Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Merkwaardige gedichten, die mij niet liggen maar wel fascineren

Nico van der Sijde 19 februari 2016
Al jaren lang werd de Zweedse dichter Tomas Tranströmer een serieuze Nobelprijskandidaat genoemd, en een aantal jaren geleden won hij de prijs. Voor een klein oeuvre van in totaal nog geen 400 bladzijden. Terecht? Ik weet het niet. Ik lees de man al langer, maar ik begrijp hem niet en zijn werk ligt mij niet. En toch, zijn gedichten fascineren mij soms behoorlijk. Vaak gebeurt het mij ook dat ik totaal niet begrijpend naar een gedicht van hem zit te turen, en geen chocola kan maken van het gedicht als geheel, maar dan wel omver wordt geblazen door twee of drie prachtige regels. Zonder dat ik begrijp waarom.

Zijn gedichten lijken steeds te draaien om een verscherpt bewustzijn, waarin voor even 'iets' zichtbaar wordt wat we normaal niet kunnen zien en 'iets' wat normaal gesproken niet ervaren wordt toch voor even tot de ervaring doordringt. Dat 'iets' wordt dan erg van belang geacht in deze gedichten, maar het blijft toch steeds verborgen wat 'het' precies is. Het blijft bij intrigerende sporen van - of glimpen op - een 'andere werkelijkheid'. Vaak lijkt het daarbij te gaan om de wereld van het onbewuste, zoals die zich soms in dromen onthult of in de overgang tussen slapen en waken. Zo dicht hij bijvoorbeeld: 'Ontwaken is een parachutesprong uit de droom./ Vrij van de verstikkende maalstroom zinkt/ de reiziger de groene gordel van de ochtend tegemoet./ De dingen laaien op. Hij bespeurt - vanuit de vibrerende positie/ van de leeuwerik - de onderaards zwaaiende kroonkandelabers/ van de immense boomwortelsystemen (....)' Het ontwaken als 'parachutesprong' waardoor de dingen als nieuw 'oplaaien', en tegelijk die onderaardse sferen van het onbewuste: ik vind dit mooie regels. Ze fascineren mij nog steeds. Echt begrijpen doe ik ze niet, maar ze raken me wel, en dat is wat telt.

Datzelfde geldt voor de volgende regels, die een droom beschrijven over een kerkhof: 'Zacht schuift de dood het licht van onderop in, vanaf de grond./ De hei steeds paarser glanzend -/ nee in een kleur die niemand kent... tot het bleke ochtend -/ licht door de oogleden naar binnen suist/ en ik ontwaak met dat onwrikbare MISSCHIEN dat mij door de/ wankelende wereld draagt./ En ieder abstract beeld van de wereld is even onmogelijk als het/ ontwerp voor een storm'. Vooral dat beeld van een dragend 'misschien', en van een heidekleur die niemand kent en die toch het daglicht van onderop binnendringt... prachtig. Erg passend ook bij de onbepaaldheid van de droom en de raadselachtigheid van de dood. Vraag mij niet om in eigen woorden samen te vatten wat hier exact staat, want dat kan ik dus niet. Maar precies DAT maakt die regels voor mij ook fascinerend. Gedichten werken vaak anders dan proza: ze zijn minder eenvoudig te parafraseren, draaien vaak om iets dat op het punt staat zich te tonen maar zich niet toont. Of, zoals Tranströmer zegt: 'Door de spleet tussen waken en/ dromen/probeert een grote brief zich vergeefs naar binnen te dringen'. Zo inderdaad werken de gedichten van Tranströmer: iets wat zich niet laat benoemen dringt zich, ondanks die onbenoembaarheid, sterk aan de lezer op. Aan mij tenminste wel.

Veel van Tranströmers gedichten bevallen mij weliswaar niet helemaal, omdat ik ze vaak toch net even te weerbarstig of te duister vind. Niettemin, elke keer dat ik ze lees word ik toch weer door bepaalde regels getroffen. En voor mij is dat genoeg.
1

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Nico van der Sijde

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.