Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Geniale galbak, die Celine

Nico van der Sijde 12 februari 2016
Volgens veel 'deskundigen' en gewone liefhebbers is Reis naar het einde van de nacht Celines absolute meesterwerk, en kan men zijn andere boeken gerust negeren. Maar een aantal verhitte fans roept dat Dood op krediet eigenlijk nog veel beter is, en de schrijver zelf vond dat ook. Zelf weet ik het niet: op mijn 24e las ik beide boeken en was ik twee keer volkomen verpletterd, en nu heb ik in korte tijd beide boeken herlezen en ben weer twee keer helemaal weggeblazen. Ik vond dus Dood op krediet net zo'n meesterwerk als Reis naar het einde van de nacht, niet beter maar ook niet minder, en dus ook een boek dat eigenlijk zes sterren verdient.

Dood op krediet is, net als de Reis, een enorme woedende scheldpartij tegen het menselijke tekort, waarin die woede tegen alles en iedereen wordt gecombineerd met een opmerkelijke deernis. De stijl van Dood op krediet is echter NOG radicaler: de zinnen zijn korter, koortsachtiger en hijgeriger; de bladzijden staan vol met uitroeptekens en met uitroepen of verzuchtingen die met drie puntjes eindigen (dus: '...'); en de lezer wordt voortdurend geconfronteerd met scheldwoorden als 'reetharing' of krachttermen als 'allenaaiendenetennogaantoe'. Gevolg is dat Dood op krediet de lezer nog meer onderdompelt in ellende en delirerende emotie dan Reis van de nacht al deed. Te meer omdat er nu ook ruimte geboden wordt aan koortsachtige nachtmerries (waarin zelfs reuzen of mismaakte dwergen voorkomen), apocalytische ondergangsvisioenen, lange tirades vol jankende teleurstelling en rancune, en regelrechte bloederige horror waar Jeroen Bosch nog een puntje kan zuigen. Het groteske viert hoogtij. Slapstick trouwens ook: veel groteske passages zijn ronduit hilarisch, bij sommige horrortaferelen - hoe afstotend ook- had ik helemaal de slappe lach. De strekking is dezelfde als die in Reis naar het einde van de nacht: we zijn allemaal lachwekkende strontzakken die gedoemd zijn tot mislukking en verval, en DAT moet potdomme eens duidelijk worden gezegd! Want DAT, DIE onherroepelijke mislukking en tragiek en belachelijkheid, is wat we delen! En anders niks! Nondeju!

Celine vond dat deze zaken in 'gewone' literatuur (met harmonische stijl en een logische plot) te mooi worden voorgesteld, en ook dat hij in Reis van de nacht nog te veel ruimte had geboden aan harmonische zinnen en te weinig aan de woedende schreeuw en rauwe emotie. Dat laatste doet hij in Dood op krediet inderdaad fors wat nadrukkelijker. Ik vond het daardoor aanvankelijk wel moeilijker om te lezen. Maar aan de andere kant geeft die rauwe emotie en zwartgalligheid ook wel een bepaald soort opluchting, hoe gek dat ook lijkt: het lucht gewoon op om de zaken niet mooier voor te stellen dan ze zijn en om alle negativiteit er in EEN grote ontlading uit te gooien! Geen mooie praatjes, maar duidelijkheid! Tot op het bot! Geen vaag geleuter over hooggestemde idealen! Maar gewoon de rauwe werkelijkheid in al zijn naaktheid! Ik moet bekennen dat een dergelijke onbeschaamdheid wel wat heeft. En ja, het levert - als je er eenmaal wat aan gewend bent- ook meeslepende en fascinerende lectuur op. Zoals bijvoorbeeld in de volgende passage waarin woedend wordt geknokt: 'De tafel, de vent zelf, z'n stoel, de hele troep dondert tegen de vlakte... Alles rolt over de vloer...alle kanten op... Ik word meegesleurd... Ik struikel, ik val... Ik kan me niet meer inhouden... Nou moet ik hem afmaken, die vuile drekhond! Pats! Daar ligt ie... Ik zal 'm z'n bek in elkaar rammen!... Dat ie nooit meer kan praten!... Ik trem z'n hele smoel in mekaar....' En, even verderop (het gaat nog over dezelfde knokpartij): 'Ik grijp diep in z'n vlees... Ik voel kwijl... Dat ben ik... Ik geef een ruk... Ik trek een groot stuk van z'n snor af... De smeerlap, hij bijt me! Ik graai in z'n haren... 't Is glibberig... Mijn handen glijden uit... [...] Hij laat los... Hij wordt slap... Hij ligt slap onder m'n benen... Hij sabbelt op m'n duim... Nou sabbelt ie niet meer... Verdomme! Ik keek even op... Ik kijk recht in 't gezicht van m'n moeder... Ze kijkt me aan, d'r ogen dubbelwijd opengesperd... Zo wijd dat ik me afvraag waar ik eigenlijk ben...'.

Een volkomend stuitend tafereel, ik geef het toe. En daardoor lastig leesbaar. Maar naar mijn smaak ook echt geniaal geschreven. De passage is ongehoord koortsachtig en chaotisch van stijl, en maakt precies daardoor de koortsachtige emotie van een knokpartij voelbaar. De rauwe emotie waarin de 'ik' eerst kwijl voelt en pas dan beseft dat het zijn eigen kwijl is (en de terloopse opmerking dat hij die kwijl IS vind ik ook nog eens schitterend), en waarin hij ineens zijn moeder ziet en - meegesleept door zijn woede- niet meer beseft waar hij is. Hij is helemaal ontregeld geraakt, en die gemoedstoestand wordt door deze ontregelende stijl prachtig getoond. Door zijn zo ongewone stijl maakt Celine dus allerlei rauwe emotie voelbaar, op mijns inziens geniale wijze. Niet alleen de schaos en woede, zoals in de knokpartij hierboven, maar ook teleurstelling en verdriet in bijvoorbeeld de ellenlange monologen van de ik-figuur, zijn vader en zijn moeder. De knokpartij hierboven is eigenlijk de culminatie van allerlei frustraties, teleurstellingen en rancunes: ook die heeft Celine eerder al, ook weer in ellenlange alinea's vol uitroeptekens en drie puntjes, prachtig voelbaar gemaakt. En dat doet hij ook met geheel andere emoties: dromen van schoonheid en verlangens naar liefde, de even meeslepende als zotte visioenen van uitvinders die het perpetuum mobile willen ontdekken of revolutionaire landbouwverbeteringen, de - uiteraard vergeefse- droom het heelal te doorgronden, de innerlijke noodzaak om zich te verliezen en troost te zoeken in - prachtig vertelde- sprookjes en verhalen, de teleurstelling dat deze verhalen altijd door de brute realiteit worden doorkruist, de wurgende weemoed bij het zien van een schip in de verte dat langzaam over de horizon verdwijnt, enzovoort enzovoort.

Dood op krediet slingert je zeshonderd bladzijden lang van het ene adembenemende tafereel naar het andere. Daarbij spuugt Celine soms bladzijden lang gal en woede in je gezicht, dan weer bladzijden lang teleurstelling en rancune, dan weer treurnis over vergeefse liefde, dan weer bijna maniakale lust en geilheid (er wordt flink gecopuleerd en gemasturbeerd in dit boek), en dan weer bodemloze deernis omdat we allemaal gedoemd zijn zinloos te creperen en te worden weggeveegd van de aardbodem. De ik-figuur kan soms de hele wereld wel neerschieten of onderkotsen, terwijl hij op andere momenten wanhopig is dat iedereen maar ten onder gaat en verdwijnt. En met al die stemmingen kun je als lezer meevoelen, omdat Celine de betreffende emotie steeds met onnavolgbare directheid op het papier heeft neergekwakt. Zoals je als lezer ook ademloos meeleeft met alle barokke belevenissen en grillige lotswendingen van de ik-figuur en zijn lotgenoten. Ook dit was dus weer een geweldig boek van Celine. Zeer veeleisend, door alle ellende en de koortsachtige stijl, maar ook zeer geweldig. Naar ik vrees ben ik nu verslaafd aan die man. Tot nu toe heb ik zijn andere boeken bewust vermeden, maar er zit niks anders op: ik ga nog meer lezen van die geniale galbak!
13

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Nico van der Sijde

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.