Meer dan 5,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Een klein verhaal, een grootse vertelling!

In zijn nawoord bij dit boek schrijft vertaler en 'kenner par excellence' van de IJslandse literatuur Marcel Otten het volgende: "Halldór Laxness heeft zichzelf talloze malen opnieuw uitgevonden; met elke roman zag je een nieuwe Laxness die zijn lezers voor zich wist te winnen en die zijn critici de haren uit het hoofd liet trekken." Nadat ik eerder al Onafhankelijke mensen, De klok van IJsland, Salka Valka en Aan de voet van de Gletsjer las, kan ik dit, na lezing van De gelukkige krijgers,alleen maar beamen, want alweer treedt een andere Laxness naar voren, de Laxness van de saga of beter nog: de Laxness van de anti-saga...

IJsland, 11de eeuw. De krijger Thorgeir Harvarsson en de dichter Thormod Bessason willen allebei roem verwerven, de eerste door zoveel mogelijk heldendaden te verrichten, de tweede door daar epische gedichten over te schrijven. Thorgeir begint aan zijn opmars door iedereen die hij zelf eerst als heel moedig bestempelt uit te dagen en in bloederige duels te doden. Hij wordt aanvankelijk gevolgd door zijn bloedbroeder Thormod, die de daden opschrijft voor het nageslacht. Tijdens een van zijn lange zwerftochten komt Thorgeir echter roemloos aan zijn einde, waarop Thormod zijn gezin verlaat om zijn bloedbroeder te wreken. Dat wordt een trieste, ontnuchterende tocht. Koning Olaf Haraldsson van Noorwegen, bijgenaamd Olaf de Dikke, was altijd Thorgeirs grote held en voorbeeld in wiens naam en tot wiens eer hij zijn 'heldendaden' verrichtte, maar als Thormod Olaf uiteindelijk ontmoet is de ontgoocheling groot. Olaf is helemaal geen held, eerder een opportunistische lafaard en een avontuurlijke nietsnut, en in weerwil van Thorgeirs talloze bloedige heldendaden en de gedichten die Thormod daarover schreef, blijkt hij Thorgeir helemaal niet te kennen. Kort voor hij in de slag bij Stiklestad sneuvelt, beseft Thormod dat het allemaal voor niets is geweest, dat hij zijn leven lang hersenschimmen heeft nagejaagd...

Satire viert hoogtij in deze roman. Thorgeir de krijger en Thormod de dichter zijn in feite meelijwekkende personages, luiwammesen die zich achter hun zelfverklaarde hoge status van krijger en dichter verbergen om niet te moeten werken. Ze nemen zichzelf bijzonder serieus en blazen hoog van de toren, maar de ernst en de volharding waarmee ze zich keer op keer belachelijk maken − zonder het zelf te beseffen − maken hen tegelijk lachwekkend en aandoenlijk. De 'moedige' tegenstanders die Thorgeir uitzoekt om 'heldhaftig' te verslaan zijn meestal maar weerloze armoedzaaiers waarop hij blijft inhakken opdat het resultaat van de strijd er zo bloederig mogelijk uitziet; alweer een heldendaad die door Thormod passend kan verheerlijkt worden...

De gelukkige krijgers is geschreven in de stijl van de Oudijslandse saga's (Laxness schreef deze roman trouwens in het Oudijslands). Maar waar de oude saga's allemaal helden verheerlijken, haalt Laxness de heldenstatus hier finaal onderuit. Hij neemt de klassieke saga als format (*), maar bevolkt zijn verhaal met antihelden die hij gebruikt om zijn werkelijke, maatschappijkritische bedoelingen op de lezer over te brengen: krijgshaftige helden zijn in wezen belachelijke, twistzieke opportunisten, die zelfs zinloze oorlogen willen uitlokken om hun eigen slap- en lafheid te camoufleren. Laxness parodieert de klassieke saga niet zozeer, hij ontdoet haar van alle idolate heldenverering en brengt de inhoud terug tot meer aardse proporties.

Ook kerk, geloof en priesterschap worden tot op het bot gefileerd en ontdaan van hun heilige aura. Van de figuur van Olaf de Dikke − hij leefde echt, kwam op 29 juli 1030 om het leven in de slag bij Stiklestad en werd later heilig verklaard − maakt Laxness op een schitterende manier gebruik om aan te tonen dat machthebbers − wereldse zowel als religieuze − zich aan de ene kant pieus en godvrezend kunnen voordoen, maar aan de andere kant toch oorlogen blijven voeren, roven en verkrachten en slachtingen aanrichten, en allemaal zonder wroeging of schaamte.

De gelukkige krijgers heeft mij wederom met verstomming geslagen. Wat voorafgaat kan de indruk wekken dat dit een zwaarmoedige, deprimerende vertelling is, maar de inhoudelijke dramatiek wordt ruimschoots gecompenseerd door de scherpe satirische ondertoon, het lachwekkende van talrijke situaties en de luchtige vertelstijl van Laxness: dit is gewoon een plezante roman!

Wie wil kennismaken met het werk van Halldór Laxness neemt best niet De gelukkige krijgers om mee te beginnen. Het is een prachtige roman, maar niet zo makkelijk te begrijpen als je geen enkele ervaring hebt met de bijzondere stijl van deze auteur. Het absurdistische Aan de voet van de gletsjer lijkt mij een betere binnenkomer, en vrouwelijke lezers zullen Salka Valka ongetwijfeld liefdevol omarmen...

Tenslotte nog een woord van bewondering voor de vertaler: dat iedere roman een andere Laxness toont is zeker waar; dat ook de Nederlandstalige lezers dit mee kunnen aanvoelen, is voor een belangrijk deel te danken aan het vakwerk van vertaler Marcel Otten, die tot op vandaag zeven romans (**) uit het omvangrijk oeuvre van deze IJslandse Nobelprijswinnaar (opnieuw) heeft vertaald. Laat ons hopen dat het daar niet bij blijft!

---

(*) In dit geval de Fóstbrœðra Saga (ca. 1200), waarin Thorgeir Harvarsson en Thormod Bessason als ware helden worden afgeschilderd.

(**)Salka Valka (Salka Valka, 1931-32), Onafhankelijke mensen (Sjálfstæt fólk, 1934-35), De klok van IJsland (Íslandsklukkan,1943-46), De gelukkige krijgers (Gerpla, 1952), Het visconcert (Brekkukotsannál,1957), Het herwonnen paradijs (Paradísarheimt, 1960) en Aan de voet
van de gletsjer (Kristnihald undir jókli, 1968).

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Robert Van der Meiren

Gesponsord

Deze thriller trekt je razendsnel mee in een complot met onbetrouwbare staatslieden met hun eigen agenda's, internationale conflicten en hoogoplopende bedreigingen voor de samenleving.