Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Ondergedompeld in het koortsachtige hoofd van een moordenaar, vol afgronden en open raadsels

Ik bewonder de grote romans van Dostojevski mateloos, vooral "De broers Karamazov". Nieuwe vertalingen ervan grijp ik vaak aan als ideale kans om ze weer te herlezen. Dus Hans Bolands nieuwe vertaling van "Misdaad en straf" kocht en las ik meteen. En ik werd nog harder omvergeblazen dan alle eerdere keren dat ik dit onbeschoft geniale boek las. Dat heeft vast met Bolands vertaling te maken: ik moest wennen aan woorden als "gelul", "eikel" en "opgeilen", maar niettemin (of: juist daarmee) maakt Boland de enorme intensiteit van Dostojevski's proza wel heel mooi voelbaar. Bovendien lijkt het wel alsof "Misdaad en straf" elke keer dat ik het herlees nog intenser en enerverender is dan de vorige keer.

Het verhaalverloop is maar al te bekend, ook voor veel mensen die het boek nooit hebben gelezen: Rodion Raskolnikov vermoordt op brute en bloederige wijze - met een bijl- een zeer akelige oude woekeraarster en haar halfzuster die toevallig ter plaatse was, deels omdat hij bezeten was van het waanidee dat voor sommige uitzonderlijke mensen de normale wetten en normen niet gelden. Totale innerlijke paniek voor en na de moord doordringt hem ervan dat hijzelf niet zo'n uitzonderlijk mens is, en net zo'n rioolrat als elke gewone mens: daarom wordt hij door totale walging gegrepen, en door wanhoop over zijn eigen nietswaardigheid, maar vooralsnog niet door de behoefte om voor zijn wandaad te boeten. Vooral door zijn dialogen met Sonja, een Petersburgse kindhoer, komt hij er echter toe, zij het alleen via afgrondige innerlijke worstelingen, om uiteindelijk toch de straf voor zijn misdaad te ondergaan. Wat aan het slot van deze roman ook tot een adembenemend beschreven innerlijke transformatie leidt, die ook zijn eigen ratio overstijgt: "Redeneren had plaatsgemaakt voor leven, in het radicale vernieuwingsproces dat zich in hem voltrok". Wat dan een "stapsgewijze intrede in een nieuwe wereld" betekent, "een ongekende, en vooralsnog niet vermoede werkelijkheid". Geen definitieve verlossing, in mijn beleving, ook niet een nieuw verlicht bewustzijn door Boete en Genade. Maar wel een radicale verwerping van alle vroegere houvast en van zijn hele vroegere persoonlijkheid, nadat die persoonlijkheid eerst door een wervelwind van peilloze kwellingen en bodemloze existentiële twijfels en angsten totaal door elkaar is geschud. Alsof Raskolnikov getransformeerd is door een innerlijke hel van ook voor hemzelf onbegrijpelijke affecten. En alsof daarna weer een nieuw verhaal begint, dat weer alle kanten op kan, maar zonder dat wij ooit zullen weten welke.

Magistraal vind ik hoe "Misdaad en straf" een ongelofelijk strakke structuur en verhaallijn weet te combineren met een ongehoorde openheid en onvoorspelbaarheid. In "De idioot" en "De broers Karamazov" vliegt de plot door de hysterische grilligheid voortdurend uit de bocht, terwijl in "Misdaad en straf" de plotlijn prachtig strak blijft en de grillige hysterie toch even voelbaar blijft. Je weet bovendien vanaf pagina 4 dat Raskolnikov een moord zal plegen en daarvoor zijn straf niet zal ontlopen, terwijl "Misdaad en straf" de volle 634 pagina's lang toch retespannend blijft, voor mij spannender dan de allerspannendste thriller. Dat komt ten eerste door de geweldig beschreven innerlijke draaikolk van emoties van Raskolnikov nog voordat hij de moord pleegt: de echt geniale wijze waarop Dostojevski, door minutieuze beschrijving van Raskolnikovs chaotische innerlijke polyloog, voelbaar maakt dat Raskolnikov zijn eigen wirwar van emoties en angsten en motieven nooit begrepen heeft en bovendien steeds minder begrijpt. En vooral na de moord is de innerlijke turbulentie van Raskolnikov een fascinerende tornado van tegenstrijdigheden, verrassingen en onvoorspelbaarheden, voor de lezer en voor Raskolnikov zelf. Raskolnikov is tot zijn eigen ontzetting allerlei grenzen over gegaan waarvan hij het bestaan soms niet eens had vermoed, begrijpt voor en na de moord steeds minder van de tegenstrijdige en vaak maar half-bewuste motieven voor de moord, en staart met groeiende koorts en afkeer naar zijn turbulente innerlijke afgrond. En de lezer kan weinig anders dan meebewegen met die even chaotische als koortsachtig- hallucinatoire turbulentie. Dat wordt nog versterkt door Dostojevski's formidabele sfeertekeningen: de wijze waarop hij de smorende hitte beschrijft, en de verloederde smerigheid van Petersburg, een stad die door Dostojevski's geniale pen verandert in een surrealistische koortsdroom die Raskolnikovs innerlijke hel voedt en spiegelt.

Nog genialer zijn naar mijn smaak zelfs de vele confrontaties en dialogen van Raskolnikov met allerlei andere, even karikaturaal als overtuigend getekende personages, waarbij realiteit en hallucinatie soms ononderscheidbaar met elkaar vermengd raken. Ongehoord zijn de dialogen tussen Raskolnikov en de rechercheur Porfiri, die een soort overtreffende trap is van inspecteur Columbo maar wel veel onvoorspelbaarder. Nog ongehoorder is de confrontatie met Svidrigailov, een adembenemend boosaardige nihilist die boosaardig en zelfs moorddadig is uit pure innerlijke leegte, die vanwege die innerlijke leegte ook een ongelofelijk intrigerend personage is dat ondanks alles zelfs medelijden oproept, en die door al zijn onvoorspelbaarheid en meerkantigheid een intrigerend raadsel is en blijft voor de lezer. Een raadsel bovendien dat het raadsel van Raskolnikov nog vergroot, omdat de dialogen vaak uitnodigen om de verschillen en overeenkomsten te peilen tussen Raskolnikovs innerlijke afgrond en Svidrigailovs innerlijke leegte. En Raskolnikov komt nog met tientallen andere personages in aanraking, die allemaal op geheel verschillende wijze worstelen met teleurstelling, nietswaardigheid, ontoereikendheid: allemaal zijn ze in paniek over het leven, net als Raskolnikov, zij het niet zo intens en op geheel andere wijze. Maar hun grillige levensverhalen en hun vaak onvoorspelbare gedrag verweven zich wel met de lotgevallen van Raskolnikov, al was het maar omdat Raskolnikov hun onverwachte reacties en emoties beantwoorden moet. En zo zit "Misdaad en straf" boordevol met confrontaties tussen Raskolnikov en allerlei raadselachtige meerkantige personages, wat tientallen retespannende dialogen oplevert die het raadsel Raskolnikov nog verder vergroten. Te meer omdat die dialogen obsessief doorwerken in Raskolnikovs steeds koortsachtiger hoofd, wat dan weer leidt tot steeds nieuwe totaal verrassende gedachten en acties.

Ooit werd Dostojevski door de geniale Russische literatuurwetenschapper Bachtin geroemd om zijn polyfonie, om de veelstemmigheid van zijn boeken. Dostojevski's grote romans hebben allemaal meerdere hoofdpersonen, elk met een heel eigen stem. Die stem is bovendien meerduidig, ambigu, in conflict met de andere personages in het boek en met zichzelf, en vaak ook erg veranderlijk: ineens worden de personages overvallen door een henzelf totaal verbijsterend inzicht, om even later net zo plotseling het totale tegendeel te denken. In "Misdaad en straf" zien we Raskolnikov en veel van de andere personages bovendien voortdurend in crisis: steeds op de drempel van een totale verandering die ze niet begrijpen, niet gewapend met enige zekerheid uit het verleden, en vol tegenstrijdige gedachten over de open toekomst. Die crisis, en het karakter van elk personage, onthult zich puur via wat ze zeggen en doen: als lezer kunnen we alleen maar meebewegen met hun koortsachtige gedachten en gedragingen, en dat maakt alle personages voor ons nog extra raadselachtig. Al die personages hebben bovendien andere perspectieven op de wereld, die nergens samenkomen in een overkoepelend totaalbeeld: er is geen alwetende verteller die de personages duidt of verklaart, laat staan een alwetende verteller die hun zo uiteenlopende gedragingen en wereldbeelden breukloos met elkaar verbindt. Raskolnikov is heel geregeld met allerlei andere personages in verhitte dialoog, wat elke keer een confrontatie is met andere stemmen die ook zijn eigen stem anders doen klinken. En als hij alleen is zien we hem koortsachtig worstelen met die confrontaties, en met de vele veranderlijke stemmen in zijn eigen hoofd. Daardoor zien we nooit de definitieve Raskolnikov, maar steeds alleen een Raskolnikov in gesprek met anderen en zichzelf. En dus: een Raskolnikov in verandering, in crisis, in wording. Niet iemand met een definieerbare en fixeerbare identiteit, maar iemand wiens identiteit voortdurend wordt gevormd en veranderd in confronterende dialogen met anderen en met zichzelf.

Dat alles geldt tot mijn vreugde ook voor de dialogische confrontaties tussen Raskolnikov en Sonja. Laatstgenoemde is een kindhoer, bijna de personificatie van schande en zelfkant en verloedering, maar ook - zoals vaker bij Dostojevski- van een bijna heilig soort pure goedheid. Heiligheid en pure goedheid is, in Dostojevski's wereldbeeld, alleen nog te vinden in de verloederde zelfkant die door burgermannen walgend wordt verworpen. Tja, dat is een wereldbeeld dat ik niet deel, en dat naar mijn smaak gauw tot sentimentaliteit leidt, en ik zou het ook al te sentimenteel en simplistisch hebben gevonden als Raskolnikov door Sonja zou zijn "gered". Hoe briljant die goedheid ook op papier is gezet, even briljant overigens als Sonja's volkomen liederlijke en groteske uitdossing als kindhoer. Maar het fascinerende is, voor mij, dat zij wel een belangrijke katalysator is in zijn innerlijke transformatie, maar dan zonder het verhaal daarmee in een al te simpel verlossingsverhaal te veranderen. Misschien heeft Dostojevski, op eigenzinnige wijze gelovig als hij was, "Misdaad en straf" wel deels als stichtelijk verlossingsverhaal bedoeld, en veel Dostojevski-lezers vatten deze roman vooral in die zin op. Maar door alle aandacht voor de innerlijke verscheurdheid van Raskolnikov en door zijn kakelbonte meerstemmigheid is "Misdaad en straf" volgens mij sowieso meer dan alleen dat. En ook de interactie tussen Sonja en Raskolnikov is volgens mij rijker, meerduidiger en interessanter dan alleen maar een stichtelijk "hoer redt de ziel van een moordenaar" - motief.

Dat komt ten eerste doordat in de dialogen tussen haar en Raskolnikov vooral de innerlijke worsteling van Raskolnikov overweegt, en doordat Raskolnikov nergens - ook niet in de epiloog- verandert in een van de zonden gereinigd verlicht mens. Maar het komt volgens mij ook doordat Sonja en Raskolnikov elkaar niet alleen herkennen als in wezen heel goede mensen, zoals in een sentimenteel verhaal of een conventioneel Christelijk verhaal zou zijn gebeurd, maar vooral als totale luizen die zich allebei hebben ondergedompeld in het totaal abjecte en schandelijke en minderwaardige. Als personen dus die zich allebei hebben laten meezuigen in sferen die totaal ingaan tegen alle morele verboden, ook hun eigen innerlijke verboden en taboes, en daardoor geconfronteerd zijn met de absolute ondergrens van het menselijke. Beiden hebben de bodem van de schande en minderwaardigheid bereikt, in de ogen van de wereld en in de ogen van henzelf. Die schande en verworpenheid herkennen ze in elkaar. Maar beiden ervaren van elkaar ook een aarzelend begin van begrip en meededogen. Ziehier een volgens mij belangrijk thema van Dostojevski: elk mens is een verachtelijke luis, maar elke verachtelijke luis verdient ook mededogen en vergeving ondanks dat hij een luis is. Precies op het moment dat Raskolnikov vol walging de minderwaardigheid van zijn moord doorvoelt is hij meer dan ooit onze broeder, onze naaste, die alleen van ons verschilt omdat hij beter dan wij beseft dat hij een luis is. Wij moeten dus met hem meevoelen: wij moeten immers beseffen dat ook wijzelf grillige rioolratten zijn van de ergste soort, even walgelijk en ondoorgrondelijk als Raskolnikov. Dat althans is, volgens mij, een belangrijke boodschap van Dostojevski. Een boodschap die ik moeilijk te vatten vind, vooral omdat ik mij maar moeilijk kan voorstellen hoe dat mededogen er uitziet. Maar elke keer als ik "Misdaad en straf" lees voel ik een soort beginnend begrip. En misschien is dat genoeg.

"Misdaad en straf" dompelde mij 634 uiterst intense bladzijden lang onder in het koortsachtige hoofd van een abjecte maar ook raadselachtige moordenaar. Die 634 bladzijden waren vol verrassingen, tegenstrijdigheden, innerlijke dialogen vol tegenspraak en afgrondige confrontaties van de raadselachtige moordenaar met andere al even raadselachtige en meerkantige personages. Elke actie van Raskolnikov is een verrassing voor Raskolnikov en de lezer, elke verklaring achteraf van die actie is onvolkomen en ontoereikend. Als lezer moet je daarom elk oordeel opschorten, en elk overhaast voorlopig oordeel meteen weer herzien. Ook elk moreel oordeel: weliswaar ziet Raskolnikov zichzelf uiteindelijk als een luis die zichzelf niet begrijpt, maar wijzelf zijn dat misschien ook. Wie weet is dat opschorten van een definitief oordeel wel de belangrijkste les van "Misdaad en straf". Misschien is het daarom een boek dat eindigt met een nieuw begin, niet met een afgeronde conclusie. En misschien is dat de reden dat dit boek, ondanks zijn enorm strakke structuur, ons alleen maar existentiële innerlijke afgronden toont. Afgronden die wij volgens Dostojevski met veel compassie moeten bekijken, en die ook verontrustend herkenbaar zijn in onszelf.
10

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Nico van der Sijde

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.