Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Warm en liefdevol.

Peter Marks 29 november 2017
De auteur
Agnita de Ranitz (*1952, Den Haag) volgde een opleiding kunstgeschiedenis aan het Ecole du Louvre in Parijs. Na haar huwelijk in 1978 bleef zij in Frankrijk wonen; de laatste 15 jaar is zij actief als gemeenteraadslid in haar woonplaats Étang-la-Ville.
De Ranitz heeft een grote passie voor creatieve vakken. Toen haar vier zoons jong waren ging zij zich toeleggen op muziek en gaf jarenlang pianolessen aan kinderen en volwassenen. Daarnaast is zij een zeer verdienstelijk beeldhouwster. Ze neemt geregeld deel aan toonstellingen, zowel in Parijs en omgeving als op het eiland aan de zuidkust van Bretagne waar zij het grootste deel van de zomer doorbrengt. Haar eerste tentoonstelling buiten Frankrijk vond plaats in Kunsthandel J. van den Elshout in Den Haag.
De laatste jaren besteedt De Ranitz steeds meer tijd en aandacht aan haar grote passie: schrijven. Nadat ze al enige tijd met het idee voor een boek speelde, volgde zij in een schrijfcursus. Vanaf dat moment heeft zij toegewerkt naar de verschijning van haar debuutroman.
Hoewel Frankrijk al bijna veertig jaar haar thuis is, komt De Ranitz nog geregeld en met veel plezier in Nederland. Zij aarzelde dan ook niet om dit boek te laten afspelen in de omgeving waar zij haar jeugd doorbracht.
Het verhaal

Het zal je maar gebeuren dat je op 20 januari 1968, in Delft op het perron staat met twee volle boodschappentassen en geconfronteerd wordt met een vrouw die sprekend op jezelf lijkt. Dat overkwam Cornelia.
Thuis gekomen in de Kikkerstraat in Den Haag, doet Cornelia een poging om haar verhaal aan haar man Henk te vertellen. Henk gedraagt zich als een hork en is niet ontvankelijk voor haar verhaal.
Aan haar vriendin Dineke kan Cornelia haar verhaal wel kwijt. Maar Dineke bagatelliseert en verwijst naar vele dubbelgangers die iedereen schijnt te hebben.

Cornelia herinnert zich een gesprek met haar inmiddels overleden moeder, waarbij de vraag werd gesteld waarom Cornelia geen broertje of zusje had. Moeder vertelde dat Cornelia een tweeling zusje heeft gehad. Beiden waren te vroeg geboren met als gevolg dat het zusje kort na de geboorte is overleden en nu een engeltje bij Onze-Lieve-Heer is.
Het voorval op het perron in Delft laat Cornelia niet los en vertrekt stilletjes van huis en gaat op onderzoek uit. Zij vertelt het aan niemand en zeker niet aan Henk.

Cornelia duikt een bibliotheek in om meer te weten over het ontstaan van tweelingen. Het lijkt er op dat er bij haar sprake was van een eeneiige tweeling. Of te wel een mono zygote.
Als er zich een gelegenheid voordoet, vertelt Cornelia aan haar oude vader wat zij op het perron in Delft heeft meegemaakt en het gevoel te hebben dat die vrouw haar tweelingzus Geesje is. Volstrekte nonsens volgens haar vader. Hij heeft Geesje immers zelf begraven.

Thuis kan Cornelia met haar man Henk niet over haar belevenissen praten. Op alles wat zij zegt reageert Henk met veel sarcasme. Cornelia vraagt zich af of haar man nog wel van haar houdt. Het is daarom niet verwonderlijk als Cornelia enige tijd later op de tafel een briefje van Henk aantreft met de mededeling dat hij naar zijn vriendin en hun kind is vertrokken.

In Rotterdam, waar de ouders van Cornelia toentertijd woonden, bezoekt Cornelia met haar vriendin de RK-begraafplaats en treffen daar het grafje van Geesje aan. Het verrast Cornelia als zij een gele roos op het graf ziet liggen en vraagt zich af wie dat heeft gedaan. Gelijk komt bij haar de vraag op wie er in het grafje begraven ligt. Haar tweelingzus, of toch iemand anders.

Cornelia, inmiddels van Henk gescheiden, doet er alles aan om haar zus te vinden. Zij hangt bij het station in Delft overal affiches op en plaatst advertenties. Er wordt soms gereageerd, maar niet door Geesje.
Martje stelt haar vriendin Cornelia voor een helderziende-medium te bezoeken. Behalve dat het Cornelia geld kost, lost het niets op.

Als Cornelia weer in Rotterdam bij het grafje komt, ziet zij daar wederom een gele roos liggen. Aan de roos is een briefje met daarop de naam van een bloemist. Die aanwijzing leidt naar het adres van een vrouw uit wiens naam de gele roos op het grafje is geplaatst. Uiteindelijk lukt het Cornelia om die vrouw te ontmoeten. Het betreft een oude vrouw die als non/verpleegster in het Sint Franciscus Gasthuis in Rotterdam heeft gewerkt. Dat is hetzelfde ziekenhuis waar Cornelia en Geesje zijn geboren. De vrouw vertelt aan Cornelia haar verhaal.




Mijn mening

Volgens het nawoord is het verhaal over Cornelia fictie. De oorsprong van het verhaal vindt echter zijn basis in een artikelnummer van het Algemeen Dagblad, d.d. 10 januari 2006, dat de auteur bij toeval onder ogen kwam met de volgende tekst:
Vrouw (78) zoekt “overleden” zus. De tweelingzus van Fransisca overleed na 4,5 maand. Toch is Francisca M. er stellig van overtuigd dat ze haar tweelingzus is tegengekomen. De ontmoeting vond plaats in 1948 voor het station van Helmond. Ze is nu op zoek.

De auteur laat het verhaal afspelen in Den Haag en omstreken. De buurt waar zij zelf haar jeugd doorbracht. Dat is voor mij heel herkenbaar. Immers, ook ik ben geboren en getogen in Den Haag.
DE VROUW OP HET PERRON van Agnita de Ranitz (uitgeverij Brevier) is warm, duidelijk en liefdevol geschreven. Hoewel wat voorspelbaar, loopt het toch anders af dan je denkt.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Peter Marks

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.