Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Beschadigd en verbonden

Gea Smits 26 december 2017
Zou Boogers na zijn schitterende roman ‘Alleen met de goden’ (2015, winnaar van de boekhandelsprijs 2016 en genomineerd voor de shortlist van de Libris Literatuur Prijs 2016) opnieuw een roman schrijven die mij raakt? Boogers weet me ook deze keer te verrassen. De toon, de stem van de personages, de structuur van het verhaal en het ritme van de taal verschillen en tegelijk raakt ook dit verhaal je. Zijn taalgebruik is prachtig, soms poëzie in al zijn eenvoud. Juist dit maakt dat de verhalen binnenkomen. De verhalen verdienen het ongekunsteld verteld te worden, het past bij de omgeving waarin het speelt. Boogers laat ook in dit boek een kant van de maatschappij zien die je niet vaak tegen komt in de Nederlandse literatuur, een verrijking.

Het verhaal vertelt hij vanuit het perspectief van de drie hoofdpersonen. Het gaat over Jacob, die zijn vrouw Claire net verloren heeft aan Alzheimer, en leeft met zijn dierbare herinneringen aan haar en het grootste deel van zijn leven achter zich heeft. Hij voelt zich eenzaam na haar dood:

“Ik was iemand om medelijden mee te hebben. […] Later werd ik iemand om op afstand te houden. Dat zeiden ze natuurlijk niet hardop, maar ik zag het aan ze. Ze meden mij als de pest, want mensen denken dat leed overspringt van de ene mens op de andere. Ze zijn er bang voor. Ze willen het niet zien. Ze willen het niet in hun buurt. Ze doen of het niet bestaat, of ze maken er hun eigen verhaal van, omdat ze weigeren te aanvaarden dat je ineens getroffen kan worden door ziekte, pech en onheil.’

Harvey en Amy, twee middelbare scholieren, ontmoet Jacob in de polder waar hij vaak met zijn hond gaat lopen. De zwarte Harvey, is getekend door de mishandeling door zijn vader die hem niet als zijn zoon accepteert. Zijn vader zegt tegen de kleine Harvey: “Als ik je niet zie of hoor, dan weet ik dat je me respecteert.” En Harvey zwijgt jaren, letterlijk, ook als zijn vader al uit beeld is.

Harvey spreekt voor het eerst weer tegen een nieuw klasgenootje, Amy, die hem wel ziet staan en luistert. Haar vader is vroeg overleden, haar moeder woont samen met haar stiefvader en zijn zoon.. We leren Amy kennen door de fragmenten uit haar dagboek. Amy heeft talent om te tekenen en probeert haar eigen unieke stijl te ontdekken:
“Ik hou van beschadigde spullen. Iets wat geleefd heeft. Iets met een verleden. Een achtergrond, een verhaal. Zo wil ik tekenen en schilderen. Het leven moet erin zitten. Een geschiedenis waarin iemand zich kan herkennen, hoe pijnlijk de geschiedenis ook is en hoe moeilijk het voor anderen ook is om die te verteren.”

Het is duidelijk dat Amy een afschuwelijk geheim met zich meedraagt, wat het is wordt pas aan het einde van het boek duidelijk. Harvey zal uiteindelijk, opnieuw spreken, en hoe! Hij verwoordt het zelf zo: “mijn vader had ongelijk toen hij zei dat zwijgzaamheid en onzichtbaarheid betekenden dat je respect en ontzag had voor je omgeving. Je gaf juist ruimte aan duivels zoals hij, als je deed alsof je er niet was. Ze namen de ruimte in die je niet opeiste.
Zijn zelfvertrouwen ontwikkelt zich: “Ik was meer. Ik ben een mens. Ik heb een stem. Ik heb een gezicht, [..] Ik schreef mezelf naar onafhankelijkheid. […] Dit was mijn getuigenis.”

Boogers schrijfstijl wordt gekenmerkt door zijn treffende beschrijvingen, juist vanuit het gezichtspunt van zijn personages. Dit komt juist door het taalgebruik binnen. Bijvoorbeeld waar Matteo, een vriend van Amy, zijn mening geeft over hun buurt, een rotbuurt:
“ Het is alsof al die mensen zijn geselecteerd om bij elkaar te wonen, alsof ze bij elkaar zijn gekropen uit angst en armoede. Vaak leunen ze tegen elkaar aan, maar ze moeten elkaar ook bevechten. Er gebeurt van alles, maar niemand gaat echt vooruit. Niemand lacht, iedereen zwoegt en ploetert en de meesten bereiken niets. Er wonen alleen maar mensen die dromen over het geld dat ze nooit zullen hebben, de spullen die ze nooit zullen bezitten, de dingen die ze nooit zullen doen. Ze kopen een staatslot, ze gokken, ze stelen. Niemand heeft echte dromen, de ene klotedag is precies hetzelfde als de andere.”

Hij geeft iedere hoofdpersoon een eigen stem, een eigen invalshoek om een leven te beschouwen. Vooral de taal en de beschouwingen die hij bij Jacob hanteerde waren mooi en onroerend, melancholiek, een originele stem. Ook speelt hij met de chronologie en met de structuur, wat aan het einde van het boek op zijn plaats valt. Boogers wil de lezer die daar open voor staat of nodig heeft, inspireren zoals hij ooit geïnspireerd raakte. Een rijk boek, maar vooral een prachtig verhaal.

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Gea Smits

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.