Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Magistrale zoektocht naar openingen in de Grote Gewoonte

Er zijn veel mooie boeken, en daarover jubelen is een door mij graag en vaak beoefende hobby. Maar van Cortazars roman "Rayuela" werd ik echt exceptioneel euforisch. Dat is echt een van de 20 allergeweldigste boeken die ik ooit las; ik veerde letterlijk op bij elke pagina, en vond het vaak zo prachtig dat ik er helemaal hilair van werd. Dat was mijn ervaring toen ik voor het 30 jaar geleden voor het eerst las, en bij latere herlezing en bij de her-herlezing nu verloor het voor mij niets van zijn glans. Integendeel. Ik word nog steeds helemaal vrolijk van de anarchistische speelsheid, ik raak nog steeds helemaal geïnspireerd door het onvermoeibare verzet tegen alle conventies en de onvermoeibare zoektocht naar nieuwe denkwegen en ervaringsmogelijkheden, ik lach mij nog steeds dood om de uitermate bevrijdende humor, ik word nog immer betoverd door Cortazars werkelijk swingende stijl, en ik staar nog altijd ademloos bewonderend naar de nieuwe werelden en werkelijkheden die hij voor mij opent. Het lijkt soms zelfs wel of bij elke herlezing dit boek nog imponerender wordt dan het in mijn herinnering al was.

In het eerste deel van "Rayuela", getiteld "van die kant", volgen we de onnavolgbare innerlijke monologen van de in Parijs wonende Argentijnse intellectueel Horacio Oliveira, en zijn wellicht nog onnavolgbaardere dialogen met Parijse intellectuele vrienden. Prachtig wordt daarin beschreven hoe Oliveira en zijn vrienden zoeken naar nieuwe vormen van denken, schrijven en voelen die totaal breken met de 'De Grote Gewoonte'. De werkelijkheid zoals die voor ons door conventies gedetermineerde geestesoog verschijnt bevredigt Horacio totaal niet, en dus zoekt hij even tevergeefs als bewonderenswaardig vasthoudend naar breuken en openingen in zijn eigen wijze van denken en zien, om zo glimpen op te kunnen vangen van iets totaal anders en nieuws. En zijn geliefde "La Maga" is voor hem een soort toegangspoort naar dit totaal andere, vanwege haar intuïtieve en pre-logische denkwereld die voor de intellectuele Oliveira nauwelijks te bevatten is. In deel twee van "Rayuela", getiteld "van deze kant", is Oliveira weer teruggekeerd naar Buenos Aires: het immense Parijse avontuur is daarmee beëindigd. Maar het wordt opgevolgd door een minstens even adembenemend nieuw avontuur, vol onnavolgbare dialogen met zijn jeugdvriend Traveler met wie hij ook weer naar nieuwe werkelijkheden zoekt, diens vriendin Talita die een soort gedroomde dubbelganger van "La Maga" is en daarmee voor Oliveira nieuwe surrealistische werelden opent, en diverse hallucinatoire grenservaringen in een circus en in een gesticht vol waanzinnigen. En dan is er nog een gefragmenteerd derde deel, "van alle kanten", waarin details uit de eerste twee delen op associatieve wijze worden uitgewerkt en waarin een fictieve schrijver, Morelli, leegloopt met de ene na de andere beschouwing over nieuwe kunstvormen en ongehoorde romanexperimenten die geheel nieuwe ervaringswijzen moeten openen voor hun lezers. Dat levert bijzonder aanstekelijke literatuurfilosofische en kunstfilosofische denkbeelden op, die bovendien een prachtig commentaar zijn op het intellectuele avontuur van Horacio Oliveira in de twee delen hiervoor.

Maar het boek zit veel avontuurlijker in elkaar dan ik tot nu toe heb laten blijken. Het opent met de uitdagende zin: "Dit boek omvat eigenlijk vele boeken maar het is bovenal een tweetal boeken". En dan krijgt de lezer de keuze uit twee mogelijkheden. De eerste is: alle hoofdstukken lezen in de gebruikelijke volgorde, eindigend bij hoofdstuk 56, dat ook eindigt met een reeks sterretjes ter vervanging van het woord 'einde'. Lijkt normaal, maar dat is het niet: als de lezer dat doet slaat hij namelijk het hele derde deel over. Om het hele boek te lezen moet hij kiezen voor de tweede aangegeven mogelijkheid, waarbij hij de hoofdstukken kris-kras leest in een door de auteur aangegeven volgorde: eerst hoofdstuk 73, dan 1, dan 2, dan 116, dan 3, dan 84....... Je leest dan niet van kaft tot kaft, maar hinkelend, waarbij je ook vaak van deel 1 naar deel 3 en weer naar 1 en dan naar 2 of 3 springt. Dat hinkelende lezen vond ik ook nu weer een geweldige belevenis. Je breekt immers met je normale "Grote Gewoonte" om lineair te lezen van kaft tot kaft. Bij een normaal boek zie je aan de plek van je boekenlegger of je al op de helft bent of verder, maar bij een boek dat je kris-kras hinkelend leest weet je dat niet. Je kunt ook echt de weg helemaal kwijt raken, hoe helder de hinkelstappen ook gemarkeerd zijn, en eigenlijk is dat best spannend en voor mij in elk geval leuk ongewoon. Bovendien wordt het toch al zo avontuurlijk voortspringende verhaal door deze hinkelvorm nog avontuurlijker, springeriger en associatiever. Oliveira zoekt nieuwe denkwegen die breken met causaliteit, lineair als- dan denken en het chronologische en toen... en toen.... en toen. Niet het rationele voortschrijdend inzicht, maar de simultaneïteit en veelvoudigheid van associatieve indrukken; niet het zoeken naar een centrale betekenis kern maar overgave aan het middelpuntvliedende en excentrieke; niet het begrijpelijke patroon, maar de grillige wirwar die beloften inhoudt van iets totaal nieuws en ongewoons. En precies dat denkproces voltrek ik als lezer dan deels ook mee, omdat ik kris-kras aan het hinkelen ben door dit zo door zijn stijl toch al zo ongewone en avontuurlijke boek.

Die stijl bewonder ik dan nog meer dan de vorm, hoe inspirerend en leuk ik die ook vind. Want al dat gehinkel zou niks meer zijn dan een op zich aardige gimmick als je niet zo meegezogen zou worden door Cortazars woorden. Prachtig vind ik de passages van en over de (fictieve) schrijver Morelli, waarin intrigerende denkbeelden worden ontvouwd over nieuwe ervaringsmogelijkheden die door experimentele literatuur en kunst zouden kunnen worden opgeroepen. Geweldig vind ik ook de dialogen van Oliveira en zijn vrienden over Morelli's theorieën, door hun diepgang maar ook door de vaak hilarische humor en zelfspot. Daarmee voorkomt Cortazar dat die theorieën verstollen tot al te gewone conventies, en bovendien roept het de ontregeling op waar die theorieën juist over gaan: de theorieën gaan over nieuwe ervaringen die ontstaan als je alles op losse schroeven zet, vervolgens wordt dat weer op losse schroeven gezet door daar enorm om te lachen, en dat opent dan ook weer nieuwe ervaringen. Je krijgt als lezer een soort kortsluiting in je hoofd: precies het soort kortsluitingen dat Oliveira zoekt, omdat die kortsluitingen hem voor even bevrijden van De Grote Gewoonte. En in het invoelbaar maken van dat soort kortsluitingen vind ik Cortazar echt geniaal. Prachtig bijvoorbeeld is een uitgesponnen scene waarin Oliveira, zeer verward en uiterst dronken, luistert naar een wel zeer ongewoon avantgardistisch concert van een wel zeer mislukte en stokoude pianiste, met wie hij vervolgens bizarre gesprekken voert en uren ronddoolt door nachtelijk Parijs. Vol waanzin, droefheid, gekwelde vervoering en onbegrijpelijk bizarre schoonheid, deze scene, en juist daardoor opent hij voor even een volstrekt onconventionele wereld. Schitterend is ook een lange dialoog tussen Oliveira en diverse van zijn vrienden, die een nauwelijks te bevatten duistere ondertoon heeft omdat op de achtergrond iemand ongemerkt sterft. Die dialoog, die uiteraard weer over nieuwe denkwijzen en experimentele kunst gaat, en ook over het Tibetaans dodenboek en mythologische Jungiaanse denkwerelden, wordt door die duistere ondertoon bijna hallucinatoir van sfeer, en precies daardoor slaat hij een bres in De Grote Gewoonte. Ja, dat vindt ik het allergeniaalste aan dit zo geniale boek: Cortazar laat ons niet alleen meeslepend ziet hoe Oliveira vol passie zoekt naar het nieuwe en ongewone, maar EVOCEERT dit ongewone ook in meerdere echt fantastische scenes. Geen idee hoe hij het voor elkaar krijgt, maar hij krijgt het voor elkaar. Grandioos, zelfs.

Met citaten valt dit eigenlijk niet te illustreren, want alle scenes waarin Cortazar dit bereikt ontlenen hun kracht voor een groot deel ook aan hoe zij resoneren met scenes ervoor of juist erna. Maar toch een citaat, om althans een provisorische indruk te geven: "Ronald had een oude plaat van Coleman Hawkins opgezet en het leek wel of la Maga hem zijn toelichtingen kwalijk nam, omdat ze de muziek voor haar bedierven en bovendien niet beantwoordden aan wat zij van een toelichting verwachtte, een tinteling van de huid, de behoefte om diep adem te halen, zoals Hawkins moest hebben gedaan voor hij de melodie te lijf ging en zoals zijzelf soms ademhaalde als Horacio zich verwaardigde haar een echte toelichting te geven op een duistere dichtregel en er die andere, fabelachtige duisternis aan toevoegde waarin, als hij haar die toelichting over Lutetianen gegeven had in plaats van Gregorovius, alles op dit moment zou zijn samengesmolten tot een groot geluk: Hawkins' muziek, de Lutetianen, het schijnsel van de groene kaarsen, de tinteling, de diepe ademhaling die haar enige onomstotelijke zekerheid vormde, iets wat enkel te vergelijken was met Rocamadour, of Horacio's lippen, of soms dat adagio van Mozart dat je nauwelijks meer kon horen, zo stukgedraaid was die plaat". Onnavolgbaar, deze meanderende gedachtegang, en leidend tot een even rijk als onvatbaar 'totaalbeeld' van uiteenlopende indrukken en beelden. Ademhaling en tinteling van de huid domineren de ratio, associatie en 'fabelachtige duisternis' zijn belangrijker dan lichtgevend inzicht. Zeker voor La Maga, die heel erg leeft vanuit intuïtie en gevoel. En precies dat voedt ook deze associatieve en intuïtieve 'totaalervaring', die nauwelijks rationeel te bevatten is en zich ook niet laat parafraseren. Maar de veel rationelere Horacio Oliveira kan er 3 bladzijden verderop ook wat van: "Er kwam nog iets bij en dat was de bemiddeling, de toegang die via illusies verschafte tot een onvoorstelbaar gebied of vlak, en het was nutteloos om je dit in te denken, want iedere gedachtegang vernietigde het zodra zij het wilde omvatten. Een hand van rook nam hem bij de hand en leidde hem naar beneden, als het tenminste naar beneden was, toonde hem een centrum, als het tenminste een centrum was, plaatste hem in zijn maag, waar de wodka zachtjes kookte met kristallen en opborrelende bellen, iets wat een andere, oneindig mooie en wanhopige illusie ooit onsterfelijkheid had genoemd. Hij sloot zijn ogen en wist te bedenken dat als een armzalig ritueel hem al zo kon excentreren dat het hem een beter centrum toonde, hem kon excentreren in de richting van een centrum dat desalniettemin onbegrijpelijk bleef, dat alles dan misschien niet verloren was en dat ooit, in andere omstandigheden, na andere bewijzen, de toegang wel mogelijk was. Maar toegang waartoe, waarvoor?" Geweldige passage, vind ik, vooral omdat Horacio's "excentrerende" zoektocht naar iets ongrijpbaar nieuws zo mooi wordt opgeroepen door de "excentrerende" en tastende taal van Cortazar. Zoekende taal, die bewust geen duidelijke betekeniskern heeft, en precies dat vind ik enorm inspirerend. Want daarmee opent Cortazar iets in 'De Grote Gewoonte' binnen mijn hoofd, zorgt hij voor een kortsluitinkje in mijn brein, en juist dat stimuleert mij enorm. Niet dat dit kortsluitinkje tot iets concreets leidt: Cortazar zet mij gigantisch aan het denken en dromen, maar dat leidt tot geen enkele definitieve conclusie. Zoals ook Horacio Oliveira geen enkel definitief inzicht bereikt. Maar juist daardoor blijft zijn brein ook het hele boek door in avontuurlijke beweging. Is dat, ondanks alle kwellende onzekerheid die dit met zich meebrengt, niet prachtig? In elk geval vond ik het wel heel mooi om dat mee te voelen, en om te merken hoe mijn eigen verkalkte burgermannenbrein heel eventjes bewoog.

Het zal duidelijk zijn: ik vond "Rayuela" weer een geweldig leesavontuur, ook toen ik het voor de derde keer las. Ik hoop dat avontuur nog vaker te herhalen. En ik heb ook weer enorme trek gekregen in zijn ook al zo avontuurlijke latere romans, om van zijn soms hallucinatoire verhalen nog maar te zwijgen. Julio, ouwe makker: bedankt!



Reageer op deze recensie

Meer recensies van Nico van der Sijde

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.