Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

De ongewoonheid en pluriformiteit van elk doodgewoon leven

Nico van der Sijde 20 december 2017
Onlangs las ik met veel vreugde "Meteoor", dat samen met het nog onvertaalde "Hordubal" en "Een doodgewoon leven" een trilogie vormt. Mooie aanleiding om "Een doodgewoon leven" te herlezen, en dat beviel eveneens opperbest.

"Een doodgewoon leven" draait om een doodgewone en tamelijk onaanzienlijke spoorwegambtenaar, die, wetend dat hij binnenkort zal sterven, zijn levensverhaal optekent. Met als doel het ordelijk vast te leggen en goed af te ronden, zoals dat een gedegen ambtenaar betaamt. En dat leidt tot een vrij onnadrukkelijke, maar door zijn licht melancholische en verrassend filosofische toon toch heel ontroerende apologie van een doodgewoon leven. Waarbij het wel heel opvallend is hoe gewoon dit leven inderdaad overkomt, en hoe ongewoon poëtisch, verrassend en filosofisch de beelden zijn die voor de beschrijving van dat gewone leven worden gebruikt. Door Capeks trefzekere pen krijgt dit gewone leven toch een grote diepgang en grandeur, terwijl het tegelijk toch heel gewoon blijft. Het lijkt wel alsof in Capek duidelijk wil maken dat juist het doodgewone, mits met aandacht en fantasie bekeken en beschreven, zijn eigen - vaak miskende- poëtische charme heeft. Wat ik een mooie gedachte vind. En mooi uitgewerkt bovendien, want ik werd helemaal blij en gelukkig van Capeks beschrijvingen van al deze gewoonheid.

Maar halverwege het verhaal neemt dit boek een fascinerende wending: de zo gewone man hoort ineens een protesterende tegenstem in zijn hoofd, en raakt daarmee in een ruziënde dialoog. Zijn innerlijke monoloog wordt een dialoog, geleidelijk aan een trialoog, en geleidelijk aan een polyloog van wel heel veel verschillende stemmen. En in die polyloog komt hij tot de conclusie dat hij niet een enkel ik heeft, niet een persoon is uit een stuk, maar een menigte van verschillende personen die soms totaal haaks op elkaar staan en vaak ook puur door redeloos toeval zijn ontstaan. Bovendien concludeert hij dat iedereen tevens bestaat uit een hele resem ikken die zouden hebben kunnen bestaan, dus uit een hele reeks ongerealiseerde of vroegtijdig afgebroken mogelijkheden, en ook die menigte draagt bij aan de toch al zo chaotische veelvormigheid van elk zogenaamde ik. Kortom, de beambte, die ons leek te willen bedwelmen met de poëzie van zijn gewoonheid en eenvormigheid, verrast ons uiteindelijk met de totale pluriformiteit en ongerijmdheid van zijn ik.

Eigenlijk had de lezer dat van begin af aan kunnen vermoeden: ook aan het prille begin van het verhaal was er al dat bijna terloopse beeld van een rozenstam die "graag een wilde roos zou willen zijn", en ook viel mij op dat de ik-figuur soms over zichzelf sprak in de hij-persoon, alsof hij zijn zo gewone ik soms toch ziet als een vreemdeling. Maar toch, de wending naar de pluriformiteit was voor mij ook bij herlezing weer heel verrassend en stimulerend. En heel fraai vond ik de volgende verzuchting: "Kon ik maar even dichter zijn, want de dichter heeft het goed; hij ziet wat er in hem is en kan het een naam en een vorm geven. Fantasie bestaat niet, niemand kan verzinnen wat niet al in hem aanwezig is. Ontwaren en toehoren, hierin zit hem het hele wonder en de hele openbaring. En dat wat in ons slechts is aangeduid, tot het eind toe doordenken". Prachtig, want wat de verteller zegt niet te kunnen heeft hij eerder in het verhaal juist wel gedaan: door zichzelf aandachtig te observeren heeft hij de verborgen veelheid in zijn binnenste gezien en daar gestalte aan gegeven. Dus eigenlijk is hij wel degelijk een dichter, al zegt hij zelf van niet. En in elk geval is Capek zelf een dichter, omdat hij zo poëtisch en suggestief vorm en inhoud geeft aan zijn filosofische gedachte dat wij allemaal ongerijmd pluriform zijn, ook al weten we dat zelf niet.

De poëtische beschrijving van het doodgewone leven in de eerste helft van het boek vond ik prachtig. Maar nog prachtiger vond ik hoe Capek vervolgens de pluriformiteit beschrijft van dit ogenschijnlijk zo doodgewone ik. En daarmee ook de ongerijmde rijkdom die kennelijk ook in de meest grijze grijsmuis schuilgaat. Ook vond ik dit boek een even overtuigend pleidooi voor de onbegrensde fantasie als het zo veel exuberantere "Meteoor". Natuurlijk, "Meteoor" is veel spectaculairder, en enorm aanstekelijk door de enorm spanningsvolle en exotische onbegrensde werelden die bereikt worden dankzij de rusteloos speurende en ongeremde fantasie. Maar in "Een doodgewoon leven" krijgen we de onbegrensde veelheid van ikken voorgeschoteld die kunnen huizen in zelfs de meest doodgewone persoon. En die veelheid is minstens zo exotisch, minstens zo buitengewoon, en minstens zo meeslepend.

Het schijnt dat "Hordubal", het enige nog niet vertaalde deel van de trilogie, al onderhanden wordt genomen door vertaalster Irma Pieper. Hunkerend wacht ik af, en hopelijk gaat ze daarna nog tijden door met het vertalen van die dekselse Capek!
7

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Nico van der Sijde

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.