Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Verdorie, het is ECHT zijn magnum opus

Nico van der Sijde 12 februari 2016
Jaren geleden las ik dit boek al, en toen vond ik het best goed en onderhoudend. Nu heb ik het herlezen, en verdorie, nu vind ik het gewoon GEWELDIG en misschien wel Mulisch' allerbeste. Nu begrijp ik pas waarom veel mensen dit Mulisch' magnum opus vinden. Het boek is nu voor mij veel rijker dan de eerste keer, misschien omdat ik inmiddels een hele kilo Mulisch gelezen heb en hem dus beter snap. Ik heb die eerste keer echt allerlei dingen niet meegekregen die ik nu wel meekreeg. Daarnaast had ik ook wel baat bij het rommelige maar informatieve boekje Harry Mulisch ontdekt van Frans de Rover, dat mij dingen liet zien die ik ook bij herlezing had gemist, en bij de vierdelige recensie van Carel Peeters (op internet).

Het boek buitelt van ingewikkelde en rijke bespiegelingen over de theologie, astronomie, hieroglyphen, alchemie, muziek, architectuur en kunst. Die bespiegelingen zijn soms redelijk duizelingwekkend en (voor mij) onnavolgbaar, maar ook fascinerend en soms zelfs ontroerend. Ik ben behoorlijk agnostisch, maar ik snap de schoonheid en verlokking die uitgaat van het motief van het aloude geloof in de 'muziek der sferen' of de 'oerharmonie van het heelal'. Zeker zoals Mulisch het opschrijft. Ik ben een totale alfa, maar ik snap de fascinatie van natuurwetenschappers voor de oerknal en voor alles wat te maken heeft met het ontstaan van ons heelal. Zoals ik ook de fascinatie begrijp voor de oneindigheid van het heelal, voor sterrenlicht dat miljoenen lichtjaren erover doet om ons te bereiken, voor zwarte gaten, enzovoort enzovoort. Zeker zoals Mulisch het opschrijft. En dus raakte ik helemaal verslingerd aan Quintens peilloze dromen over b.v. fantastische, door het goddelijke of het onbewuste ingeblazen architectuur, met eindeloze gangen en trappen die de wetten van de zwaartekracht tarten. Onmogelijke architectuur eigenlijk, waarin a.h.w. een vorm gezocht wordt voor de niet te bevatten (en in die zin even 'onmogelijke') oerharmonie van het heelal. Zoals ik ook helemaal verslingerd raakte aan alle passages over onmogelijke meetkundige figuren of ondoorgrondelijke codes, en aan alle tantaliserende raadsels waarmee de personages worden geconfronteerd. Ik hou van literatuur die mijn verwondering voedt, en in De ontdekking van de hemel doet Mulisch dat op wel heel ijzersterke manier.

Het is ook nog eens een momumentaal verhaal over een vriendschap: Max Delius is een alter ego van Mulisch, Onno Quist is een evenbeeld van Mulisch' boezemvriend Jan Hein Donner, zodat dit boek ook een (ironisch) zelfportret is EN een monument voor Mulisch' gestorven vriend. En Quinten - in feite de zoon van Max en Onno, hoe paradoxaal dat ook lijken moge- is weer een aanstekelijk (vervormd) portret van de 17-jarige enthousiasteling die Mulisch tot zijn dood is gebleven: de briljante jongeling die op eigen wijze zijn weg zoek in kunst, filosofie, wetenschap en het occulte en die met jongensachtige onbevangenheid het onmogelijke najaagt. En dat leidt dan weer tot retespannende Dan Brown-achtige of Umberto Eco-achtige plotwendingen, met de verloren gewaande 'ark des verbonds' en de oorspronkelijke Stenen Tafelen (met daarop de door Mozes zelf opgeschreven tien geboden) als inzet.

Het verhaal is te ingewikkeld om na te vertellen, en bovendien zou het flauw zijn om stukken van de plot te verklappen. Maar een van de kernmotieven (dat staat al op de flaptekst, dus ik verklap niks) is dat twee engelen in feite via Quinten (en Onno, en Max) de Stenen Tafelen terug willen krijgen, omdat zij het verbond met de mensheid willen opzeggen. Dit omdat de mensheid (volgens de engelen) alle moraal heeft verloren en omdat de mens helemaal is gedomineerd door de techniek en daardoor zijn ziel verloren heeft. Die nogal pessimistische visie doordesemt ook het verhaalverloop: bijvoorbeeld in de bespiegelingen van Max over Auschwitz (de plek waar zijn moeder is vergast, de plek ook die samen met andere voor Max cruciale plaatsen een raadselachtige geometrische figuur laat zien), in het verraad dat de vriendschap tussen Max en Onno aantast, in Onno's wanhoop over alom groeiende onverschilligheid en vandalisme, en in andere details. Zoals bekend (kijk er o.a. "Voer voor psychologen" en "De compositie van de wereld" maar op na) dacht Mulisch zelf ook echt dat de mens door de techniek zijn ziel en persoonlijkheid verloren had en dat de wereld daaraan ten onder zou gaan. En die gedachte klinkt duidelijk door in allerlei uitspraken in De ontdekking van de hemel, met name uitsparen over techniek als een 'pact met de duivel'. Zoals ook Mulisch' gedachten over WO II doorklinken in de bespiegelingen van Max over het kwaad in de wereld, het raadsel van Auschwitz, het kwellende vermoeden dat het hele universum een zwart gapend gat is van totale zinloosheid.

Dat, gecombineerd met allerlei dood en verdoemenis in het boek, geeft De ontdekking van de hemel een behoorlijk pessimistische toon. Maar tegelijk is het vooral ook een boek vol uitbundige en zelfs uitzinnige verbeeldingskracht, waar je helemaal vrolijk van wordt. De vriendschap van Onno en Max is even ontroerend als hilarisch, en de jongensachtige fascinatie van Max en later Quinten voor de raadsels van het heelal is ongelofelijk aanstekelijk. Meer nog dan in andere boeken wist Mulisch mij te verbijsteren met zijn jongensachtig enthousiaste invallen over occultisme, alchemie en wetenschap. Alleen Mulisch kan zoiets bedenken als de 'historioscoop': een telescoop die de weerkaatsing opvangt van gebeurtenissen van eeuwen geleden. Onmogelijk, onvoorstelbaar en fantastisch, maar was de TV dat in 1800 niet ook? Prachtig is ook hoe Quinten opgroeit in een situatie die aan alle vastgeroeste conventies ontsnapt: met twee vaders (die allebei tegelijk wel en niet zijn vader zijn), met een afwezige moeder die juist door haar (op zichzelf trieste) afwezigheid sterker aanwezig is en ook een verstild en krachtig symbool is van oercreativiteit, en met een grootmoeder die (zonder dat Quinten het weet) tegen middernacht verandert in een seksueel bezeten furie. Een totaal andere setting dus dan de 'normale' familie, en juist daardoor kan Quintens uitzonderlijkheid zich ten volle ontplooien. Zo'n motief vind ik dan uitermate inspirerend en optimistisch. Net als het einde van het boek, waarin Quinten (als ik het goed heb begrepen) weer helemaal vervloeit met de oercreativiteit waaruit hij is voortgekomen. Mulisch zelf was bovendien geen pure pessimist: hij vreesde weliswaar de zielloosheid ten gevolge van de techniek, en werd zeer gekweld door het vraagstuk van het kwaad in de wereld, maar hij dacht ook dat kunst en verbeeldingskracht nog enige hoop op redding boden. En ook dat blijkt duidelijk in dit boek: het is immers ondanks al zijn pessimisme ook een jubelende ode aan de verbeeldingskracht, en een bruisende demonstratie van Mulisch' talent om het raadsel van de wereld nog vele malen te vergroten en te verrijken.

Prachtig boek kortom, dus ik ben blij dat ik het heb herlezen. En dat zal ik in de toekomst vast nog vaker doen!
4

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Nico van der Sijde

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.