Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Een heel opmerkelijke schrijver, die Jesse Ball

Nico van der Sijde 11 februari 2016
Ellen IJzerman (Prowisorio) maakte mij attent op een jubelend essay van Justin Waerts op Tzum (kan de link niet geven, maar googelen loont). Dat stuk maakte mij nieuwsgierig, het stuk van Ellen ook, zodat ik nu alle romans van Ball gelezen heb: zijn maffe debuut "Samedi the deafness" , de al even vreemde opvolger (die hij eerder had geschreven, maar later publiceerde) "The way through Doors" , de minimalistische dystopische roman "The curfew", en zijn volgens velen (en mijzelf) beste roman "Silence once begun". Vooral dat laatste boek vind ik echt ijzersterk; de andere boeken zijn dat minder ("The curfew" zelfs beduidend minder, al heeft het een mooi slot) maar hebben wel sterke en soms ijzersterke momenten. Voor mij tenminste wel. Zelf ben ik nogal een liefhebber van Kafka, Auster, Calvino, Daniil Charms, Kobo Abe: experimentele, absurdistische, fantasievolle, soms sprookjesachtige en altijd vervreemdende auteurs waarmee Ball vaak vergeleken wordt. En die vergelijking is terecht. Maar tegelijk is Ball helemaal Ball: vergelijkbaar met niemand, iemand met een heel eigen geluid. En ik hou erg van dat eigen geluid, zelfs in passages waarin Ball minder op dreef is.

Al zijn romans hebben een meanderende, ongrijpbare en bevreemdende plot, waar het ene voorval volkomen als bij toeval op het andere lijkt te vervolgen, of waarin meerdere personages volkomen verschillende versies van 'de werkelijkheid' ervaren die dan via even raadselachtige als poëtische verhalen wordt gepresenteerd, of waarin het ene verhaal vervloeit in het andere dat in weer een ander verhaal vervloeit zodat je de draad helemaal verliest. Dat laatste gebeurt bijvoorbeeld op enorme wijze in "The way through doors": een verteller en zijn naamloze raadselachtige geliefde splitsen zich af in diverse personages, binnen steeds verschillende verhalen in verhalen in verhalen in verhalen, zodanig dat je op een gegeven moment niet meer weet wie nou verteller is en wie de afsplitsing van de verteller, en ook niet of de keten van verhalen nou ergens in het midden van het boek is begonnen of toch aan het begin. Dat kun je opvatten als een soort postmoderne metafoor, voor de enorme vertaktheid van ons grillige levenspad en onze binnenwereld, of voor de onzekere status van onze identiteit: veel postmodernisten denken dat ons ik alleen uit fictieve en tastende verhalen bestaat, en dat laten ze ons merken ook. Maar tegelijk is het ook een ode aan de verbeeldingskracht, een soort demonstratie van hoe in een verliefd en vreugdevol hoofd het ene sprookjesachtige motief kan worden verknoopt met het andere en dat weer met het andere en dat weer...... En in "The curfew" ontwerpt een meisje dat haar spraak verloren heeft een poppenspel, samen met een poppenspeler, waarin via vervormde en in elkaar vervloeiende kunstzinnige taferelen een verhaal verteld wordt over haar ouders, haar geboorte, haar onzekere lot, de moord door de machthebbers op haar moeder..... Op een gegeven moment ziet zij zichzelf, in het poppenspel, en binnen dat poppenspel is er ook weer een poppenspel waarin het meisje zichzelf weer ziet.... Een labyrinth, waarin het meisje haar eigen ik lijkt te verliezen in een reeks van in elkaar vervloeiende beelden. Maar ook hier weer een ode aan de verbeeldingskracht. Want dit labyrintisch zich vertakkende poppenspel vertelt haar niet wie zij is en hoe het haar en haar ouders zal vergaan in deze raadselachtige wereld, maar is wel een mooie verbeelding van de rijkdom van dit raadsel. Droevig, ook omdat "The curfew" in een dystopische dictatuur speelt, maar ook mrt glimpen van hoop. Bovendien is dat poppenspel op zichzelf al een glimp van hoop: een ongeremde eruptie van fantasie in een door fantasieloosheid gefnuikte dictatuur.

De plot is dus altijd maf bij Ball, en ongrijpbaar. Maar zijn stijl is dat nog meer. In "Samedi" bijvoorbeeld wordt een merkwaardige thrillerachtige plot (vol met dubbelgangers, leugens, ambiguïteiten en verschuivende decors) steeds doorsneden met raadselachtige jeugdherinneringen van de hoofdpersoon: de plot was al gek, maar wordt door die herinneringen nog gekker. Juist die herinneringen zijn dan echter gevuld met even onvatbare als fascinerende poëtische beelden, die ik na vier keer herlezen nog steeds niet begrijp maar die ik bij elke herlezing mooier vind. Ontroerend, zoals een zonsondergang ontroerend kan zijn, of een flard muziek: iets raakt je, zonder dat je weet waarom, maar DAT het je raakt is zonneklaar. Tussen de regels wordt iets opgeroepen dat ook tussen de regels blijft en zich niet onthult, en toch weet je zeker dat het prachtig is. Zoiets. Zo ongeveer werkt het poëtisch proza van Ball, bij mij althans. In "Samedi" herinnert de hoofdpersoon zich hele gesprekken met een onzichtbare uil uit zijn jeugd: een wezen dat alleen hij 'ziet' en hoort, een soort belichaming van de rijke fantasiewereld die vooral niet door volwassenen moet worden bekeken en doorgrond. Vandaar misschien ook dat die uil in raadselen spreekt: alsof wat hij en de hoofdpersoon delen geheim moet blijven, en ongezien, niet mag worden bezoedeld door de banaliteit van de blik die doorziet en de geest die begrijpt. En vandaar ook de poëtische raadselachtigheid van Balls taal. Niet voor niets staan veel zijn zijn boeken vol met grote stukken wit. niet voor niets gaat het vaak over stilte. Zoals in het meesterlijke "Silence once begun", waarin iemand zijn eigen drama (dat met stilte van zij geliefde begon) probeert te begrijpen door het drama te onderzoeken van een veroordeelde, die stierf omdat hij zweeg. Maar alle verhalen over die veroordeelde bevatten lacunes, spreken elkaar ook tegen. Zoals ook op een gegeven moment de verhalen van de hoofdpersoon over zichzelf elkaar tegenspreken; een keer herroept hij zelfs een verhaal over wat hij meegemaakt heeft, en vervangt dat met een even dichterlijke als raadselachtige parabel. Een rijke allegorie, maar zonder sleutel. Een verhaal vol suggestiviteit en stilte. Maar wel een verhaal dat de raadselachtige en ambigue rijkdom van wat hij meemaakte meer recht doet dan zijn eerste meer feitelijke relaas. Een verhaal dus dat overtuigt en raakt juist omdat het zich aan verklaringen en interpretaties onttrekt.

Ik vind het een rijke en poëtische schrijver, die Ball, zelfs op de momenten dat hij niet zo in vorm is. "The way through doors" bijvoorbeeld is zo vol van vreugdevolle verbeelding dat ik ook de al te lichte en zinledige stukken met aandacht lees. "The curfew" vond ik in het begin al te saai en onsamenhangend, maar geleidelijk aan vond ik die onsamenhangendheid ook mooi als beeld voor de wezenloosheid in de beschreven dystopische dictatuur, en het slot is vol van poëtische fantasie en verbeelding. De plot van "Samedi" lag mij eerst niet maar fascineerde vanaf bladzij een, en uiteindelijk vond ik alles wel prima dankzij Balls steeds vaker opduikende poëtische schrijfkunst. En "Silence once begun" ten slotte heb ik gewoon van kaft tot kaft jubelend gelezen, omdat daarin een rijk raadsel werd ontvouwd waarvan ik geen woord wilde missen.

Voor mij is Jesse Ball wel een ontdekking, dus. Ik ga hem denk ik op de voet volgen, en alles wat hij vanaf nu publiceert kopen en lezen. Of hij ook jullie goed zal bevallen weet ik uiteraard niet. Maar fans van Kafka, Auster, Calvino, Charms, Abe of Borges zouden misschien toch eens een poging moeten wagen. Zelf heb ik dat wel gedaan, en wat ben ik daar blij mee!

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Nico van der Sijde

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.