse in dienst die zijn manuscripten uittypt (waarmee ik niet wil zeggen dat hij niet kan spellen; het is een voorbeeld dat me toevallig te binnen schiet). Er zijn auteurs die hun boeken inspreken met een dictafoon en ze vervolgens laten typen. Waarom zou je geen hulpmiddelen gebruiken als je wel de fantasie hebt om een verhaal te verzinnen maar niet erg bedreven bent in taal? Laverman heeft dit boek zelf geschreven, en, onbegrijpelijk, in het boek staat de naam van diegene die de spellingscontrole heeft gedaan. Hoezo, welke controle? Nooit ofte nimmer had dit boek op deze wijze mogen uitgegeven worden.

Reden 2 - immatuur taalgebruik

Dat je niet kan spellen, is een ding, maar dat je zinnen immatuur zijn, is nog wat anders. Een verhaal bedenken dat kan boeien, is nog niet hetzelfde als een verhaal neerpennen op zodanige wijze dat het ook boeit. Het niveau van schrijven in dit boek is dat van een veertienjarige. In een interview met Ian Laverman las ik dat hij niet van al te complexe constructies houdt omwille van zijn dyslexie. Allemaal goed en wel, maar dat wil nog niet zeggen dat je als lezer de indruk moet krijgen dat dit boek door een nog jonge tiener is geschreven. Een niet al te complexe zinsconstructie is nog iets anders dan een foute. Vaak sluiten de zinnen niet goed bij elkaar aan en ik ben meerdere keren na het lezen van een zin moeten terugstappen omdat ik niet begreep waar die nu weer op sloeg omdat ik de cohesie met de tekst ervoor niet zag. Ik ben op een gegeven moment gaan denken dat ik een jeugdboek in handen had en ben ook gaan opzoeken of dat niet inderdaad de doelgroep was. Maar dit blijkt wel degelijk een boek voor volwassenen te zijn. Ik denk dat de uitgeverij dit boek toch beter promoot als YA. Voor iemand met wat meer leeservaring voldoet dit niet.

Ik denk dat Ian Laverman wel baat kan hebben bij een cursus schrijven en ook moet werken aan zijn woordenschat. Ook hier had de uitgeverij moeten ingrijpen. Ik vraag me af of iemand het boek daar wel gelezen heeft voor het is uitgegeven.

Reden 3 - de plot

Er is natuurlijk ook nog de plot zelf. Dat deze ongeloofwaardig is, mag niemand verbazen, want daarom ook is het fantasy. Toch hoort een verhaal ook binnen de grenzen van het genre geloofwaardig te zijn. De plot moet logisch aan elkaar hangen en niet alles moet opgelost worden door het te pas en te onpas laten opdraven van een deus ex machina in een of andere vorm. Personages, of ze nu menselijk zijn of niet, hebben gaven en beperkingen en daar moet je als auteur rekening mee houden. Personages stappen niet zomaar plotseling uit hun rol om zich anders te gaan gedragen dan ze behoren te doen volgens hun karakter of hun positie in de geschetste maatschappij. Dit boek rammelt wat dat betreft aan alle kanten.
Qua emoties zijn de meeste personages ook heel vlak. Ze zijn nooit even van hun melk, of vertwijfeld, of in een melancholische bui, of gewoon rustig. Dit soort emoties weet de auteur niet te portretteren. De personages zijn altijd heel woedend en schelden elkaar uit of vliegen elkaar voor het minste in de haren (het aantal keer dat werkwoorden als brullen of snauwen wordt gebruikt, of dat iets wordt beschreven als “gezeik”, of dat personages elkaar zomaar slaan, is in dit boek niet te tellen). Zijn ze niet woedend, dan zijn ze doodsbang en verstijven. Een tussenweg lijkt er niet te zijn. Bovendien zwiepen de personages geregeld als een jojo van het ene uiterste naar het andere zonder dat daar een geloofwaardige aanleiding toe is. Hierdoor verliezen de beschreven emoties al hun kracht.
De personages gedragen zich ook niet consequent t.o.v. elkaar. Als een personage A zich omwille van zijn positie onderdanig hoort te gedragen tegenover personage B, en dat aan het begin van het boek ook doet, dan kan het niet dat datzelfde personage A enige tijd later minachtend praat tegen B. De geloofwaardigheid is meteen weg dan.

Er worden van bij de start ook te veel personages aangedragen. Fantasy is een genre dat zich uitstekend leent tot het maken van dikkere boeken. Fantasylezers houden er normaal gesproken ook van om in een nieuwe wereld te duiken en fantastische personages te leren kennen. Daar is tijd voor nodig. Een schrijver mag (moet) dus ook tijd steken in het uitdiepen van de wereld en de personages. Als na 50 bladzijden al tientallen personages de revue zijn gepasseerd waarvan een aantal ondertussen ook alweer dood is zonder dat je er veel over te weten gekomen bent, dan verdwijnt je betrokkenheid tot deze personages al snel en ga je nog weinig aandacht schenken aan ze. Nieuwe elementen moeten ook met mondjesmaat geïntroduceerd worden. Sla de lezer om de oren met nieuwe namen en begrippen en de helft ervan ontsnapt aan de aandacht. Zelfs in de finale van het boek op het eind slaagt Laverman er nog in nieuwe personages te verzinnen die al even snel weer gedood worden.

In een interview zegt Ian Laverman: "Ik werk erg snel, omdat ik alles al ver vooruit heb uitgedacht." Ik geloof dat meteen. Je merkt aan alles dat hij snel werkt, en dat is helaas niet zo'n compliment want snel staat hier synoniem voor slordig. Ik zou Laverman de goede raad willen geven om wat trager te werken en meer op de details te gaan letten. Dat zal hopelijk ook de spelling ten goede komen maar het verhaal zal er vooral aan maturiteit en geloofwaardigheid door winnen. Laverman heeft misschien alles al ver vooruit uitgedacht maar dat geldt niet voor de lezer. Laverman springt geregeld van de hak op de tak omdat de personages en de verhaallijn voor hem duidelijk zijn en al helemaal klaar in zijn hoofd zitten. Als lezer moet je echter ook kunnen begrijpen waar bepaalde wendingen of gebeurtenissen vandaan komen. (In dit boek komen ze geregeld nergens vandaan en zijn ze slechts bladvulling.) Niet alles moet voorgekauwd zijn, want dan is de uitdaging ook weer helemaal weg, maar te weinig omkadering is minstens even storend. Het komt ook meermaals voor dat een bepaald personage plots opduikt en beschreven wordt, zonder dat het een naam krijgt. Enige tijd later wordt over een personage met een gegeven naam gesproken. Blijkt na enige tijd dat beide personages gelijk zijn. Er zijn stijlmanieren om dit soort van achterhouding bewust in een verhaal te gebruiken, maar in dit geval ligt het er vingerdik bovenop dat de auteur eigenlijk gewoon een fout gemaakt heeft door wat hij als vanzelfsprekend vindt, niet correct door te geven aan de lezer.

Ik sluit me aan bij de recensie van Biblion, waarin gezegd wordt dat het verhaal nogal cliché is. Originele of boeiende ideeën vond ik weinig in het boek terug. Het is een samenraapsel van ideeën uit andere boeken, uit films, uit computerspellen misschien zelfs wel, en het hangt niet allemaal heel goed aan elkaar. Het boek is ook cliché omdat de auteur zichzelf heel snel begint te herhalen. Alle gevechten in het boek lijken op elkaar en dat verandert niet door een heel arsenaal aan magische wezens op de lezer af te vuren. Ik denk niet dat er nog veel wezens zijn die op deze 350 bladzijden de revue niet zijn gepasseerd. De meesten hadden helaas ook totaal geen functie in het verhaal. Stellingen zoals “less is more” en “schrijven is schrappen” zijn in dit geval heel erg van toepassing.

* * *

Is het dan allemaal slecht? Neen, dat is het niet. Meestal kon ik niet in het verhaal komen omwille van alles hierboven aangehaald, maar af en toe las ik een paar bladzijden na elkaar die mijn aandacht hielden. Helaas nooit veel langer dan een aantal bladzijden voor ik me weer ergerde, maar het potentieel is er wel. Laverman is dit veel te snel gaan publiceren. De uitgeverij verdient een dikke blaam hier. Zij had het manuscript terug moeten sturen naar afzender met de goede raad het te herwerken en te laten rijpen. Misschien heeft de uitgeverij gedacht aan de huidige fantasyhype en is ze daarop gesprongen met het idee dat een auteur van eigen bodem het vast wel goed zou doen. Over enkele jaren is de hype misschien voorbij en is het tijd voor iets anders. Maar ze hebben de auteur daar geen dienst mee bewezen. Een hulpmiddel dat de uitgeverij had kunnen aanreiken, was ook een echte auteur geweest, iemand die kan spellen en zinnen vlot aan elkaar kan lijmen. Een dergelijke auteur had Laverman kunnen uitleggen wat er allemaal fout is aan zijn spelling, stijl en opbouw. Een aantal kritische betalezers had hier ook geholpen.

Je kan je natuurlijk afvragen waar de verantwoordelijkheid van de uitgeverij begint en ophoudt. Uitgeverij Zilverbron bestaat om jonge auteurs de kans te geven te publiceren. Het gaat om auteurs die nog niet klaar zijn om de uitgeverij winst op te brengen en daarom moeten zij zelf een niet onaardig bedrag aan kosten ophoesten. Op dit ogenblik net geen 2000 euro per boek. Toch beweert de uitgeverij dat ze ondanks dat niet zomaar alles aanvaarden en dat hetgeen ze aanvaarden, wel degelijk streng geredigeerd wordt in drie redactieronden. Ze begeleiden ook bij de promotie. Dit is een mooi en broodnodig initiatief en de website van de uitgeverij staat wat dat betreft vol valide argumenten. Maar toch, drie redactieronden en niemand heeft gezien dat dit boek vol spellingsfouten staat en dat de zinsopbouw kinderlijk is??? Wat vormgeving betreft klopt hetgeen ze beweren wel. Het boek is mooi verzorgd uitgegeven zoals dat hoort. Ook de voorkant verdient een pluim. Deze is zeer mooi en een mooie voorkant verkoopt. Zeker als het om het eerste boek gaat van een auteur. Maar eenmaal de auteur de naam heeft iemand te zijn die niet kan spellen en kinderlijke zinnen schrijft, dan zal een mooie voorkant niet kunnen vermijden dat de kopers van nu morgen massaal afhaken.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Marvin O.

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.